Natuurkunde H1 en H5 Flashcards

(53 cards)

1
Q

Wat is effectieve spanning?

A

De ‘gemiddelde’ spanning van een wisselspanning. Als je met een wisselspanning moet rekenen, bijvoorbeeld om het vermogen uit te rekenen, gebruik je de effectieve spanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een elektriciteitscentrale?

A

Centrale die grote hoeveelheden elektrische energie opwekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een elektromagneet?

A

Een elektrisch onderdeel, zoals een spoel, dat zich onder invloed van een elektrische stroom als een magneet gaat gedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is energieverlies?

A

Het gegeven dat er elektrische energie verloren gaat tijdens het transport, doordat een deel van die energie wordt omgezet in warmte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is gelijkspanning?

A

Spanning die onveranderlijk is, zoals de spanning van een batterij of accu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een generator?

A

Onderdeel van een elektriciteitscentrale dat werkt als een grote dynamo: bewegingsenergie wordt ermee omgezet in elektrische energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is hoogspanning?

A

Hoge spanning (tot 380 kV) die wordt gebruikt om elektrische energie over grote afstanden te vervoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is netspanning?

A

Spanning van 230 V, zoals je die thuis gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is primaire spanning?

A

De spanning waarop de primaire spoel wordt aangesloten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een primaire spoel?

A

Onderdeel van een transformator dat elektrische energie opneemt uit het lichtnet. Er loopt wisselstroom doorheen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is secundaire spanning?

A

De spanning die de secundaire spoel levert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een secundaire spoel?

A

Onderdeel van een transformator dat elektrische energie afgeeft aan een apparaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een transformator?

A

Apparaat dat een wisselspanning kan omzetten in een hogere of lagere wisselspanning met behulp van twee spoelen om een weekijzeren kern.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is wisselspanning?

A

Spanning die voortdurend van plus naar min wisselt, zoals de spanning op het lichtnet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is fasedraad?

A

Bruine elektriciteitsdraad waarop een wisselspanning staat van 230 V.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een groepsschakelaar?

A

Schakelaar waarmee je in één keer de spanning over alle stopcontacten en lichtpunten in een groep kunt uitzetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een huisinstallatie?

A

Een netwerk van elektriciteitsdraden dat door de muren en plafonds van een huis loopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is kortsluiting?

A

Het ongewenste gevolg als de stroom in een stroomkring een weg vindt met een te kleine weerstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is nuldraad?

A

Blauwe elektriciteitsdraad die de stroomkring compleet maakt. Op deze draad staat geen spanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is energieverbruik?

A

De hoeveelheid elektrische energie die een apparaat opneemt van het lichtnet en daarna omzet in een of meer andere energiesoorten, zoals warmte of licht. De energie verdwijnt dus niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een kWh-meter?

A

Meter die het verbruik van elektrische energie in huis meet. Zo genoemd omdat het verbruik wordt afgerekend in kWh (kilowattuur).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is vermogen?

A

De hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde verbruikt. De eenheid is watt (W).

23
Q

Wat is overbelasting?

A

Het gevolg van het inschakelen van te veel apparaten in een groep waardoor de totale stroomsterkte boven 16 A komt.

24
Q

Wat is een schakeldraad?

A

Zwarte elektriciteitsdraad waar alleen spanning op staat als de schakelaar in de AAN-stand staat.

25
Wat is weerstand?
De eigenschap van een elektrisch onderdeel (of ander materiaal) die bepaalt hoe gemakkelijk elektrische stroom erdoorheen kan gaan.
26
Wat is een aarddraad?
Een koperdraad met groengeel gestreepte isolatie die de rand van het stopcontact verbindt met een pin die in de aarde is geslagen.
27
Wat doet een aardlekschakelaar?
Het vergelijkt de stroomsterkte in de fasedraad met de stroomsterkte in de nuldraad. Als het verschil groter wordt dan 30 mA, schakelt het de stroom uit.
28
Wat is contactweerstand?
De weerstand op de plaatsen waar stroom het lichaam in- of uitgaat.
29
Wat is dubbele isolatie?
Manier van isoleren waarbij twee lagen isolatie worden aangebracht: rond de onderdelen waar de stroom doorheen loopt en aan de buitenkant van het apparaat.
30
Wat is een groepszekering?
Voorziening die de stroom uitschakelt als de totale stroomsterkte in die groep hoger wordt dan (als regel) 16 A.
31
Wat is een installatieautomaat?
Een elektronische groepszekering. Als de installatieautomaat de stroom uitschakelt, klapt een hefboompje om.
32
Wat is lichaamsweerstand?
De mate waarin een lichaam stroom geleidt.
33
Wat betekent 'elektrisch geladen'?
Situatie waarin een voorwerp een elektrische lading heeft.
34
Wat is een elektron?
Negatief geladen deeltje.
35
Wat is negatieve lading?
De lading die een (neutraal) voorwerp krijgt als het elektronen opneemt.
36
Wat betekent 'neutraal'?
Situatie waarin een voorwerp evenveel positieve als negatieve lading bevat.
37
Wat is positieve lading?
De lading die een (neutraal) voorwerp krijgt als het elektronen afstaat.
38
Wat is spanning?
Een maat voor hoeveel elektrische energie elk deeltje met zich meedraagt.
39
Wat betekent 'statisch'?
Situatie waarin een voorwerp een elektrische lading heeft.
40
(I,U)-diagram
Grafiek waarin de stroomsterkte is uitgezet tegen de spanning.
41
LDR
Variabele weerstand die gevoelig is voor veranderingen in de hoeveelheid licht.
42
NTC
Variabele weerstand die bij een lagere temperatuur een hogere weerstand krijgt.
43
weerstand
De eigenschap van een elektrisch onderdeel dat bepaalt hoe gemakkelijk elektrische stroom erdoorheen kan gaan.
44
wet van Ohm
Regel die stelt: de spanning (over de draad) en de stroomsterkte (door de draad) zijn recht evenredig.
45
vervangingsweerstand
Term voor de totale weerstand als meerdere weerstanden in serie of parallel geschakeld zijn.
46
weerstand (onderdeel)
Schakelonderdeel met een bepaalde weerstand.
47
actuator
Onderdeel van een schakeling dat de gewenste actie uitvoert.
48
basis
Een van de drie aansluitpunten van een transistor. De grootte van de stroom door de basis bepaalt of de collector stroom doorlaat
49
collector
Een van de drie aansluitpunten van een transistor. Of er stroom door de collector loopt, wordt bepaald door de grootte van de stroom die door de basis loopt.
50
emitter
Een van de drie aansluitpunten van een transistor.
51
schakelaar
Onderdeel van een schakeling dat de stroom in- of uitschakelt.
52
sensor
Onderdeel van een schakeling dat door middel van een elektrisch signaal informatie doorgeeft over de omgeving.
53
transistor
Onderdeel van een schakeling dat fungeert als een automatische schakelaar.