Nawe Flashcards

H3: Van gen tot eiwit (39 cards)

1
Q

Wat is genexpressie?

informatie op dna wordt overgeschreven naar een eiwit

A

Informatie op DNA wordt overgeschreven naar RNA-kopie en vertaald naar eiwit.

Genexpressie omvat de activering van genen door omgevingsfactoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een gen?

A

Afgebakend stukje DNA dat codeert voor één kenmerk of eiwit.

Genen zijn de basis van erfelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is genotype?

A

Unieke DNA-sequenties die de kenmerken van het organisme bepalen.

Genotype refereert naar de genetische samenstelling van een individu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is fenotype?

A

Uiteitsvorm van kenmerken, beïnvloed door genen en de omgeving.

Fenotype is het waarneembare resultaat van genexpressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe beïnvloeden omgevingsfactoren genexpressie?

A

Omgevingsfactoren kunnen bepaalde genen aan- of uitzetten.

Voorbeelden zijn kleurverandering bij dieren afhankelijk van temperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rol van RNA-polymerase in transcriptie?

A

RNA-polymerase leest nucleotiden van DNA en synthetiseert een complementaire RNA-streng.

Dit proces vindt plaats in de celkern.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen transcriptie en translatie?

A

Transcriptie is het proces waarbij DNA naar RNA wordt overgeschreven; translatie is het proces waarbij RNA naar eiwit wordt vertaald.

Beide processen zijn essentieel voor eiwitsynthese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een codon?

A

Een sequentie van drie nucleotiden die codeert voor één aminozuur.

Codons zijn de bouwstenen van de genetische code.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een startcodon?

A

Het codon AUG, waar de translatie start en codeert voor aminozuur methionine.

Startcodons zijn cruciaal voor het initiëren van eiwitsynthese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een stopcodon?

A

Een codon dat het einde van de translatie aangeeft en niet codeert voor een aminozuur.

Stopcodons beëindigen de eiwitsynthese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is epigenetica?

A

De studie van veranderingen in genexpressie zonder wijzigingen in de DNA-sequentie.

Epigenetische modificaties kunnen worden doorgegeven aan volgende generaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een mutatie?

A

Een niet-omkeerbare verandering in het DNA.

Mutaties kunnen erfelijk zijn als ze in geslachtscellen plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem de soorten mutaties.

A

A. Genmutatie
B. Chromosoommutatie
C. Genoommutatie

Elke soort mutatie heeft verschillende implicaties voor erfelijkheid en fenotype.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de gevolgen van mutaties?

A

Varieert van geen merkbare effecten tot erfelijke ziekten en kanker.

De ernst van de gevolgen hangt af van het type en de locatie van de mutatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het Cri-du-chat-syndroom?

A

Veroorzaakt door deletie van een deel van chromosoom 5, gekenmerkt door een specifieke huiltoon.

Dit syndroom is een voorbeeld van een chromosoommutatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de ziekte van Huntington?

A

Een hersenaandoening veroorzaakt door een insertie in het huntingtinegen, resulterend in progressieve achteruitgang.

Kenmerkend door een toename van CAG-tripletten in het gen.

17
Q

Wat is de relatie tussen ouderdom en kanker?

A

Hoe langer we leven, hoe groter de kans dat mutaties zich opstapelen, wat kan leiden tot kanker.

Dit maakt ouderdom een risicofactor voor de ontwikkeling van tumoren.

18
Q

Wat zijn de kenmerken van puntmutaties?

A

Verandering van één nucleotide, kan ernstige gevolgen hebben afhankelijk van het type verandering.

Puntmutaties kunnen leiden tot functionele eiwitten of niet-functionele eiwitten.

19
Q

Wat is het effect van hongerwinter op genexpressie?

A

Kinderen van moeders die tijdens de hongerwinter honger leden, ontwikkelden vaker metabole problemen.

Dit illustreert de invloed van omgevingsfactoren op de genexpressie.

20
Q

Wat zijn de gevolgen van chromosoommutaties?

A

Veranderingen in de structuur van chromosomen, zoals deleties en inversies, die erfelijke informatie kunnen beïnvloeden.

Chromosoommutaties kunnen leiden tot genetische aandoeningen.

21
Q

Wat zijn polyploïde landbouwgewassen?

A

Planten met meer dan twee versies van chromosomen, zoals triploïde en tetraploïde.

Polyploïdie kan leiden tot grotere cellen en bloemen.

22
Q

Wat stijgt met de leeftijd van ouders met het syndroom van Down?

A

Het risico op het krijgen van een kind met het syndroom van Down

Het risico op chromosomale afwijkingen neemt toe met de leeftijd van de moeder.

23
Q

Wat is een genoommutatie?

A

Een verandering in het aantal chromosomen in een cel

Dit kan leiden tot polyploïdie, zoals triploïde (3n) en tetraploïde (4n) cellen.

24
Q

Geef voorbeelden van polyploïde gewassen.

A
  • Aardappel
  • Tarwe
  • Katoen
  • Koffie
  • Suikerriet
  • Aardbei

Polyploïdie kan leiden tot veranderingen in kenmerken zoals grotere cellen en bloemen.

25
Wat zijn chemische factoren die geïnduceerde mutaties kunnen veroorzaken?
* Kankerverwekkende stoffen * Alcohol en afbraakproducten * Asbest * Stoffen uit sigaretten (teer, nicotine, ammoniak) * Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) ## Footnote Deze stoffen kunnen leiden tot DNA-schade en mutaties.
26
Wat is acetaldehyde?
Een molecule in sigarettenrook en afbraakproduct van alcohol ## Footnote Het is een mutagene stof die celstructuren en DNA beschadigt.
27
Noem enkele fysische factoren die mutaties kunnen veroorzaken.
* UV-straling * Röntgenstraling * Gammastraling ## Footnote Deze straling bevat veel energie en kan schade aan DNA veroorzaken.
28
Wat zijn biologische factoren die kunnen leiden tot kanker?
* Virussen * Bacteriën * Schimmels ## Footnote Voorbeelden zijn Humaan papillomavirus (HPV) en Helicobacter pylori.
29
Wat is de rol van het Epstein-Barr virus (EBV)?
Het veroorzaakt klierkoorts en kan bijdragen aan de ontwikkeling van meerdere soorten kanker ## Footnote EBV blijft levenslang in het lichaam na infectie.
30
Waar of niet waar: Nature verwijst naar de omgevingsinvloeden waaraan een individu wordt blootgesteld.
Niet waar
31
Waar of niet waar: Mutaties kunnen ook spontaan ontstaan bij biologische processen.
Waar
32
Wat is melanine?
Een pigment dat door melanocyten in de huid wordt geproduceerd ## Footnote Melanine absorbeert UV-straling en beschermt tegen DNA-schade.
33
Wat zijn de twee hoofdtypes melanine?
* Eumelanine * Feomelanine ## Footnote Eumelanine is verantwoordelijk voor donkerdere kleuren, terwijl feomelanine lichtere kleuren produceert.
34
Wat reguleert het MC1R-gen?
De productie van eumelanine ## Footnote Mutaties in dit gen kunnen leiden tot een verminderde productie van eumelanine en resulteren in rood haar en lichte huidskleur.
35
Wat veroorzaakt albinisme?
Mutaties in genen die betrokken zijn bij de productie van melanine ## Footnote Voorbeelden zijn het TYR-gen en het OCA2-gen.
36
Wat zijn de gevolgen van albinisme bij mensen?
Gebrek aan melanine-productie in huid, haren en ogen ## Footnote Mensen met albinisme hebben vaak visuele problemen zoals rode ogen.
37
Waar of niet waar: Mensen met albinisme worden soms slachtoffer van geweld vanwege overtuigingen over hun lichaamsdelen.
Waar
38
Wat zijn seizoensgebonden kleurveranderingen?
Veranderingen in lichaamskleuren afhankelijk van omgevingsfactoren ## Footnote Voorbeelden zijn hermelijn en alpensneeuwhoen die hun kleuren aanpassen aan de seizoenen.
39
Geef een voorbeeld van een diersoort die camouflage gebruikt.
Jonge strandkrabben ## Footnote Ze hebben witte vlekken op hun schild voor camouflage in mosselbanken.