lesdoelen Flashcards

(61 cards)

1
Q

Motieven samenwerking en integratie europa

A

logica van machtsevenwicht -> functionele logica (monnet)voorkomen van conflicten door gezamenlijke kolen/staalmarkt en groei welvaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Instituties EU

A
  • commissie
  • parlement
  • Europese raad
  • de raad
  • europees gerechtshof
  • europese centrale bank
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

besluitvorming

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

marktintegratie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verdragen en verdrag van maastricht

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Intergouvernationalisme vs supranationalisme

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

normale wetgevingsprocedure

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bijzonder wetgevingsprocedure

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

co-oridinatieprocedure

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vergelijking EC en Regering

A

vergelijking met regering met commissarissen ipv ministera, kan worden afgezet door parlement. dagelijks bestuur. recht van initiatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorzitter Europese commissie

A

gekozen door parlement van grootste partij, gezicht van commissie in raad en parlement en internationaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Taken en organisatie EC

A

dagelijks bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Agentschappen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Europees palement: functie, taken, bevoegdheden

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gekozen parlement

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

positie parlementsleden

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

debatten parlement

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Europese raad: positie en werkwijze

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

De raad

A

Waar minister samen komen op verschillende beleidsterreinen

taken:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Coreper I en II

A

Coreper 1: dagelijkse zaken coreper 2: ingwikkeldere staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Europees voorzitterschap

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Europees gerechtshof

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Spanningen rechters nationaal en EU

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

europese rekenekamer

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Lobbyisten
invloed uitoefenen op besluitvorming door bedrijven en belangengroepen
25
Transparantie georganiseerde belangen
1. door registratie van lobyisten | 2. door officiële partijen uit te nodigen en te documenten
26
De beïnvloeding van lobbyen op besluitvorming
27
Doelstelling vrij verkeer personen, goederen, diensten en kapitaal
doel: stabiliteit, eco vertrouwen - internationale concurrentiepositie tegenover vs en japan - commissie als marktmeester - gevolg: liberalisering markten, fusies(mededelingenbeleid eu)
28
stadia marktintegratie
1. vrijehandelszone 2. douane unie 3. interne markt 4. munt unie (gelijke belastingen)
29
Regio producten beschermen
30
EU sociaal beleid direct en indirect
indirect: harmonisering en legitimiteit direct:
31
Monetaire unie -> marktintegratie
32
macro-economische coordinatie in lidstaten
33
Europese centrale bank taken en bevoedheden
34
doel landbouw beleid
35
ontwikkelingen denken over landbouw beleid
36
kritiek landbouw beleid eu
37
Moeilijke samen werking tussen politie en justitie
38
ontwikkelingen jbz
39
Europese instituties
40
Interne- en externe- factoren druk jbz beleid
41
economische positie van de EU op het wereldtoneel
42
kenmerken van het EU handelsbeleid omschrijven
43
kenmerken van het EU ontwikkelingssamenwerkings
44
discussie over de economische rol van de EU in de wereld
45
samenwerken op terreinen van veiligheid en defensie
46
dillema's samenwerking veiligheid, defensie en buitenlandse zaken.
47
taak en positie van de Hoge vertegenwoordiger van het gemeenschappelijk veiligheids- en buitenlandbeleid
48
kern van iedere integratietheorie
49
integratietheorieën gebruiken om ontwikkelingen in de EU mee te verklaren
50
grand bargains, pooling, padafhankelijkheid, lowest common denominator, high and low politics, ratchet effect en spilover
51
Voorbeelden geven waaruit een kloof tussen de EU en de burgers
52
tekortkomingen zijn in de legitimiteit van de EU
53
kloof tussen EU en burger verkleinen
54
uitgangspunten Nederland hanteert bij Europees beleid
55
afstemming plaatsvindt tussen de Nederlandse regering, het parlement en de EU
56
Nederland invloed heeft op EU-beleid
57
toetredingscriteria benoemen en verklaren
58
vraagstukken in de discussie rondom de uitbreiding van de EU
59
breuklijnen en sociaal-culturele samenhang
60
Brexit beschrijven en analyseren hoe dit de legitimiteit van de EU ter discussie stelt