LMO Anatomie centrale en perifere zenuwstelsel Flashcards

(79 cards)

1
Q

Uit welke twee delen bestaat het centrale zenuwstelsel?

A
  • De hersenen
  • Het ruggenmerg (medulla spinalis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Latijn voor ruggenmerg

A

Medulla spinalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke vier delen bestaat het perifere zenuwstelsel?

A
  • Spinale zenuwen
  • Craniale zenuwen
  • Zenuwknopen (ganglia)
  • Zenuwstelsel van de darmen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Latijn voor zenuwknopen

A

Ganglia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn spinale zenuwen?

A

Zenuwen die beiderzijds uittreden van uit de verschillende ruggenmergniveaus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat verzorgt het perifere zenuwstelsel?

A

De input en output van het centrale zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat verzorgt het centrale zenuwstelsel?

A

Het verwerken van de input en output van het perifere zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Embryonale oorsprong van het centrale zenuwstelsel

A

Neurale buis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Embryonale oorsprong van het perifere zenuwstelsel

A

Neurale lijst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de myelineschede?

A

De isolerende laag rondom axonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat produceert de myeline in het centrale zenuwstelsel?

A

Oligodendrocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat produceert de myeline in het perifere zenuwstelsel?

A

Schwann cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil in reparatie van axonen bij het CZS en PZS?

A

Axonen kunnen herstellen in het PZS, niet in het CZS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke structuur zorgt voor de hersen bloed barrière?

A

De Thight Junctions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het grootste verschil tussen gliacellen en neuronen?

A

Neuronen kunnen niet delen, gliacellen wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Synoniem: zenuwcellen

A

Neuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn gliacellen?

A

Steuncellen (zoals myeline)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de 3 meest voorkomende/belangrijkste gliacellen?

A
  • Asterocyten
  • Oligodendrocyten
  • Microglia cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Functie: asterocyten

A

Deze cellen ondersteunen de neuronen; ze helpen onder andere met energie en neurotransmitter huishouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Functie: microglia cellen

A

Dit zijn gespecialiseerde macrofaag-achtige cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Uit welke 5 onderdelen bestaan neuronen?

A
  • Cellichaam (cel stoma)
  • Dendrieten
  • Axonen
  • Axon initieel segment
  • Synapsen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Functie: dendrieten

A

Uitlopers voor het ontvangen van signalen van andere neuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Functie: axonen

A

Een lange uitloper voor de afvoer van signalen naar andere neuronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Functie: axon initieel segment

A

Hier wordt elektrische informatie wordt omgezet in actiepotentialen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Functie: synapsen
Hier wordt het signaal naar toe gegeven via het axon om het signaal door te geven
26
Welke 2 neuronen kunnen we onderscheiden door middel van anatomische kenmerken?
- Interneuronen (korte axonen) - Projectie neuronen (lange axonen)
27
Welke 3 neuronen kunnen we onderscheiden door middel van het effect op de doelcel?
- Exciterende (activerende) neuronen, zoals: Glutamaat - Inhiberende (remmende) neuronen, zoals: GABA - Modulerende neuronen regulerend effect op neuronale circuits (slaapritme
28
Telencephalon
Eindhersenen, wordt laterale ventrikels
29
Diencephalon
Tussenhersenen, wordt 3de ventrikel
30
Mesencephalon
Middenhersenen, wordt aquaduct
31
Metencephalon
Achterhersenen, wordt 4de ventrikel
32
Myelencephalon
Verlengde merg, wordt 4de ventrikel
33
Functie: 6-lagige neocortex
Denkbrein
34
Functie: hippocampus
Vorming geheugen en reukcortex
35
Hoe heten gebieden in de hersenen (algemeen)
Corticale gebieden
36
Functie: Witte stof
Zenuwcellen (cellichamen)
37
Functie: Grijze stof
Cellichamen van de zenuwcellen
38
Functie: Corpus callosum
Verbindt de linker en rechter hersenhelft
39
Functie: Amygdala
Regulatie van emotie
40
Functie: Basale ganglia
Die zijn betrokken bij regulatie van motoriek
41
Functie: Capsula interna
Hierin liggen de afdalende banen van de cortex naar de rest van de hersenen.
42
Hoe loopt de verbinding (de 2 zenuwbanen) via de Capsula interna naar het ruggenmerg
Een deel van de capsula interna wordt gevormd door de cortico-spinale baan die vanuit de motorische cortex via de pedunculi cerebri en de piramide baan naar het ruggenmerg loopt
43
Functie: Thalamus
Dit is een schakelstation voor sensorische en motorische informatie van en naar de cortex toe.
44
Functie: Epifyse
Produceert hormoon melatonine, dat een rol speelt bij dag- en nacht ritme.
45
Hypothalamus:
Ligt onder de thalamus en is belangrijk voor het regelen van metabole processen; - via aansturing van het autonome zenuwstelsel - via hormonen die via de hypofyse in de bloedbaan komen
46
Wat is de Charisma opticus
De kruising van de oogzenuwen
47
Door wat wordt de hersenstam gevormd?
Mesencephalon
48
Wat is de pons
Deel van de hersenstam die voor de verbinding tussen de cortex en het cerebellum zorgt.
49
Wat is de Medulla Oblongata
Deel onder de hersenstam waar kruising plaats vindt.
50
Pedunculi cerebri
Een belangrijke afdalende vezelbaan met axonen die van de cortex naar de hersenstam en het ruggenmerg lopen
51
Hoe loopt de Pedunculi cerebri
Loopt door naar de pons via de pyramide baan
52
Colliculi inferior
Vormen een schakelstation voor de verwerking van geluidsinformatie.
53
Colliculi superior
Zijn betrokken bij het verwerken van visuele informatie en spelen een rol bij de aansturing oogbewegingen.
54
Wat zijn craniale zenuwen?
Zenuwen die het brein direct verlaten en niet door de wervelkolom lopen
55
Welke hersenzenuwen zijn deels motorisch?
n.III, n.IV, n.VI, n.XI, en n.XII
56
Welke hersenzenuwen zijn gemengd sensorisch en motorisch?
n.V, n.VII, n.IX, n.X
57
Welke hersenzenuwen hebben ook een parasymphatische output?
n.III, n.VII, n.X
58
Functie n. Trigeminus (n. V)
Die bestaat naast de motorische component naar kauwspieren, vooral bestaat uit somato-sensibele zenuwen (tastzin, pijn, temperatuur, proprioceptie) uit het aangezicht en mond- en neusholte.
59
Wat is de grootse functie van de n. Vagus (n. X)?
Vooral parasympatische axonen die zorgen voor de aansturing van borst en buikorganen?
60
Functie: vierde ventrikel
Afvoeren hersenvocht
61
Latijn: Wervelkolom
Canalis vertebralis
62
Wat zijn Foramina intervertebralis?
Hierin liggen de spinale ganglia (foramen, dus gat)
63
Welke soort zenuwcellen in de ventrale hoorn?
Motorische neuronen
64
Welke soort zenuwcellen in de dorsale hoorn?
Sensorische neuronen
65
Wat vormen de afdalende lumbale en sarcale zenuwen?
De paardenstaart / Cauda equina
66
Wat is Lumbale en cervicale intumescenties?
De segmenten die bij dikke spinale zenuwen voor armen (C5-T1) en benen (L3-S1) behoren, hebben grotere diameters, en bevatten een grotere hoeveelheid motorische neuronen
67
Uit welke segmenten bestaat het ruggenmerg?
* 8 Cervicale Spinale neuronen (maar 7 wervels door oriëntatie somieten) * 12 Thoracale Spinale neuronen / wervels * 5 Lumbale Spinale neuronen / wervels * 5 Sarcale Spinale neuronen / ‘wervels’
68
Er zijn twee belangrijke opstijgende systemen voor aanvoer van somato-sensibele informatie naar de hersenschors, welke?
- Het dorsale kolom systeem - Anterolaterale systeem
69
Wat is het systeem voor gnostische sensibiliteit?
Dit is voor tast en proprioceptieve informatie.
70
Wat is het anterolaterale systeem?
Systeem voor vitale sensibiliteit, gevoel voor pijn en temperatuur.
71
Wat is het verschil in myelinisering tussen het anterolaterale en dorsale systeem
- Het dorsale kolom systeem: Veel gemyeliniseerd - Anterolaterale systeem: Weinig gemyeliniseerd
72
Wat is de pyramidebaan?
Hierin lopen de afdalende axonen van neuronen in de motorische cortex naar het ruggenmerg. Deze axonen projecteren in het ruggenmerg zowel direct op de motorische neuronen als op interneuronen
73
Verschil in kruisen: Pyramidebaan, gnostisch en vitaal systeem
Pyramidebaan & Gnostisch: kruisen in het verlengde merg (medulla oblongata),
74
Waar wordt hersenvocht gemaakt?
Plexus choriodeus
75
Liquor stroomt via het vierde ventrikel naar ....
De subacrachnoidale ruimte
76
Benoem de hersenvliezen van buiten naar binnen
* De dura mater (hard hersenvlies) * De arachnoïdea (spinnenwebvlies) * De pia mater (zacht hersenvlies)
77
Welke twee tussenschotten zijn er in de hersenen
- Falx cerebri - Tentorium cerebelli
78
Uit welke twee delen bestaat het Tentorium cerebelli?
Infratentorieel & Supratentorieel deel
79
Functie: Sinus sagittalis superior
Het hersenvocht komt uiteindelijk boven in de schedel terecht, in de sinus sagittalis superior, waar het door cellen wordt opgenomen