Moeilijkste onderdelen Flashcards
(42 cards)
Taakverruiming
Meer taken van hetzelfde niveau.
Taakverrijking
Meer taken van ander niveau.
Taakroulatie
Meerdere taken op verschillende tijden.
Autonome taakgroepen
Eindverantwoordelijkheid ligt bij team van werknemers (zelfsturende teams)
Halo-effect
Als iemand goed is in rekenen, wordt hij of zij ook goed gevonden in communiceren en onderhandelen. (management)
Hoorn-effect
Als iemand vaak te laat komt, wordt hij of zij ook slecht beoordeeld in rekenen en onderhandelen.
Instruerende stijl
Hoge mate van taakgerichtheid en een geringe mate van relatiegerichtheid. Een leider geeft zeer specifieke en gedetaileerde instructies en controleert nauwgezet of deze worden uitgevoerd.
Overtuigende stijl
Hoge mate vaan taak- en relatiegerichtheid. De leider stuurt strak aan met instructies, maar hij licht deze wel toe en past ze eventueel aan als dat nodig is van de op- en aanmerkingen van de werknemer.
Overleggende stijl
Weinig taakgerichtheid en veel relatiegerichtheid. De werknemer biedt veel ruimte, beslissingen worden genomen in overleg tussen de leider en de werknemer.
Delegerende stijl
Hoge mate van taak- en relatiegerichtheid. De verantwoordelijkheid voor het nemen van beslissingen en de wijze waarop het beoogde resultaat wordt (bijna) geheel aan de werknemer zelf overgelaten.
Conflictmanagementstijl: vermijden
De nadruk wordt weinig gelegd op zowel andermans als eigen belang. Situaties waarin deze stijl effectief kan zijn, hebben te maken met een gebrek aan informatie of onbelangrijke beslissingen.
Conflictmanagementstijl: domineren
Er wordt weinig nadruk gelegd op andermans belang en veel op het eigen belang. Het is effectief wanneer er weinig tijd is voor overleg en bepaalde resultaten beslist moeten worden gehaald. bijv in een crisis.
Conflictmanagementstijl: toegeven
Veel nadruk op andermans belang en weinig op eigen belang. Zal vaak voorkomen in een personencultuur, waarin professionals/specialisten werken.
Conflictmanagementstijl: samenwerken
Er wordt veel nadruk gelegd op zowel andermans als eigen belang. Win-winsituatie.
Centralisatie
Duidt erop dat de meeste en belangrijkste beslissingen door het hogere/hoogste kader worden genomen.
- Omgeving is stabiel en eenvoudig
- Bedrijf is groot
- In een crisissituatie
- Belangrijke beslissingen
- Lagere management is incompetent
(mechanistisch stelsel)
Decentralisatie
Beslissingen worden op meer plaatsen genomen. Dus ook op lagere niveaus.
- Omgeving is complex en onvoorspelbaar
- Bedrijf is geografisch gespreid
- Voor relatief onbelangrijke beslissingen
- Open bedrijfscultuur
- Lager management in bekwaam
(organistisch stelsel)
Rijnlandse model
- Two-Tier bestuurssysteem
- Dualistisch: scheiding tussen bestuur (directieleden=executives) en toezichthouders (commisarissen=non-executives)
Angelsaksische model
- One-Tier bestuurssysteem
- Monistisch: in bestuur zowel executives als non-executives
Primaire processen
Dragen direct bij aan de totstandkoming van het product of de dienst en het resultaat ervan.
Secundaire procesen
Leveren een bijdrage aan het optimaal laten verlopen van de primaire processen. Ze hebben een ondersteunende taak.
Bestuurlijke/tertaire processen
Zorgen dat de primaire en secundaire processen zo effectief (doelgericht) en efficiënt (doelmatig) mogelijk verlopen. Hebben te maken met sturing en beheersing.
Plan
In deze fase worden activiteiten gepland op basis van bewustwording van het probleem of de problemen.
Do
In deze fase worden activiteiten daadwerkelijke ten uitvoer gebracht.