Longen Flashcards
(28 cards)
Hypoventilatie
pO2 daalt
pCO2 stijgt
pH daalt
RESPIRATOIRE ACIDOSE
Hyperventilatie
pO2 stijgt
pCO2 daalt
pH stijgt
RESPIRATOIRE ALKALOSE
Koolstofmonoxide vergiftiging (Carboxyhemoglobine)
- CO bindt aan Fe2+ en verdringt hiermee O2
- De affiniteit van CO voor Hb is 250x groter dan van O2 voor Hb
- Als 1 Heem molecuul CO gebonden heeft. dan laten de overige heemgroepen moeilijke zuurstof los
- Als gevolg van verstoring van het 2,3 BPG-evenwicht
Perifere chemoreceptoren
- Meten PaO2, PaCO2, PaH+
- Bevinden zich in de glomuscellen in de carotid bodies in de a. carotis, en carotid bodies binnenbocht aortaboog
- Vooral gevoelig voor verandering O2
Centrale chemoreceptoren
- Meten de PaCO2 (via de pH van de BECF; brain extracellulair fluid)
- Toename in PaCO2 leidt tot acidose
- Deze receptoren geven informatie door naar het ademhalingscentrum in de medulla
- Ademhaling wordt versterkt bij PaO2-daling, PaCO2 stijging, pH- daling
Ademhalingscentrum
Ritmeregulatie van ademhaling
2 groepen:
- Dorsal Respiratory Group (DRG): inspiratie/sensorisch
- Ventral Respiratory Group (VRG): inspiratie/expiratie en sensorisch + motorisch
Hoog pons
- Vagus Intact:
- Vagus doorgesneden:
Midden pons
- Vagus Intact:
- Vagus doorgesneden:
Hoog Medulla
- Vagus Intact:
- Vagus doorgesneden:
Laag Medulla
- Vagus Intact:
- Vagus doorgesneden:
Hoog pons
- Vagus Intact: Eupneu
- Vagus doorgesneden: Diep en langzamer
Midden pons
- Vagus Intact: Dieper
- Vagus doorgesneden: Apneusis
Hoog Medulla
- Vagus Intact: Onregelmatig
- Vagus doorgesneden: Onregelmatig
Laag Medulla
- Vagus Intact: Apneu
- Vagus doorgesneden: Apneu

Normaalwaarden bloedgassen
- pH
- PaO2
- PaCO2
- HCO3-
Normaalwaarden bloedgassen
- pH => 7.35-7.45
- PaO2 => 80-100 mmHg
- PaCO2 => 35-45 mmHg
- HCO3- => 22-26
Een patient bekend met type I diabetes mellitus ontwikkelt een ketoacidose, die gedeeltelijk wordt gecompenseerd. Bij deze respiratoire compensatie spelen zowel perifere als centrale chemoreceptoren een belangrijke rol.
Geef zo nauwkeurig mogelijk aan waar de perifere chemoreceptoren zich bevinden?
- Glomuscellen in carotic bodies in de a. carotis
- Aortic bodies in de binnenbocht van de aortaboog
Wat gebeurt er als je sneller gaat ademen?
- Frequentie stijgt
- Vt (teugvolume) daalt
- Va (alveolair volume) daalt
- Vd (dode ruimte volume) stijgt
V’/Q’
- Ventilatie/Perfusie = doorbloeding
- Dode ruimte; oneindig, want Q = 0
- Shunt, geen ventilatie, wel doorbloeding, want V = 0

Ventilatie/Perfusie
- Apicaal (boven in long)
- Basaal (onder in long)
Ventilatie/Perfusie
- Apicaal (boven in long) = >1, want overschot aan ventilatie
- Basaal (onder in long) = <1, want overschot aan perfusie
Ventilatie en Perfusie
- Apicaal (boven in long)
- Basaal (onder in long)
Ventilatie en Perfusie
- Apicaal (boven in long) = KLEIN
- Basaal (onder in long) = GROOT

Wat is groter bij de longbasis (basaal)?
Ventilatie of Perfusie
Perfusie
Perfusie is groter dan de ventilatie
ondergeventileerd
Wat is groter bij de longtop (apicaal)?
Ventilatie of Perfusie
Ventilatie
Ventilatie is groter dan perfusie
Overgeventileerd
Ventilatie-perfusie in liggende houding
Ventilatie en perfusie aan rugzijde het grootst
Ventilatie-perfusie verhouding bij beademing
- Ventilatie buikzijde het grootst
- Perfusie rugzijde het grootst
- Ventilatie-perfusie ongelijkmatigheid
Ademmechanica
Inspiratie (actief proces)
- Diafragma: naar beneden en spant aan
- Externe intercostaalspieren: trekken ribben omhoog
- Hulpademhalingsspieren: alleen bij inspanning, geforceerde ademhaling en benauwdheid
Ademmechanica
Expiratie (passief proces)
Geen expiratiespieren
- want FRC-evenwicht
- Longen zijn met thorax verbonden via pleuraholte
- De longen trekken iets naar binnen
- De thorax trekt naar buiten
- Wanneer ze beide even hard trekken = FRC-evenwicht
Wel expiratiespieren, indien:
- Onder FRC-evenwicht
- Arbeid, geforceerde ademhaling
- Interne intercostaalspieren, spieren buikwand
Stugheid van longweefsel
- Emfyseem
Emfyseem (V groot, P klein)
- Grote compliantie
- Kleine elastantie
Stugheid Fibrose
Fibrose (V is klein, P is groot)
- Kleine compliantie
- Grote elastantie
Arbeid van longweefsel
Emfyseem
- Slap longweefsel
- Elastische arbeid laag
- Stroomarbeid hoog
- Compliantie laag
- Elastantie hoog
- Ademen langzaam en diep om de stroomarbeid te verlagen
- Teugvolume hoog frequentie laag, FRC en TLC verhoogd
Zittend
V’/Q’ = zittend + Fz → het grootst in longtop
Zittend → ventilatie kleinst in top longen
Zittende + Fz → ventilatie grootst in basis longen → want kleinere volume alveoli
Zittend + Fz → perfusie grootst in basis longen
