liste 18 Flashcards
(123 cards)
1
Q
emotioneel
A
émotionnel, émotionnelle
2
Q
romantisch
A
romantique
3
Q
gefrustreerd
A
frustré(e)
4
Q
een depressie
A
une dépression
5
Q
hysterisch
A
hystérique
6
Q
panisch
A
panique
7
Q
de paniek
A
la panique
8
Q
een hysterie
A
une hystérie
9
Q
een emotie
A
une émotion
10
Q
een humeur
A
une humeur
11
Q
een frustratie
A
une frustration
12
Q
de stress
A
la stress
13
Q
fataal
A
fatal, fatale
14
Q
de fataliteit
A
la fatalité
15
Q
fatalist
A
fataliste
16
Q
het fatalisme
A
le fatalisme
17
Q
triest
A
triste
18
Q
het ongeluk
A
le malheur
19
Q
het geluk
A
le bonheur
20
Q
gelukkig
A
heureux, heureuse
21
Q
ongelukkig
A
malheureux
22
Q
tevreden
A
content, satisfait
23
Q
ontevreden, misnoegd
A
mécontents
24
Q
ontevredenheid, misnoegdheid
A
mécontentement (m), insatisfaction (v)
25
bevredigend
satisfaisants
26
voldoening
satisfaction
27
tevreden te stellen, voldoening te schenken
satisfaire, contenter
28
vrolijk, opgewekt
joyeux, gais
29
de vreugde
la joie
30
de vrolijkheid
la gaieté
31
opgewonden
excités
32
opwinding
excitation
33
zenuwachtig
nerveux, nerveuse
34
zenuwen
nerfs
35
gespannen
tendue
36
de spanning
la tension
37
ontroerd, aangedaan
ému
38
ontroerend, aangrijpend
émouvant
39
tranen
larmes (v)
40
verdriet
chagrin (m)
41
de droefheid
la tristesse
42
heeft spijt over, betreurt
regrette
43
spijtig, betreurenswaardig
regrettable, dommage
44
de spijt
le regret
45
het spijt me
je regrette, je suis désolé
46
een schandaal
un scandale, une honte
47
schandalig
scandaleux, honteux
48
schandelijke
honteux, scandaleux, odieux
49
schaamte
honte
50
beschaamd zijn
avoir honte
51
een schande
une honte, un scandale
52
de woede
la colère
53
zeer kwaad, razend
furieux, en colère
54
een (woede)aanval
une crise, un accès
55
een aanval (geweld)
une attaque
56
grote woede, razernij
fureur (v)
57
furore, opgang
fureur (v)
58
furore, opgang
fureur
59
rage, collectieve bevlieging
rage (v)
60
stemming, sfeer
d'ambiance (v)
61
op zijn teen getrapt
vexé
62
op z'n gemak
à son aise
63
bekommert zich, maakt zich zorgen
se soucie de / se préoccupe de / s'occupe de
64
zorgen
soucis, problèmes
65
pijnlijke, lastige
pénible, difficile
66
zorgwekkend, verontrustend
inquiétante
67
maak me zorgen
s'inquiéter => je m'inquiète
68
hinderlijke
gênantes, embarrassantes
69
generen
gêner
70
hindert
gêne, dérange
71
alleen, eenzaam
seul
72
de eenzaamheid
la solitude
73
de hoop
l'espoir (m)
74
wanhopig, hopeloos
désespéré
75
hopen
espérer
76
wanhopen
désespérer
77
ontgoocheld, teleurgesteld
déçu
78
ontgoocheling, teleurstelling
déception
79
humeurigheid, slecht humeur
mauvaise humeur (v)
80
somber, zwaarmoedig
sombre
81
met rust
tranquille
82
(gemoeds)rust
tranquillité
83
de angst, de vrees
la peur, l'angoisse, la crainte
84
bang maken
faire peur aux, inquiéter les, effrayer les
85
bang zijn, schrik hebben
avoir peur
86
vrezen
craindre
87
angstig
anxieux, anxieuse
88
angst, schrik
anxiété, peur, angoisse
89
een nachtmerrie
un chauchemar
90
iets verschikkelijks
quelque chose de terrible / quelque chose d'horrible / quelque chose d'affreux
91
haar te doen schrikken
l'effrayer, lui faire peur
92
troosten
consoler
93
pijn (aan 't hart)
de la peine
94
verdrietig maken
faire de la pein
95
moeite doen
se donner de la peine / faire un effort / faire de son mieux
96
wenen
pleurer
97
kwaad
fâchée
98
verlamd
paralysé, paralysée
99
uitgeput
épuisé
100
moeilijkheden
difficultés
101
de wanhoop
la désespoir
102
hard
dur
103
ongerust
inquiet
104
wroeging
des remords
105
het spijt me
je suis désolé, je regrette
106
geluk
de chance, de veine
107
roepen, schreeuwen
crier, hurler
108
een kreet, een schreeuw
un cri
109
zuchten
soupirer
110
een zucht
un soupir
111
brengt me in verlegenheid
m'embarrasse, me met dans l'embarras
112
bitter
amer
113
bitterheid
amertume
114
opgetogen
enchantés, ravis
115
de zenuwachtigheid
la nervosité
116
aangedaan, pijnlijk getroffen
affecté, touché
117
van streek
bouleversé
118
het moreel
le moral
119
het gevoel van onbehagen / ongemak
un malaise
120
sprakeloos
muet, sans voix, interdit
121
zijn verlegenheid
son embarras, sa gêne
122
de ontzetting
la terreur, la consternation, l'épouvante
123
in de war, van streek
troublé, confus
