MAR Flashcards

(95 cards)

1
Q

Leasing van vaste activa

A

25

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

20

A

oprichtingskosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bezoldigingen

A

62

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

70

A

omzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

74

A

huurinkomsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

61

A

Diverse kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

24

A

meubilair en rollend materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

voorraad onroerende goederen bestemd voor verkoop

A

35

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

47

A

uitkeren van winst aan aandeelhouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

26

A

overige vaste activa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

installaties en machines

A

23

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

eigen aandelen

A

51

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

45

A

Schulden m.b.t. op belastingen en bezoldigingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

46

A

uitgaande voorschot aan de klant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voorraad half afgewerkt product

A

32

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

41

A

vorderingen op de overheid (te veel betaalt terugvragen aan de fiscus) en rekening courant bestuurder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

voorraad handelsgoederen

A

34

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

28

A

Financiële vaste activa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

14

A

winst/verlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

niet recurrente opbrengsten

A

76

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

31

A

voorraad hulpstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

42

A

schulden op minder dan een jaar van een financiële instelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

voorschotfactuur voor vaste activa

A

27

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

meubilair en rollend materiaal

A

24

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
voorraad afgewerkt product
33
26
44
Leveranciers
27
bank instelling die in het rood staat
43
28
34
voorraad handelsgoederen
29
kapitaal
10
30
vorderingen op de overheid (te veel betaalt terugvragen aan de fiscus) en rekening courant bestuurder
41
31
voorraad hulpstoffen
31
32
winst/verlies
14
33
vorderingen op meer dan een jaar
29
34
Diverse kosten
61
35
40
vorderingen op minder dan een jaar
36
aankopen handelsgoederen, grondstoffen, hulpstoffen
60
37
17
Schulden op meer dan een jaar van financiële instellingen
38
66
niet - reccurente kosten = uitzonderlijke kosten ( als het minder waard is of wordt dan dat het was in de activa bv brand) bv: Je hebt een auto van 100.000 euro en er wilt iemand die kopen voor 8000 dan is u 2000 de uitzonderlijke kost. Verkoop lager dan boekwaarde in boekhouden
39
62
bezoldigingen
40
22
terreinen en gebouwen
41
57
kassen
42
diverse schulden, rekening courant bestuurder
48
43
omzet
70
44
29
vorderingen op meer dan een jaar
45
uitkeren van winst aan aandeelhouders
47
46
32
voorraad half afgewerkte producten
47
77
terugkrijgen van de vennootschapsbelasting
48
immateriele vaste activa
21
49
52
vast renderende effecten
50
65
financiële kosten
51
33
voorraad afgewerkt product
52
bank
55
53
niet recurrente kosten = uitzonderlijke kosten ( als het minder waard is of wordt dan dat het was in de activa bv brand) bv: Je hebt een auto van 100.000 euro en er wilt iemand die kopen voor 8000 dan is u 2000 de uitzonderlijke kost. Verkoop lager dan boekwaarde in boekhouden
66
54
11
inbreng
55
53
termijndeposito's
56
35
voorraad onroerende goederen bestemd voor verkoop
57
vast renderende effecten
52
58
oprichtingskosten
20
59
23
installaties en machines
60
51
eigen aandelen
61
63
afschrijvingen + waardevermindering
62
reserves
13
63
voorraad grondstoffen
30
64
21
immateriele vaste activa
65
76
niet recurrente opbrengsten
66
overige vaste activa
26
67
43
bank instelling die in het rood staat
68
13
reserves
69
64
verkeersbelasting, onroerende voorheffing op gebouwen
70
30
voorraad grondstoffen
71
27
voorschotfactuur voor vaste activa
72
verkeersbelasting, onroerende voorheffing op gebouwen
64
73
afschrijvingen + waardevermindering
63
74
Schulden op meer dan een jaar van financiële instellingen
17
75
25
Leasing van vaste activa
76
vorderingen op minder dan een jaar
40
77
schulden op minder dan een jaar van een financiële instelling
42
78
60
aankopen handelsgoederen, grondstoffen, hulpstoffen
79
67
vennootschapsbelasting
80
vennootschapsbelasting
67
81
Schulden m.b.t. op belastingen en bezoldigingen
45
82
36
voorschot facturen voor voorraad
83
huurinkomsten
74
84
75
financiële opbrengst
85
48
diverse schulden, rekening courant bestuurder
86
Financiële vaste activa
28
87
termijndepositos
53
88
10
kapitaal
89
55
bank
90
Leveranciers
44
91
kassen
57
92
inbreng
11
93
terreinen en gebouwen
22
94
financiële kosten
65
95
financiële opbrengst
75