Midden-oosten Flashcards

1
Q

Bevolkingsspreiding

A

Geeft de verhouding aan tussen het aantal inwoners en oppervlakte van gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Natuurlijke hulpbron

A

Alle in de natuur aanwezige stoffen die onmisbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bevolkingsdichtheid

A

Hoeveel mensen per km er wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cultuur

A

Alles wat je hebt aangeleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cultuurgebied

A

Een cultuurgebied deelt de zelfde cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geopolitiek

A

Als een land macht uitoefent door zijn ligging of vanwege zijn voorraad natuurlijke hulpbronnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welvaart

A

Hoe rijk een land is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bnp per inwoner

A

Bruto nationaal product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Basisbehoeften

A

Onderwijs, voedsel, zorg, dak boven je hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mainport

A

Belangrijk knooppunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Diversificatie

A

Economie is veelzijdiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Steppeklimaat

A

Droog waar nog genoeg neerslag is voor lage begroeiing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Woestijnklimaat 🏜

A

Droog klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Middellandse zee klimaat

A

Klimaat in landen rondom de middellandse zee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waterschaarste

A

Tekort aan voldoende schoon water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Oases

A

Plaatsen in de woestijn waar water te vinden is

17
Q

Aquifers

A

Grondwater plas

18
Q

Druppelirrigatie

A

Computer rekent uit hoeveel water elk plantje nodig heeft

19
Q

Ontzilting

A

Van zout water,zoet water maken

20
Q

Regionale ongelijkheid

A

Ongelijkheid tussen verschillende regio’s binnen een land

21
Q

Opkomend land

A

Land dat in ontwikkeling is

22
Q

Relatieve ligging

A

Positie van die plaats ten opzichte van een andere plek

23
Q

Welke klimaten hebben we?

A
  • tropisch regenklimaat
  • droog klimaat
  • zeeklimaat
  • landklimaat
  • koudklimaat
24
Q

Bronoase

A

Als het water ter plekke uit de grond wordt gehaalt

25
Q

Diffusie

A

Cultuur elementen kunnen zich van het ene naar het andere cultuur gebied verspreiden

26
Q

Welzijn

A

Kwaliteit van leven bewoners

27
Q

Maaiveld

A

Oppervlakte van de bovenkant van het grondwater

28
Q

Schalen die er zijn

A
  • Lokale schaal( stad/dorp)
  • regionale schaal(landsdeel/streek
  • nationale schaal(een land)
  • continentale schaal(werelddeel)
  • mondiale schaal(de wereld)