Les 6 Humane microbiota en ziekteverwekkers deel 1 Flashcards

(26 cards)

1
Q

Commensale flora van de huid

A
  • De huid is het grootste orgaan bij de mens met gemiddeld 1,9m2 , de belangrijkste functie van de huid  is bescherming maar op de huid leven ook nog veel bacteriën(de commensale flora).
  • Het grootste gedeelte van de huid is te droog om te leven voor bacteriën, maar in de haarfollikels en de zweetklieren zijn de omstandigheden nog wel goed voor een bacterie.
  • De meeste commensale flora van de huid zijn gram positieve kokken zoals  Staphylococcus epidermidis, er zijn ook nog veel gram negatieve staven(diferoid) zoals Propionibacterium acnes.
  • Sommige zitten diep in de huid en kan je er niet van af wassen,  dit zijn de residente flora. De flora die er wel af te wassen is, is vaak pathogeen en wordt de  transiënte flora genoemd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Staphylosossus aereus (huidinfec.)

A
eigenschappen:
gram+, druiventros, katalase +, coagulase +
ziekte:
folliculitis
furnucle
karbonkel
impetige (krentenbaard)
pemphigus neonatorum
toxisch shock syndroom
symptomen;
pustjes, wratten/abces, steenpuisten, blaasjes, vervellen en loslaten van de huisen huiduitslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Staphylococcus epiderimids (huidinfec.)

A
eigenschappen: 
gram+, druiventros, katalase +, coagulase -
ziekte:
folliculitis
furnucle
karbonkel
impetigo (krentenbaard)
pemphigus neonatorum
toxisch shock syndroom
symptomen:
puistjes, wratten/abces, steenpuisten, blaasjes, vervellen en loslaten van de huid en huiduitslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Streptococcus pyogenes (huidinfec.)

A
eigenschappen:
gram+, duplokokken, katalase-, ß hemolytisch
ziekte:
erysipelas (lysis rode bloedcellen)
impetigo vulgaris
toxische shock syndroom
symptomen:
grote rode plekken
scherpbegrensd
weefsel afbraak
blaasje
huiduitslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pseudomonas auruginosa (huidinfec.)

A
eigenschappen:
gram-, staaf
ziekte:
pseudomonas dermatitits
otitis externa 
symptomen
huiduitslag (groen)
infectie in het oorkanaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mycobacterium ulcerans (huidinfec.)

A

ziekte:
buruli ulcus
symptomen:
grote wonden zonder een ontstekingsreactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Propionibacterium acnes (huidinfec.)

A
eigenschappen:
gram+, staaf
ziekte:
acne
symptomen:
verschillende soorten puistjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bacillus anthracis (huidinfec.)

A
eigenschappen:
facultatief anearobe staaf
ziekte:
antrax
symptomen:
papulairre leasies en zwarte korsten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Clostridium perffingens (huidinfec.)

A
eigenschappen:
gram+, anaerobe staaf
ziekte:
gasgangreen
symptomen:
opgezwollen dode huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

papilloma virus (huidinfec.)

A

ziekte:
soa
symptomen:
wratten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

variola major en minor (huidinfec.)

A
eigenschappen;
major: 20% mortaliteit
minor: <1% mortaliteit
ziekte: 
leasies
symptomen:
grote blaasjes over het lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

varicella zoster (huidinfec.)

A
eigenschappen:
latent
ziekte:
waterpokken
reye syndroom
symptomen:
kleine rode puistjes 
hersenschade
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

herpes zoster (huidinfec.)

A
eigenschappen:
latent
ziekte:
gordelroos
symptomen:
rode huiduitslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

herpes simplex (huidinfec.)

A
eigenschappen:
latent
ziekte:
herpes
symptomen:
blaasjes, blaren&zweren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

rubeola virus (huidinfec.)

A

ziekte:
mazelen
symptomen:
koorts, keelpijn, droge hoest, en huiduitslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Haemophilus influenza (centraalzenuw.infec.)

A
eigenschappen:
gram-, staaf, commensaal
ziekte:
meningitis 
symptomen:
zwelling van de hersenvliezen, vertraagde liquor stroming, verhoogde witte bloedcellen in het liquor, verlies van hersenfuncties
17
Q

Neisseria meningitidis (centraalzenuw.infec.)

A
eigenschappen:
gram-, duplokok, endotoxinen
ziekte:
meningitis
symptomen:
zwelling van de hersenvliezen, vertraagde liquor stroming, verhoogde witte bloedcellen in het liquor, verlies van hersenfuncties
18
Q

Listeria monocyoptgenes (centraalzenuw.infec.)

A
eigenschappen:
gram+, staaf
ziekte:
listeriosis (meningtits dmv voedsel)
symptomen:
zwelling van de hersenvliezen, vertraagde liquor stroming, verhoogde witte bloedcellen in het liquor, verlies van hersenfuncties
19
Q

Clostridium tetani

A

eigenschappen:
obligaat anaeroob gram+, staaf, neurotoxinen (sporenvorming)
ziekte;
tatanus
symptomen:
verkrampen van de spieren, en spierspasmes

20
Q

clostridium botulinum (centraalzenuw.infec.)

A

eigenschappen:
obligaat anaeroob gram+, staaf, neurotoxinen
ziekte:
botulime
symptomen:
spierzwakte, ademhalingsproblemen, verlammingen

21
Q

polio virus (centraalzenuw.infec.)

A
eigenschappen:
entrovirus
ziekte:
polio
symptomen;
spierzwakte, ademhalingsproblemen, verlammingen
22
Q

mycobacterium leprae (centraalzenuw.infec.)

A
eigenschappen:
zuur vaste gram+ staaf
ziekte:
hansen's ziekte (lepra)
symptomen:
ongevoeligheid van de huid, cel afbraak, verlamming
23
Q

rabies virus (centraalzenuw.infec.)

A
eigenschappen:
-
ziekte;
rabies (hondsdolheid)
symptomen:
pijn, jeuk, malaise, anorexia, watervrees, desorientatie, hallucinaties, verlamming
24
Q

west nijl virus (centraalzenuw.infec.)

A
eigenschappen:
arthropod borne virus
ziekte:
encefalitis (hersenweefsel ontsteking)
symptomen:
nek stijkheid, hoofdpijn, hallucinaties, coma, krampen, spierzwakte, huiduitslag, verlamming
25
4. Welk materiaal wordt afgenomen bij huidinfecties en infecties van het centraal zenuwstelsel
- Bij een infectie aan het centraal zenuwstelsel kan alleen maar liquor worden afgenomen, wat wordt afgedraaid. - Bij een bacteriële infectie wordt het sediment uitgeplaat en wordt er een grampreparaat van gemaakt. - Bij een virale infectie worden nucleïnezuren geïsoleerd en wordt een PCR op gedaan.
26
5. De ziektestadia van de Ziekte van Lyme. Je kent de besmettingsroute, levenscyclus van de teek en de verschillende fasen van de ziekte.
- De ziekte van lyme is een ziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie  Borrelia burgdorferi. - Mensen worden besmet met deze bacterie door een teek beet. - Teken leven van het bloed van gewervelde dieren, en terwijl een teek bijt om bloed te eten draagt die de bacterie over op de gastheer. - Een nadeel hiervan is dat de bacterie meteen in het bloed komt. - Een teek heeft 3 maaltijden nodig om volwassen te worden, en tijdens 1 van deze maaltijden wordt de teek een zoönose van B.burgdorferi. - Een teek heeft ook 3 stadia: (plaatje volgende pagina) - De ziekte van lyme bestaat ook nog eens uit 3 verschillende fasen: • Huidaandoening: rode uitslag(bull’s eye vorm) • Gedissemineerde lyme-ziekte: artritis, opgezette lymfklieren, spierzwakte • Chronische lyme-ziekte: de effecten zijn hetzelfde als bij fase 2 maar dan blijvend