MAW H1 & H2 V4 Flashcards

(58 cards)

1
Q

identiteit

A

het beeld dat iemand over zichzelf heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Referentie kader

A

geheel van kennis, ideeen, overtuigingen en ervaringen waaruit iemand denkt en handelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

aspecten identiteit

A

persoonlijke,sociale en collectieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

persoonlijke identiteit

A

het beeld dat iemand over zichzelf heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sociale identiteit

A

identiteit in je eigen groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

collectieve identiteit

A

het beeld dat mensen hebben van je groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Interne collectieve identiteit

A

zelfbeeld van groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

externe

A

samenleving beeld van groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

socialisatie

A

proces van overdracht van cultuur door opvoeding opleiding en omgang met andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

proces van verwerving

A

mensen maken cultuur eigen van groep door normen en waarden van groep over te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

proces van overdracht

A

mensen brengen cultuur van groep over aan nieuwkomers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

socilatoren

A

ouders, docenten, vrienden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

internaliseren

A

ze maken cultuur eigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

primaire socialisatie

A

mensen die verbonden zijn door primaire groep ouders, vrienden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

secundaire socialisatie

A

formele socialisatie, school, werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

tertiare socialisatie

A

anoniem, social media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

politieke socialisatie

A

politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

enculratie

A

iemand leert de cultuur waarin hij geboren is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

acculteratie

A

aanleren cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

waarden

A

idealen, vrijheid en gelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

opvattingen

A

ideeen die passen in een groter geheel van opvattingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

voorstellingen

A

beelden en ideeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

uitdrukkingsvormen

A

symbolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

normen

A

regels die horen bij waarden

25
instituties
gedragsregels
26
immatierale objecten
niet zien, wel belangrijk
27
materiele aspecten
tastbaar
28
dominante cultuur
taal, politiek, recht en economie
29
subculturen
kleinere culturen die passen in de dominante cultuur
30
tussenculturen
oude cultuur verdrongen door nieuwe cultuur
31
tegencultuur
tegen dominante cultuur
32
economisch kapitaal
inkomen en bezittingen
33
sociaal kapitaal
connecties, netwerken en respect
34
cultureel kapitaal
kennis, houdingen en opvattingen
35
egalitaire gezin
taken verdeelt in huis
36
geinvidueeld gezin
economisch en emotioneel individueler
37
globalisering
over land grenzen heen
38
sociale ongelijkheid
verschillen in mensen zorgen voor ongelijkheid in hun positie in de maatschappij
39
maatschappelijke ladder
lagen van maatschappij bij elkaar
40
sociale mobaliteit
dalen of stijgen op ladder
41
positie toewijzing
maatschappelijke oorzaken die er voor zorgen dat iemand ergens op de ladder staat
42
gesloten samenleving
weinig sprake van sociale mobilatieit
42
positie verwerving
mensen krijgen hun positie door hun eigen bijdrage
43
open samenleving
wel sociale mobialiteit
44
dilemma van collectieve actie
keuze om wel of niet mee te werken
45
freeriders
doen niet mee met collectieve actie
46
macht
hulp voor bepaald doel
47
affectieve macht
gevoel of emoties
48
cognitieve
kennis
49
economisch
geld
50
politieke
overheid
51
machtsevenwicht
weinig macht verschillen
52
machtsvacuum
machtige groep minder macht
53
hegemonie
groep macht overwicht
54
gezag
legitieme macht
55
microniveau
gezin
56
mesoniveau
school
57
macroniveau
overheid, geloof