MIC Flashcards
(23 cards)
Brekingsindex
De mate waarin licht afbuigt bij verandering van medium.
Resolutie
De mate waarin twee losse punten nog afzonderlijk kunnen worden waargenomen (=oplossend vermogen)
Contrast
De mate waarin een de intensiteit van een object met dat van zijn achtergrond.
Scherptediepte
De afstand tussen de dichtstbijzijnde en verste punten die acceptabel scherp worden afgebeeld.
DNA-hybridisatie
Het samenvoegen van 2 complementaire DNA strengen tot een dubbele helix. Vergelijken van het DNA van twee verschillende organismen.
Generatietijd
Hoelang het duurt voordat de cel zich gedeeld heeft
Lipopolysacchariden
Grote moleculen die bestaan uit een lipide en een polysaccharide. Komen voor in het buitenmembraan van gram-negatieve bacteriën. Het zijn endotoxinen. Veroorzaken sterke immuunreactie bij mensen en dieren.
Decimale reductietijd
De tijd die nodig is om 90% van de bacteriën te laten sterven.
Met welke middel verwijder je sporen?
Glutaraldehyde
De groeifasen
Lag - Log - Stationair - Afstervingsfase
Organotroof
Organisme dat de energiebehoefte verkrijgt uit chemische omzettingen van organische stoffen.
Mesofiel
Groeien optimaal tussen 15 en 50 graden
Thermofiel
Groeit boven 45 graden (meestal bacteriën of archea)
Psychrofiel
Groeit bij -20 tot +10 graden.
Psychrotroof
Groeit bij 20-30 graden.
Glycolyse
Een proces waarbij glucose, mbv enzymen, in de cellen van een organisme in 10 stappen wordt afgebroken tot pyrondruivenzuur. (vind plaats in cytoplasma vd cel)
Facultatief aeroob
Een organisme dat met en zonder zuurstof kan leven.
Faag
Een klein virus dat alleen een specifieke bacterie infecteert.
Prototroof
Micro-organisme dat zelf in staat is om alle complexe bestanddelen te maken uit een eenvoudig substraat.
Auxotroof
Heeft niet het vermogen oma zelf een bepaalde voedingsstof te maken. En heeft deze dus nodig van buitenaf.
Sterilisatie
Removal van alle micro-organismen en virussen.
Steriel
Vrij van alle levensvatbare microben, inclusief endoscopen en virussen.
Desinfectie
Eliminatie van de meeste pathogenen. Na desinfectie kunnen er een aantal levensvatbare microben overblijven.,
