lijstjes Flashcards

(54 cards)

1
Q

beschrijving van gezwel (9)

A
  • Plaats
  • grootte
  • vorm
  • consistentie
  • pijnlijkheid
  • beweeglijkheid
  • begrenzing en oppervlak
  • kleur en temperatuur
  • verwante verdikkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

algemen indruk (9)

A
  • bewustzijnsniveau
  • gedrag
  • houding
  • gang
  • lichaamsbouw
  • voedingstoestand (bcs)
  • vacht
  • abnormale geluiden
  • andere in het oog springende afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

lymfeknopen (6)

A
  • mandibulaire lnn
  • retrofaryngeale lnn
  • prescapulaire lnn (cervicalis sup. )
  • oksel lnn (axillaris)
  • lies lnn (inguinalis sup. )
  • knieholte lnn (popliteus)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

lymfeknopen beoordeling (5)

A
grootte
vorm
consistentie
pijnlijkheid
vergroeiing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

SPAR CAB

A
slijmvliezen
pols: 
-KRUFS (kwaliteit, ritme, uitval, frequentie, symmetrie)
ademhaling
reflexen

circulation
airway
breathing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bloedbuis geel/rood

A

Serum

biochemisch + elektrlyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bloedbuis paars

A

EDTA

hematologisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bloedbuis grijs

A

Fluoride

glucose en ketonen bepaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bloedbuis groen

A

heparine

meeste biochemische testen in spoed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bloedbuis lichtblauw

A

citraat

stollingstesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoesten beoordelen

A

acuut vs chronisch
luid vs zacht/voorzichtig
droog vs vochtig/productief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ademhalingspatronen

A

obstructief
restrictief
paradoxaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

pulsus magnus (hyperkinetische pols)

A
hoge sympatische tonus (pijn, angst, excitatie)
anemie
koorts
hyperthyroidie (kat)
PDA/ aorta insufficientie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

pulsus parvus (hypokinetische pols)

A
hypovolemie/ hypotensie
systolische dysfunctie
pericardovervulling
(sub)aortastenose
tachycardie
arteriele thromboembolie
obees dier (slecht voelbaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hartgeruis

A

lokalisatie: 4 klepgebieden (punctum maximum)
luidheid/intensiteit
iming: systolisch/diastolisch/continu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

luidheid hartgeruis

A

graad 1 tot 6
1 zeer zacht, pas te horen na enkele seconden ausculteren
2 zeer zacht, meteen te horen bij ausculteren
3 matig luid hartgeruis
4 luid zonder fremitus
5 luid met fremitus, niet te horen als stethoscoop van thorax is
6 luid met fremitus, te horen als stethoscoop van borstwand is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

gangmakercellen hart

A

sinusknoop
AV knoop
purkinjevezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

ECG interpretatie

A
1 artefacten
2 hartfrequentie
3 hartritme en P-QRS relatie
4 amplitudes, duur en intervallen meten
5 gemiddelde elektrische as
6 ECG differentiaal diagnose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

kenmerken atriumfibrilatie

A

Geen P golf
onregelmatig ritme
supraventriculair: p QRS T normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

braken vs regurgiteren

A

Regurgiteren / braken
voortekenen: neen / meestal
buikspiercontracties: Neen / meestal
gal : neen / mogelijk
bloed: kan (onverteerd) / kan (verteerd of onverteerd)
dilatatie slokdarm: zelden / neen
tijd na maaltijd: meestal kort / variabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

dunne darm vs dikke darm diarree

A

hoeveelheid: veel/ weinig
vorm: gevormd tot waterig / ongevormd
bloed: verteerd, zwart / onverteerd
slijm: versprijd in propjes / veel slijm (!)
tenesmus: neen / ja
soms onzindelijk / vaak onzindelijk
defecatiegedrag: verhoogd / zeer sterk verhoogd
borborygmen: ja / nee
flatulentie: ja / soms
polydypsie, polyfagie, vermageren: ja / nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

buikpalpatie

A
eerst opp, dan diep
lever (norm niet)
milt (normaal niet)
pancreas (normaal niet)
maag (enkel als gevuld)
darmkanaal (dikte wand, lokaal verdikt, pijn, colon=steviger)
buiklnn (normaal niet)
undulatie proef
23
Q

rectaal toucher

A
anus
hernia perinealis
anale zakken
rectum
prostaat
stoelgang observeren
24
Q

verzamelen urine

A

opvangen spontaangeloosde urine
manueel leegdrukken
blaaskatheterisatie
cystocenthese

25
IRIS stage
``` international renal interest society 1-4 nuchter patient stabiel geen pre/post renale factoren meer dan 2 keer richtlijn voor therapie ```
26
magnesiumammoniumfosfaat (struviet)
doodskistdeksel normaal, urineweginfecties, urolithiases op te lossen met dieet aanpassing
27
calciumoxalaat dihydraat
briefvorm | oxalaatlithiases, ethyleenglycolintoxicatie
28
calciumoxalaat monohydraat
haltervorm | normaal, ethyleenglycolintoxicatie
29
cystine
6 hoek | cystinurie, evt lithiasis
30
ammoniumuraat
doornappelvorm zelden portosystemische shunt
31
bilirubine
naaldvormig | geconcentreerde urine,stoornis bilirubinemetabolisme
32
macula / patch
depigmentatie hyperpigmentatie erytheem bloeding
33
papel/ plaque | nodule
hyperplasie oedeem ontstekingsinfiltraat tumor infiltraat metabole afzetting
34
urtica / kwaddel
oedeem | vasculitis
35
bloedblaar
furunculose vasculopathie bulleuze aandoening vreemd vw respons
36
pustel
infectieus (bacterieel of demodex) | steriel: pemphigus foliacus
37
pustelprofiel
aantal pustels (weinig bact. veel bij demodex/pemphigus) kleur grootte (klein: bact. groot: pemphigus) follikelorientatie distributie (bact: romp; demodex: overal; pemphigus: kop, voeten, romp)
38
collarette
blaasvormende ziekte: pustel, blaar, vesikel | huidnecrose
39
schilfers
``` losliggend fijne gele (schilfermijt) adherente collarette (bacterieel) zilverwitte (Leishmania) reuzeschilfers rijdende schilfers (ichtyose) ```
40
korsten
lineair: trauma honingkleurig: opp. zwart: diep wigvorm: vaatstoornis adherent: parakeratose miliaire dermatitis: vlooienallergie kat
41
ulcer beschrijving
``` punt ulcer (furunculose) onregelmatige rand (neoplasie) gave rand (diepe ontsteking/ blaar) wigvormig (vaatstoornis) hoekig (trauma) ```
42
fissuur/ kloof / barst
droge huid metabool nutritioneel
43
echte vs schijnbaar alopecie
``` echt: haar valt uit leeg haarzakje aantasting haar in groeifase goed epileerbaar ``` schijnbaar: schade haarschachttop haar aanwezig, ingekort moeilijk epileerbaar
44
comedones
demodex | cortico's endogeen/ iatrogeen
45
haarkraagje
infectieuze folliculitis immuungemedieerd folliculair keratinisaite deffect
46
lichenificatie
``` chronische trauma (jeuk, wrijving) respons op infectie (bact. malasseizia) ```
47
otitis externa: predisponerende factoren
anatomie vochtige oren iatrogene factoren obstructie door bv vreemd vw
48
otitis externa: primaire oorzaken
``` parasieten vreemd voorwerp overgevoeligheidsreactie keratinisatie stoornissen immunologische en auto immune aandoeningen ```
49
otitis externa: onderhoudende factoren
progressieve pathologische veranderingen gistinfecties bacteriele infecties (coccen, staafjes, gemengd)
50
patellareflex
L4-L5-L6
51
buigreflex
achter: L6-L7-S1 voor: C6-T2
52
anusreflex
S1-S2-S3
53
schiff sherington
paralyse achter, hypertonie voor | ruggenmerg letsel T2-L3
54
Horner syndroom
miosis (anisocorie) prolaps 3e ooglid ptosis oogleden