Natuurkunde Hst 4 Flashcards

(25 cards)

1
Q

Hoe bereken je de tijd tussen twee beelden bij een stroboscoop

A

T= 1:f

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De gemiddelde snelheid bereken je

A

Vgem= 🔺x : 🔺t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Symbool 🔺 is

A

Verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

🔺x bereken je

A

Xeind - Xbegin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

🔺t bereken je

A

Teind - Tbegin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Versnelling bereken je door

A

a= 🔺v : 🔺t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

🔺v bereken je

A

🔺v= Veind- Vbegin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de “a” van de versnelling is

A

meter per seconde ^2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De stop afstand bereken je door

A

Stopafstand = reactieafstand + remafstand (Sstop=Sreactie+Srem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Reactieafstand bereken je door

A

Reactieafstand= Vbegin x Teind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Remafstand bereken je door

A

Remafstand= 0,5 x 🔺v x 🔺t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stroboscopische foto word gemaakt in

A

Een donkere kamer waar de stroboscoop lichtflitsen af geeft zodat je kan zien waar het voorwerp staat op de bepaalde tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de eenheid maal om van m/s naar km/h of andersom

A

m/s x 3,6 = km/h
km/h : 3,6 = m/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is constante beweging, vertraagde beweging en een versnelde beweging

A

Constante beweging is: beweging is steeds het zelfde
Vertraagde beweging : de snelheid neemt af
Versnelde beweging : de snelheid neemt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

X,T diagram geeft aan

A

Een beweging met een constante snelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

V, T diagram geeft aan

A

Wordt een eenparige beweging weergegeven als een horizontale lijn, de snelheid is constant

17
Q

Een tijdtikkers met de verschillende bewegingen; eenparig, versneld, vertraagd

A

Eenparig: ⚫️ ⚫️ ⚫️ enz.
Versneld: ⚫️ ⚫️ ⚫️ ⚫️ enz.
Vertraagd: ⚫️ ⚫️ ⚫️⚫️ enz.

18
Q

Gemiddelde reactie snelheid bij een persoon

A

0,7 tot 1,0 secondes

19
Q

Je reactie snelheid kan beïnvloed worden door

A

Vermoeidheid, afleiding, alcohol, medicijnen

20
Q

Je remafstand kan beïnvloed worden door

A

Beginsnelheid, massa van voertuig, soort wegdek, remkracht, kwaliteit van het wegdek

21
Q

Verschil tussen de gemiddelde snelheid en de snelheid verandering

A

De gemiddelde snelheid zit altijd ergens tussen de afgelegen snelheid en de snelheids verandering is de hoeveelheid de snelheid veranderd tussen de afgeven tijd

22
Q

Veiligheidsmaatregelen in een auto zorgen er voor dat

A
  • de botsing tijd wordt verlengt
  • de tijd waarin de auto afremt langer is, is de vertraging minder groot
  • de klap voelt hierdoor minder groot
23
Q

1e wet van Newton

A

Traagheidswet: een voorwerp waar op GEEN resulterende kracht op werkt, blijft in rust of beweegt met een constante snelheid in een rechte lijn

24
Q

2e wet van Newton

A

Versnellingswet: de versnelling van een voorwerp is recht evenredig met de resulterende kracht en vindt plaats in de richting van die kracht

25
3e wet van Newton
Actiereactie: elke actie veroorzaakt een gelijke, maar tegengestelde reactie