Les 4 Flashcards
(15 cards)
Wie heeft voorrang op gelijke vaarwaters?
Rechts (bij kleine motorboten)
Wat betekent gestrekte koers stuurboordzijde gaat voor?
SB wal heeft voorrang
Aan wie moet een groot snel schip voorrang verlenen?
Aan ALLE schepen, behalve in RPR gebied
Wat is een engte?
Vernauwing op het water waar je niet met 2 boten tegelijk doorheen kan
Wie heeft voorrang bij een engte waar stroming staat?
Degene die met de stroom mee vaart
Wie heeft voorrang bij een engte zonder stroming?
- Groot voor klein
- Motor wijkt voor spier, wijkt voor zeil
- Zeilboten die moeten opkruisen moeten wijken
Wat is valwind?
Als je in een diepe sluis bent en er harde wind staat, kan de wind terugkaatsen in de sluis
Wat betekent schutting?
Als een sluis wordt bedient
Mogen kleine schepen bij slecht zicht op drukke vaarwegen doorvaren?
Alleen op radar
Wat betekent een laveerverbod?
Zeilboten mogen op die plekken niet opkruisen
Hoe toont een schip aan dat het aan de verkeerde wal gaat varen? Waar geldt dit? Wat als tegemoetkomende schip niet reageert?
Blauw bord + wit flikkerend licht
Geldt alleen op Gelderse IJssel en Maas
Bij niet reageren: 2 korte geluidssignalen
Moeten kleine schepen de regelementen aan boord hebben?
Wel bij BPR, niet bij RPR
Wordt een sleep-of duwboot altijd gezien als een groot schip?
- RPR: ja
- BPR: alleen als het ook daadwerkelijk een groot schip sleept/ duwt
Welk verschil zit er in de vereiste voor verlichting op zeilboten volgens RPR en BPR?
- RPR: tot 20 m is wit rondom schijnend licht + zaklamp voldoende
- BPR: tot 7m is wit rondom schijnend licht + zaklamp voldoende
Zijn schepen verplicht om op te lopen aan loefzijde?
- RPR: ja verplicht
- BPR: niet verplicht, liever wel