Lijstjes criminaliteit Flashcards

1
Q

Preventie door bedrijven en burgers

A
  • Bedrijven kunnen mensen boven het verlaten industrie laten wonen
  • Winkels kunnen technische maatregelen nemen
  • Scholen kunnen samenwerken met de politie
  • Wijken op elkaar laten letten. Inspectieronden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verbeteren woonomgeving

A
  • Straten met veel leegstaande huizen vernieuwen
  • Technische maatregelen
  • Weghalen dichte begroeiing in parken etc.
  • Plaatsen (betere) straatverlichtingen
  • Meer voorzieningen jongeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Meer sociale controle

A
  • Meer conducteurs op bussen en trams
  • Aanstellen stadswachten en buurtvaders
  • Aanstellen bewakingsdiensten in winkelcentra
  • Plaatsen camera’s in winkel- en uitgaanscentra
  • Meer politie op straat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Politiek landelijk niveau

A
  • Regering + parlement
  • OM + politie
  • Rechters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Politiek gemeentelijk niveau

A
  • Gemeenteraad

- Burgemeester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoofdstraffen

A
  • Geldboete
  • Gevangenisstraf
  • Hechtenis
  • Taakstraf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Doelen straf

A
  • Wraak en vergelding
  • Genoegdoening
  • Afschrikken van dader
  • Afschrikken van anderen / preventie
  • Beveiliging samenleving
  • Voorkomen eigenrichting
  • Heropvoeding dader
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vragen die de rechter zich af moet vragen voor het vonnis

A

1) Is er voldoende bewijs?
2) Is het een strafbaar feit?
3) Is de dader strafbaar?
4) Welke straf / maatregel moet er worden opgelegd?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

8 Stappen rechtzaak

A

1) De opening > Rechter
2) De aanklacht > OvJ
3) Het getuigenverhoor > Advocaat, rechter en OvJ
4) Verhoor verdachte > Eerst rechter, dan OvJ en als laatste de advocaat
5) Het requisitoir > OvJ
6) Pleidooi > Advocaat
7) Laatste woord > Verdachte
8) Uitspraak > Rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bevoegdheden politie

A
  • Staande houden
  • Bekeuring geven
  • Aanhouden
  • Vasthouden
  • Fouilleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Taken politie

A
  • Handhaven openbare orde
  • Hulpverlening
  • Opsporing
  • Preventie
  • Dienstverlening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rechten verdachten

A
  • Je bent alleen verdachte als er een redelijk vermoeden is
  • Recht te weten waarvan je verdacht word
  • Recht op een advocaat
  • Recht om te zwijgen
  • Beperkte tijd vastgehouden mogen worden
  • Recht op een eerlijk proces
  • Onschuldig tot schuldig bewezen
  • Recht om in hoger beroep te gaan
  • Zaken kunnen na een tijdje verjaren
  • Vrijgesproken worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Uitgangspunten strafrecht

A
  • Alleen strafbaar als dat in de wet staat
  • Ernst delict
  • Situatie (overmacht)
  • Achtergrond en persoonlijke eigenschappen
  • Leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Redenen ongelijke behandeling in de rechtszaal

A
  • Verschillen in inkomen, opleiding, scholing en cultuur
  • Vooroordelen
  • Grotere pakkans
  • Allochtone worden zwaarder gestraft
  • Sneller aangifte als het allochtoon is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kenmerken rechtsstaat

A

1) Grondwet
2) Grondrechten
3) Overheid houdt zich ook aan de regels
4) Onafhankelijke rechterlijke macht
5) Democratisch gekozen parlement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Maatschappelijke oorzaken criminaliteit

A
  • Slechte levensomstandigheden
  • Anonieme samenleving
  • Gelegenheid maakt de dief
  • Minder besef normen en waarden
  • Gebrek maatschappelijke bindingen
  • Eens een dief altijd een dief
17
Q

Individuele oorzaken criminaliteit

A
  • Gebrekkige opvoeding
  • Gedrags- en psychische problemen
  • Sterke groepsdruk
  • Problematisch drugsgebruik
  • Persoonlijkheidskenmerken
18
Q

Wie worden crimineel?

A
  • Lage maatschappelijke positie
  • Etnische afkomst
  • Geslacht
  • Leeftijd
19
Q

Politiestatistieken niet compleet omdat

A
  • Niet alles is ontdekt
  • Aangiftebereidheid
  • Selectieve opsporing
  • Bevolkingsopbouw en -groei
20
Q

Materiële gevolgen criminaliteit

A
  • Kosten slachtoffer
  • Hogere prijzen van producten / diensten
  • Kosten bestrijding
21
Q

Criminaliteit maatschappelijk probleem

A

1) Bedreigd maatschappelijke waarden en normen
2) Verschillende meningen
3) Massamedia beïnvloed de publieke opinie
4) Politiek probleem

22
Q

Sectors rechtbanken

A
  • Civiele sector
  • Sector bestuursrecht
  • Sector strafrecht
  • Sector kanton