mode Flashcards
(58 cards)
1
Q
l’avantage
A
het voordeel
2
Q
le dépliant
A
de folder
3
Q
le désavantage
A
het nadeel
4
Q
le rapport qualite-prix
A
de prijs-kwaliteitsverhouding
5
Q
le volume
A
het volume
6
Q
la dimension
A
de afmeting
7
Q
l’entreprise
A
het bedrijf
8
Q
la hauteur
A
de hoogte
9
Q
la largeur
A
de breedte
10
Q
la longueur
A
de lengte
11
Q
la metière
A
het materiaal
12
Q
la réduction
A
de korting
13
Q
la taille
A
de maat
14
Q
imperméable
A
waterdicht
15
Q
conseiller
A
aanraden
16
Q
créer
A
creëren
17
Q
recommander
A
aanraden
18
Q
être compris
A
inbegrepen zijn
19
Q
la forme
A
de vorm
20
Q
carré(e)
A
vierkant
21
Q
rectangulaire
A
rechthoekig
22
Q
rond(e)
A
rond
23
Q
ovale
A
ovaal
24
Q
triangulaire
A
driehoekig
25
à pois
met stippen
26
à carreaux
geruit
27
à rayures
gestreept
28
imprimé(e)
bedrukt
29
à fleurs
met bloemenmotief
30
uni(e)
effen
31
l'argent
het zilver
32
le bois
het hout
33
carton
karton
34
cuir
leer
35
lin
linnen
36
métal
metaal
37
or
goud
38
papier
papier
39
tissu
stof
40
verre
glas
41
laine
wol
42
matière synthétique
kunststof
43
pierre
steen
44
soie
zijde
45
a la mode
modieus
46
branché
hip
47
chic
stijlvol
48
comfortable
comfortabel
49
démodé(e)
ouderwets
50
disponible
beschikbaar
51
dur(e)
hard
52
fragile
breekbaar
53
pratique
praktisch
54
utile
nuttig
55
solide
stevig
56
clair(e)
licht ( bv licht blauw)
57
foncé(e)
donker
58
vif, vive
helder, levendig
