Methoden in PID Flashcards
(35 cards)
S-data
zelfrapportering
O-data
Observeerdersrapportering
T-data
Testgegevens
L-data
Levensgegevens (life data)
Variabelen
Een kenmerk dat verschillende waarden kan aannemen
Kwantitatieve variabele
Waarden drukken verschil uit in gradatie
Kwalitatieve variabele
Waarden drukken verschillende soorten/groepen uit
Soorten verbanden (3)
Kwalitatief-kwalitatief
Kwalitatief-kwantitatief
Kwantitatief-kwantitatief
r > 0 (richting verband)
Positieve samenhang
r < 0
Negatieve samenhang
Correlatie is afhankelijk van (2)
He gemiddelde
De standaarddeviatie
Sterkte van verband (2)
Vuistregels van Cohen 1988
Verklaarde variantie
Soorten correlatie (6)
O-correlatie P-correlatie Q-correlatie R-correlatie S-correlatie T-correlatie
O-correlatie
Tussen momenten over variabelen
P-correlatie
Tussen variabelen over momenten
R-correlatie
tussen variabelen over personen
S-correlatie
Tussen personen over momenten
T-correlatie
Tussen momenten over personen
Factor analyse
Statistische techniek die toelaat verbanden tussen groter aantal variabelen inzichtelijk te maken aan de hand van kleiner aantal variabelen
Betrouwbaarheid
Mate waarin een bepaalde maat een betrouwbare meting is
Test-hertest betrouwbaarheid
correlatie tussen test op twee verschillende momenten
Interne consistentie
Mate waarin items van dezelfde test onderling correleren
Interbeoordeelaars betrouwbaarheid
Correlatie tussen scores van verschillende beoordeelaars
Validiteit
Mate waarin een test meet wat het beoogt te meten