meertaligheid Flashcards
(100 cards)
geheid (nl)
sowieso
9-12 voormiddag
belgsich
marktkramer
marktkoopman
superhandig (vl)
hartstikke (nl)
gedroogd
geföhnd
z wordt uitgesproken als s
nederlands-nederlands
moeten hebben geïnstalleerd (nl)
moeten geïnstalleerd hebben (vl)
föhn (nl)
haardroger
bankkaart
pinpas
ben je druk (nl)
heb jij het druk (vl)
confituur
jam
kassaticket
kassabon
met je .. in de boter vallen (nl)
neus
botten met nestels (vl)
laarzen met veters
repareren
herstellen
kassabon
kassaticket
belangrijk verschil tussen nl en vl
herkenbare tongval
verlangen
verwachten
… stijf houden (nl)
poot
harde g
nederlands-nederlands
v wordt uitgesproken als f
nederlands-nederlands
eindletter van dat, wat … wordt niet uitgesproken
belgisch
jam
confituur
De kandidaat zal doorgaaan ( nederland)
overuruen maken