LHOR Flashcards

1
Q

3 Reden waarom landen/eenheden zich houden aan HOR?

A
  1. Juridisch
  2. Ethisch
  3. Operationeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekend de afkorting VRAC?

A

Vraag - Regels - Analyse - Conclusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekend de afkorting IRAC?

A

Issue - Riles - Analysis - Conclusion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar/Onwaar: Om vraagstukken m.b.t het recht te analyseren kan je gebruik maken van het IRAC/VRAC?

A

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

HOR heeft zijn plaats in het Nationaal of het Internationaal recht?

A

Het internationaal recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn twee belangen van HOR?

A

1: HOR draagt bij aan legitimiteit van militair optreden.
2: HOR geeft uitvoering aan int. verplichtingen vd Staat en strijdkrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt juridische legitimiteit in?

A

Het omvat ten eerste de rechtsbasis voor inzet en verteld dat er geweld mag worden gebruikt.
Verder verteld het dat een rechtregime mag worden ingezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent rechtsbasis (Ius ad Bellum)?

A

Het recht om oorlog te voeren (Wanneer is het toegestaan om oorlog te voeren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent Rechtsregime (Ius ed Bello)?

A

Het recht in oorlog oftewel het gebruik maken van geldende regels in een gewapend conflict (HOR en ROE)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de twee doelen van humanitair oorlogsrecht?

A

1: Het beschermen van personen zowel in als buiten de strijd.
2: Regels stellen aan gebruik van methoden en middelen van oorlogsvoering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het NLD beleid m.b.t toepassing van HOR tijdens militaire operaties?

A

Zowel NLD als NAVO hanteren dat HOR altijd toegepast worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het Internationaal recht in?

A
  • Het recht dat betrekkingen tussen staten reguleert.
  • Het is gebasseerd op staatssoevereiniteit en soeverijne gelijkheid.
  • Staten zijn primaire subjecten vh Int. recht met rechten en plichten onder het Int recht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de rechtsbronnen vh Int. recht?

A
  1. Verdragen
  2. Int. gewoonterecht
  3. Algemene rechtsbeginselen
  4. Int. rechtspraak
  5. Gerennomeerde schrijvers
  6. Besluiten van Int. orgs zoals VN-resoluties
  7. Eenzijdige besluiten van staten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een verdrag?

A

Een verdrag legt regels in het internationale recht vast. Ze worden gesloten tussen twee of meer staten / organisaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het Int. gewoonterecht?

A

Gewoonterecht ontstaat wanneer staten langere tijd actief een handelswijze volgen die ongeschreven is. Bijv het gebruik van territoriale wateren 12 mijl was lange tijd gewoon maar niet beschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn algemene rechtsbeginselen?

A

Beginselen die aanwezig zijn in een groot deel van de nationale rechtstelsels en die geschikt zijn om te worden toegepast op vraagstukken van het internationale recht.
- Opvullen van juridische leegtes
- Interpretatie
(bijv “te goeder trouw je verplichtingen uitvoeren”).

17
Q

Wat zijn de basis (rechts-) beginselen van het HOR?

A

HOMPEV

18
Q

Waarvoor staat de afkorting HOMPEV?

A
  • Humaniteit: biedt bescherming aan personen die niet of niet meer meedoen in een strijdt.
  • Onderscheid: strijdende partijen moeten onderscheid maken tussen doelen (burger/militair)
  • Militaire noodzaak: maatregelen die nodig zijn om het einddoel vd oorlog te behalen.
  • Proportionaliteit:
  • Eer & goede trouw:
  • Voorzorgen:
19
Q

Wat betekent het “Beginsel militaire noodzaak”

A

Het accepteert geweld als noodzaak tijdens oorlogsvoering zolang het niet verboden is onder de punten:
1: Geweld heeft grenzen
2: Geweldgebruik alleen noodzakelijk

20
Q

Humaniteit kent 3 punten van onnodig lijden.. welke?

A

1: Beschermen van personen die niet (meer) betrokken zijn bij een gewapend conflict.
2: Menswaardige behandeling en verzorging.
3: Beperking op inzet wapens ter voorkoming van onnodig lijden

21
Q

Wat houdt de Martens-clausule in?

A

Als iets niet verboden is bij verdrag, is het niet automatisch toegestaan.

22
Q

Wat zijn GEEN doelen van HOR? (Noem er 3)

A

1: Geweldgebruik verbieden
2: Voorkomen dat de vijand wordt overwonnen
3: De effectiviteit en efficientie van mil ops belemmeren

23
Q

Wanneer en waar werd de lieber code ingevoerd?

A

In 1863 ingesteld bij de amerikaanse burgeroorlog

24
Q

Wie was de oprichter van het Rode kruis?

A

Henri dunant in 1864

25
Q

Wat waren de 2 doelen van het rode kruis bij de oprichting?

A

1: Verdrag voor het beschermen van gewonde soldaten
2: Private vereniging die zorg draagt voor gewonde soldaten

26
Q

Drie rollen van het rode kruis?

A

1: ICRC - werkt in oorlogsgebieden
2: Nationale verenigingen
3: Federatie van nationale vereningen voor helpen bij natuurrampen enz.

27
Q

Verschil tussen Haags en Geneefs recht?

A

Haags recht gaat over middelen en methode van oorlogsvoering. Geneefs recht gaat over bescherming van vijandelijkheden. Moderne verdragen combineren beide.

28
Q

Verklaring van Sint Petersburg 1868

A
  • Het enige doel van oorlog tussen staten is de verzwakking van strijdkrachten.
  • Zvm manschappen buiten gevecht te stellen.
  • Het gebruik van wapens moet strijdig zijn met de menselijkheid (geen kernwapens)
29
Q

Conventie van Geneve 1949 bestaan uit vier verdragen

A

1: Gewonden en zieken te land
2: Gewonden, zieken, schipbreukelingen te zee
3: Krijgsgevangen
4: Bescherming van burgers in oorlogstijd

30
Q

Aanvullende protocollen op Geneve in 1977

A

Internationaal gewapend conflict (AP 1)
Non-internationaal gewapend conflict (AP2)

31
Q

Aanvullende protocollen op Geneve in 2005

A

AP 3