Natuurkunde H12: Medische beeldvorming Flashcards

1
Q

Hoe werkt een MRI scan?

A
  • gebaseerd op eigenschappen H-kernen
  • Sterk magneetveld in MRI-apparaat
  • kern tegengesteld aan B-veld heeft meer E als kern met B-veld mee gericht
  • H-kern kan in een hogere energietoestand overgaan door een foton op te nemen
  • Na een tijdje weer terug naar lagere energietoestand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de resonantiefrequentie?

A

De frequentie waarbij een H-kern een foton opneemt en zo in een hogere energietoestand komt.
Hangt af van weefsek en B-veld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil in de golven van echografie en MRI?

A

Echografie - geluid
MRI - Microgolven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent het donkere en lichte in een röntgenfoto?

A

Donker = veel staling doorgelaten
Wit = weinig straling doorgelaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

I =

A

De intensiteit die wordt doorgelaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

A =

A

Hoeveel kernen er per seconde vervallen / aantal deeltjes dat per seconde vrijkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is strooistraling?

A

Straling die wordt weerkaatst. Hiertegen moeten verpleger zich beschermen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een CT-scan?

A

Een 3D-beeld gemaakt door meerdere röntgenfoto’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een kunstmatige stralingsbron?

A
  • Een bron die straling uitzend die wij hebben gemaakt
    vb. een röntgenbuis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een natuurlijke stralingsbron?

A
  • Een bron die van nature straling uitzend
    vb. Uraan, radium, het heelal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een isotoop?

A

Een atoom met hetzelfde aantal protonen, maar een ander aantal neutronen en dus een ander massagetal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer is straling radioactief?

A

Als het ioniseert en dus veel energie heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is bestraling?

A

Je krijgt van buitenaf straling op je

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is besmetting?

A

Je draagt de radioactiviteit met je mee, bijvoorbeeld omdat je iets radioactiefs hebt gegeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom zijn α-straling en β-straling eigenlijk geen straling?

A

Het zijn deeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom hoort röntgenstraling er eigenlijk niet bij?

A

Het is afkomstig uit de elektronenwolk

17
Q

Hoe kun je α-straling tegenhouden?

A

Met een velletje papier of 10 cm lucht. Het heeft namelijk een heel laag doordringend vermogen (dracht).

18
Q

Hoe kun je β-straling tegenhouden?

A

Met 1 cm lood of 10 cm papier. Het heeft namelijk een vrij laag doordringend vermogen (dracht).

19
Q

Hoe kun je ɣ- en röntgen-straling tegenhouden?

A

Extreem veel lood of castorvaten. Het heeft namelijk een heel hoog doordringend vermogen (dracht).

20
Q

Waarom houd lood straling zo goed tegen?

A

hoge dichtheid

21
Q

Wat zijn castorvaten?

A

Vaten met dikke wanden van lood waarin radioactief afval opgeslagen wordt.

22
Q

Wat is dracht?

A
  • Doordringend vermogen
  • De afstand die deeltjes afleggen in een bepaalde stof
  • Van veel-weinig: ɣ / röntgen → β → α
23
Q

Wat is ioniserend vermogen?

A
  • Een maat voor hoeveel atomen de straling per mm ioniseert.
  • Van veel-weinig: α → β → ɣ / röntgen
24
Q

Wat is een dosimeter?

A

Een klein plaatje dat de straling meet. Bijvoorbeeld als badge bij een radioverpleegkundige.
Links: Mica → laat alle straling door
Midden: karton → houdt enkel α-straling tegen
Rechts: Lood → Laat alleen ɣ-straling door