Mente COPY Flashcards

1
Q

In welk werelddeel ligt Egypte?

A

Egypte ligt in het werelddeel Afrika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is nu de hoofdstad van Egypte?

A

De hoofdstad van Egypte is Caïro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was in de tijd van de Egyptenaren de hoofdstad van Egypte?

A

In de tijd van de Egyptenaren was Alexandrië de hoofdstad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is Egypte een koninkrijk of een republiek?

A

Egypte is een republiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Heeft Egypte een president of een koning?

A

Het land heeft een president en geen koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noemen we het volk van Egypte?

A

Egyptenaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer is het volk ‘de Egyptenaren’ ontstaan?

A

Het volk van de Egyptenaren is rond 3300 V. Chr. ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar woonden de Egyptenaren vooral?

A

De Egyptenaren woonden vooral langs de rivier de Nijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat de papyrusplant?

A

De papyrusplant bestaat uit een steel met daaraan bladeren en wortels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar groeit de papyrusplant?

A

De papyrusplant groeit langs de oever van een rivier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zit er in de steel van de papyrusplant?

A

Merg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvoor gebruikt de papyrusplant zijn merg?

A

De papyrusplant gebruikt zijn merg om voedsel te vervoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarvoor gebruikten de Egyptenaren het merg van de papyrusplant?

A

De Egyptenaren gebruikten het merg van de papyrusplant om papier van te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waren papyrusvellen duur of goedkoop?

A

Papyrusvellen waren duur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie schreven er op papyrusvellen?

A

Alleen schrijvers schreven op de dure papyrusvellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarop schreven studenten?

A

Studenten schreven op potscherven of houten tabletten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de flora?

A

De flora is het plantenrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de fauna?

A

De fauna is het dierenrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wie is de god van de dood?

A

Anubis is de god van de dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wie is Anubis (of anoebis)?

A

Anubis is de god van de dood

Anubis is de god van het mummificeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe ziet Anubis er uit?

A

Anubis heeft de kop van een jakhals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wie is Bastet?

A

Bastet is de godin van de vruchtbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wie is de godin van de vruchtbaarheid?

A

De godin van de vruchtbaarheid is Bastet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe werd Bastet afgebeeld?

A

Bastet werd als een kat afgebeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is een scarabee?

A

De scarabee is een heilig dier en stond symbool voor de ondergaande zon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Welk klimaat heeft Egypte?

A

Egypte heeft een woestijnklimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welke planten groeien bij de Egyptische Nijl?

A

De papyrus en de lotus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welke dieren kwamen in Egypte voor?

A

In Egypte kwamen olifanten en berberleeuwen voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Welk dier komt nog steeds, maar wel steeds minder voor?

A

De nijlkrokodil komt steeds minder voor in Egypte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat zijn piramiden?

A

De piramiden waren grafmonumenten voor de farao’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wanneer werden de piramiden gebouwd?

A

De piramiden werden rond 2500 jaar voor Christus gebouwd

32
Q

Hoeveel piramiden zijn bewaard gebleven?

A

Er zijn ongeveer 80 piramiden bewaard gebleven

33
Q

Wat is de bekendste piramide?

A

De bekendste piramide is de piramide van Cheops

34
Q

Waar is de piramide van Cheops?

A

De piramide van Cheops is bij Gizeh

35
Q

Waar werd de mummie in gedaan?

A

De mummie werd in een sarcofaag in de grafkamer van de piramide bijgezet

36
Q

Waarmee werd de koningskamer ook gevuld?

A

De koningskamer werd ook gevuld met (gouden) voorwerpen en voedsel

37
Q

Waarvoor diende de sfinx?

A

De sfinx diende als een beschermer van de piramide

38
Q

Welke soorten piramiden ken je?

A

Mastabagraf
Trappiramide
Knikpiramide
Piramide

39
Q

Hoe heeft het schrift van de Egyptenaren?

A

De Egyptenaren schreven met behulp van hiërogliefen

40
Q

Wat zijn hiërogliefen?

A

Hiërogliefen zijn tekeningen die woorden of klanken uitbeelden

41
Q

Wie heeft de hiërogliefen ontcijferd?

A

Het lukte de Fransman Jean-François Champollion om ze te ontcijferen

42
Q

Waarmee lukte het de Fransman Jean-François Champollion om de hiërogliefen te ontcijferen?

A

Het lukte de Fransman Jean-François Champollion om de hiërogliefen te ontcijferen met de steen van Rosetta

43
Q

Wanneer lukte het de Fransman Jean-François Champollion om de hiërogliefen te ontcijferen met de Steen van Rosetta?

A

Het lukte de Fransman Jean-François Champollion in 1822 om de hiërogliefen te ontcijferen met behulp van de Steen van Rosetta

44
Q

Wat is de Steen van Rosetta?

A

Dat is de steen waarmee het de Fransman Jean-François Champollion in 1822 lukte om de hiërogliefen te ontcijferen. Op de Steen van Rosetta stond een tekst met dezelfde inhoud in drie talen:
Het Oudgrieks
Het Demotisch
Het Egyptische hiërogliefenschrift

45
Q

Welke talen stonden er op de Steen van Rosetta

A

Het Oudgrieks
Het Demotisch
Het Egyptische hiërogliefenschrift

46
Q

Waar geloofden de Egyptenaren heilig in?

A

De Egyptenaren geloofden heilig in hun goden

47
Q

Hoe zagen de goeden van de Egyptenaren er uit?

A

De goden hadden vaak het lichaam van de mens en een dierenkop

48
Q

Had iedere god een eigen taak?

A

Ja, iedere god had een eigen taak

49
Q

Wie is Horus?

A

Horus is verbonden met de farao, hemelgod

50
Q

Wie is Re?

A

Re (ook wel Ra of Amon genoemd) is de zonnegod

51
Q

Noem drie beroemde goden

A

Horus
Re (ook wel Ra of Amon)
Anubis

52
Q

Noem drie beroemde goden en welke god ze zijn

A

Horus: hemelgod
Re: zonnegod
Anubis: god van de dood en van het mummificeren

53
Q

Waar ligt Egypte in?

A

Egypte ligt in de grootste zandwoestijn ter wereld

54
Q

Hoe heet de grootste zandwoestijn ter wereld waar Egypte in ligt?

A

De grootste zandwoestijn ter wereld waar Egypte in ligt heet de Sahara

55
Q

Hoe warm kan het overdag in Egypte worden?

A

Overdag kan het wel 50 graden Celsius worden

56
Q

Wordt het ook wel eens koud in Egypte?

A

Ja, het kan in Egypte in de nacht zelfs vriezen

57
Q

Hoe wordt een klimaat gemeten?

A

Een klimaat wordt gemeten over een periode van 10 jaar, waarbij het weer nauwkeurig wordt ingehouden en opgeschreven

58
Q

Wat voor klimaat heeft Nederland?

A

Nederland heeft een zeeklimaat

59
Q

Wat betekent het dat we een zeeklimaat hebben in Nederland?

A

In Nederland hebben we geen warme zomers, maar ook geen koude winters

60
Q

Is de slang een koudbloedig of een warmbloedig dier?

A

De slang is een koudbloedig dier.

61
Q

Wat is de lichaamstemperatuur van de slang?

A

De lichaamstemperatuur van de slang is gelijk aan de temperatuur buiten.

62
Q

Hoe warmt de slang op?

A

De slang gebruikt de zon als kachel.

63
Q

Hoe vaak per jaar kan een slang vervellen?

A

Een slang kan wel 12 keer per jaar vervellen.

64
Q

Waar gebruikt de slang zijn tong voor?

A

De slang gebruikt zijn tong om te ruiken.

65
Q

Hoe ruikt een slang?

A

De slang gebruikt zijn tong om te ruiken

66
Q

Noem een slang die in Egypte leeft

A

In Egypte leeft de Egyptische cobra

67
Q

Waar leeft de Egyptische cobra?

A

De Egyptische cobra leeft in Egypte onder de mensen

68
Q

Is de Egyptische cobra giftig?

A

Ja, de Egyptische cobra is giftig

69
Q

Hoe gaat het proces van mummificeren?

A

Het mummificeren gaat in vier stappen:

  1. De ingewanden (maag, longen, lever, darmen) werden uit het lichaam gehaald en in vier canopen (grafvazen) bewaard. Het hart bleef in het lichaam.
  2. De hersenen werden verwijderd en het hoofd werd gevuld met hars.
  3. Het lichaam werd in het zout gelegd om het vocht uit het lichaam te verwijderen.
  4. Het lichaam werd met mummie-olie behandeld en in doeken gewikkeld en in een sarcofaag gedaan.
70
Q

Wat werd bij het mummificeren uit het lichaam gehaald?

A

De ingewanden (maag, longen, lever, darmen) en de hersenen werden uit het lichaam gehaald.

71
Q

Werd het hart uit het lichaam gehaald bij mummificeren?

A

Bij het mummificeren bleef het hart in het lichaam

72
Q

Waar werden de ingewanden bewaard bij het mummificeren?

A

De ingewanden (maag, longen, lever en darmen) werden bijneemt mummificeren in vier canopen (grafvazen) bewaard.

73
Q

Wat zijn canopen?

A

Canopen zijn grafvazen waar de ingewanden (maag, longen, lever, darmen) in werden bewaard.

74
Q

Waar werd bij het mummificeren het hoofd mee gevuld?

A

Bij het mummificeren werd het hoofd gevuld met hars.

75
Q

Waarom werd bij het mummificeren het lichaam in zout gelegd?

A

Het lichaam werd bij het mummificeren in het zout gelegd om het vocht uit het lichaam te verwijderen

76
Q

Wat is de laatste stap van het mummificeren?

A

Als laatste stap van het mummificeren werd het lichaam met mummie-olie behandeld en in doeken gewikkeld en in een sarcofaag gedaan.