Nawe Flashcards
H3: Van gen tot eiwit (39 cards)
Wat is genexpressie?
informatie op dna wordt overgeschreven naar een eiwit
Informatie op DNA wordt overgeschreven naar RNA-kopie en vertaald naar eiwit.
Genexpressie omvat de activering van genen door omgevingsfactoren.
Wat is een gen?
Afgebakend stukje DNA dat codeert voor één kenmerk of eiwit.
Genen zijn de basis van erfelijkheid.
Wat is genotype?
Unieke DNA-sequenties die de kenmerken van het organisme bepalen.
Genotype refereert naar de genetische samenstelling van een individu.
Wat is fenotype?
Uiteitsvorm van kenmerken, beïnvloed door genen en de omgeving.
Fenotype is het waarneembare resultaat van genexpressie.
Hoe beïnvloeden omgevingsfactoren genexpressie?
Omgevingsfactoren kunnen bepaalde genen aan- of uitzetten.
Voorbeelden zijn kleurverandering bij dieren afhankelijk van temperatuur.
Wat is de rol van RNA-polymerase in transcriptie?
RNA-polymerase leest nucleotiden van DNA en synthetiseert een complementaire RNA-streng.
Dit proces vindt plaats in de celkern.
Wat is het verschil tussen transcriptie en translatie?
Transcriptie is het proces waarbij DNA naar RNA wordt overgeschreven; translatie is het proces waarbij RNA naar eiwit wordt vertaald.
Beide processen zijn essentieel voor eiwitsynthese.
Wat is een codon?
Een sequentie van drie nucleotiden die codeert voor één aminozuur.
Codons zijn de bouwstenen van de genetische code.
Wat is een startcodon?
Het codon AUG, waar de translatie start en codeert voor aminozuur methionine.
Startcodons zijn cruciaal voor het initiëren van eiwitsynthese.
Wat is een stopcodon?
Een codon dat het einde van de translatie aangeeft en niet codeert voor een aminozuur.
Stopcodons beëindigen de eiwitsynthese.
Wat is epigenetica?
De studie van veranderingen in genexpressie zonder wijzigingen in de DNA-sequentie.
Epigenetische modificaties kunnen worden doorgegeven aan volgende generaties.
Wat is een mutatie?
Een niet-omkeerbare verandering in het DNA.
Mutaties kunnen erfelijk zijn als ze in geslachtscellen plaatsvinden.
Noem de soorten mutaties.
A. Genmutatie
B. Chromosoommutatie
C. Genoommutatie
Elke soort mutatie heeft verschillende implicaties voor erfelijkheid en fenotype.
Wat zijn de gevolgen van mutaties?
Varieert van geen merkbare effecten tot erfelijke ziekten en kanker.
De ernst van de gevolgen hangt af van het type en de locatie van de mutatie.
Wat is het Cri-du-chat-syndroom?
Veroorzaakt door deletie van een deel van chromosoom 5, gekenmerkt door een specifieke huiltoon.
Dit syndroom is een voorbeeld van een chromosoommutatie.
Wat is de ziekte van Huntington?
Een hersenaandoening veroorzaakt door een insertie in het huntingtinegen, resulterend in progressieve achteruitgang.
Kenmerkend door een toename van CAG-tripletten in het gen.
Wat is de relatie tussen ouderdom en kanker?
Hoe langer we leven, hoe groter de kans dat mutaties zich opstapelen, wat kan leiden tot kanker.
Dit maakt ouderdom een risicofactor voor de ontwikkeling van tumoren.
Wat zijn de kenmerken van puntmutaties?
Verandering van één nucleotide, kan ernstige gevolgen hebben afhankelijk van het type verandering.
Puntmutaties kunnen leiden tot functionele eiwitten of niet-functionele eiwitten.
Wat is het effect van hongerwinter op genexpressie?
Kinderen van moeders die tijdens de hongerwinter honger leden, ontwikkelden vaker metabole problemen.
Dit illustreert de invloed van omgevingsfactoren op de genexpressie.
Wat zijn de gevolgen van chromosoommutaties?
Veranderingen in de structuur van chromosomen, zoals deleties en inversies, die erfelijke informatie kunnen beïnvloeden.
Chromosoommutaties kunnen leiden tot genetische aandoeningen.
Wat zijn polyploïde landbouwgewassen?
Planten met meer dan twee versies van chromosomen, zoals triploïde en tetraploïde.
Polyploïdie kan leiden tot grotere cellen en bloemen.
Wat stijgt met de leeftijd van ouders met het syndroom van Down?
Het risico op het krijgen van een kind met het syndroom van Down
Het risico op chromosomale afwijkingen neemt toe met de leeftijd van de moeder.
Wat is een genoommutatie?
Een verandering in het aantal chromosomen in een cel
Dit kan leiden tot polyploïdie, zoals triploïde (3n) en tetraploïde (4n) cellen.
Geef voorbeelden van polyploïde gewassen.
- Aardappel
- Tarwe
- Katoen
- Koffie
- Suikerriet
- Aardbei
Polyploïdie kan leiden tot veranderingen in kenmerken zoals grotere cellen en bloemen.