Matrices En Stelsels: H1 Matrices Flashcards

1
Q

Vierkante matrix

A

Een matrix met evenveel rijen als kolommen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Diagonaalmatrix

A

Een vierkante matrix waarvan de elementen die niet op de hoofddiagonaal staan, 0 zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Symmetrische matrix

A

Een vierkante matrix waarbij de elementen die symmetrisch liggen tov de HD, gelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rijmatrix

A

Een matrix met slechts 1 rij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kolommatrix

A

Een matrix met slechts 1 kolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nulmatrix

A

Een matrix waarvan alle elementen 0 zijn, en worden genoteerd als 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gelijke matrices

A

Matrices met dezelfde dimensie en gelijke overeenkomstige elementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gelijksoortige matrices

A

Matrices met dezelfde dimensie, zonder dat de overeenkomstige elementen gelijk moeten zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Optelbare matrices

A

= gelijksoortige matrices

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Optellen van matrices [def]

A

Als A, B € R^mxn, dan is C = A + B € R^mxn met cij = aij + bij voor elke i en j

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

A + B =

A

B + A [commutatief]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(A + B) + C =

A

A + (B + C) [associatief]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

A + 0 =

A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

A + (-A) =

A

0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vermenigvuldigen van een matrix met een getal [def]

A

Als A € R^mxn en r € R, dan is C = r . A € R^mxn met cij = r . aij voor elke i en j

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

r . (A + B) =

A

r . A + r . B [distributief]

17
Q

(r + s) . A =

A

r . A + s . A [distributief]

18
Q

(r . s) . A =

A

r . (s . A) [gemengd associatief]

19
Q

Vermenigvuldigen van matrices [def]

A

Als A € R^mxn en B € R^nxp, dan geldt: C = A . B € R^mxp met cij = ai1 . b1j + … + ain . bin voor elke i en j

20
Q

Commuterende matrices (=commuteerbare matrices)

A

Als A . B = B . A

21
Q

(A . B) . C =

A

A . (B . C) [associatief]

22
Q

A . (B + C) =

A

A . B + A . C [distributief]

23
Q

(A + B) . C =

A

A . C + B . C [distributief]

24
Q

r . (A . B) =

A

(r . A) . B =
A . (r . B) [gemengd associatief]

25
Q

Eenheidsmatrix

A

Een diagonaalmatrix waarvan de diagonaalelementen 1 zijn

26
Q

In

A

Eenheidsmatrix van de n-de orde

27
Q

I . A =

A

A . I =
A

28
Q

A^m . A^n =

A

A^m+n

29
Q

(A^m)^n =

A

A^m.n

30
Q

Getransporteerde matrix (A^T)

A

De matrix die ontstaat door de rijen en kolommen onderling te wisselen

31
Q

(A + B)^T =

A

A^T + B^T

32
Q

(r . A)^T =

A

r . A^T

33
Q

(A . B)^T

A

B^T . A^T

34
Q

Als A = symmetrische matrix, dan is A^T =

A

A

35
Q

Overgangsmatrix

A

Een matrix die overgangen weergeeft

36
Q

Migratiematrix

A

Overgangsmatrix met migraties

37
Q

Graaf

A

Pijlenschema

38
Q

Lesliematrix

A

Matrix om de evolutie van populaties te beschrijven