Ml_les1.2_Classificeren Flashcards
(7 cards)
Wat wordt er bedoeld met het begrip fundamentele motorische vaardigheden?
Bewegingen die essentieel zijn voor het kunnen maken van specifiekere bewegingen.
Noem voorbeelden van fundamentele motorische vaardigheden
- lopen ( je moet kunnen lopen voordat je kan rennen)
- zwemmen
- springen
- werpen
- slaan
In welke categorieën kan je Fundamentele motorische vaardigheden indelen?
- locomotorische vaardigheden: jezelf verplaatsen in de ruimte ( van A naar B)
-Balansvaardigheden: het lichaam in balans houden
- Manipulatieve vaardigheden: ‘Lichaam’ gebruiken om ‘iets’ met een object te doen.
Iets onder controle krijgen/houden.
Hoe kan je motorische vaardigheden classificeren?
Open > closed
Gross > fine
Discrete – continuous – serial
Cognitive > motor
Wat is open > closed classificeren? en wat bepaalt het of het open of closed is?
Open skill: beweging wordt uitgevoerd in een variable, onvoorspelbare omgeving
Gesloten skill: > een beweging wordt uitgevoerd in een stabiele, voorspelbare omgeving
Hoe meer factoren in een omgeving hoe open de de situatie en andersom
Wat is Gross > fine
Fijn: kleine subtiele handelingen
Grof: grote beweging met een grotere hoeveelheid spiergroepen
fijn: het gooien van een bal
grof: het stoten van den kogel
Wat is Discreet - continu- serieel
- Discreet: beweging is kort en duidelijk en met begin en eind ( gooien)
-Constant: repeterend, er zit geen echt begin of eind aan de beweging ( fietsen)
-serieel: een aaneenschakeling van discrete taken, iets lang ( arabier + flickflack + hanstand overslag + salto)