Ndls Flashcards
(105 cards)
1
Q
De ambitie
A
L’ambition
2
Q
Het bedrijf
A
La société
3
Q
De carrière
A
La carrière
4
Q
Het doelen
A
L’objectif
5
Q
De flexibiliteit
A
La flexibilité
6
Q
De groie
A
La croissance
7
Q
De innovatie
A
L’innovation
8
Q
De keuzes
A
Les choix
9
Q
De kansen
A
Les opportunités
10
Q
De leermogelijkheden
A
Les opportunités d’apprentissage
11
Q
De Mogelijkheden
A
Les possibilités
12
Q
Het onderwijs
A
L’éducation
13
Q
De samenleving
A
La société
14
Q
Het succes
A
Le succès
15
Q
De toekomst
A
Le futur
16
Q
De toegang
A
L’accès
17
Q
De uitdagingen
A
Les défis
18
Q
De vaardigheid
A
La compétence
19
Q
De verantwoordemijkheid
A
La responsabilité
20
Q
De vooruitgang
A
Le progrès
21
Q
De zelfonplooiing
A
L’épanouissement
22
Q
Het zelfvetrouwen
A
La confiance en soi
23
Q
Beheersen
A
Maîtriser
24
Q
Bereiken
A
Atteindre
25
Groeien
Croître
26
In staat zijn
Être capable de
27
Leren
Apprendre
28
Ontwikkelen
Developper
29
Plannen
Planifier
30
Reizen
Voyager
31
Slagen
Réussir
32
Streven naar
Aspirer à
33
Studeren
Étudier
34
Vereisen
Exiger
35
Werken
Travailler
36
Zich voorbereiden
Se préparer
37
Het Afstudeerproject
Projet de fin d’étude
38
Bachelor
Licence
39
De bibliotheek
La bibliothèque
40
Het collegegeld
Les frais de scolarité
41
De cursus
Le cours
42
Het diploma
Le diplôme
43
Het examen
L’examen
44
De faculteit
La faculté
45
De hogeschool
La haut école
46
De master
La master
47
Het onderzoek
La recherche
48
De opleiding
La formation
49
De scriptie
Le mémoire
50
Het semester
Le semestre
51
De studie
L’étude
52
De studiebeurs
La bourse d’étude
53
De toelatingsvoorwaarden
Les conditions d’admission
54
De universiteit
L’université
55
De uitweg
Le débouché
56
Het vak
La matière
57
De zelfstudie
L’autodidactisme
58
Zweven
Flotter
59
De baan
L’emploie
60
De baas
Le patron
61
Het beroep
Le métier
62
De collega
Le collègue
63
Het contract
Le contrat
64
Het dienstverband
Le poste de travail
65
De functie
Le poste
66
Het inkomen
Le revenu
67
Het kantoor
Le bureau
68
De Kennis
La connaissance
69
De loopbaan
La carrière
70
De partTime
Le temps partiel
71
De prestatie
La performance
72
Het salaris
Le salaire
73
Het loon
Le salaire
74
De sollicitatie
La candidature
75
Het team
L’équipe
76
De Tijd
Le temps
77
De vacature
Le poste vacant
78
De vaardigheid
La compétence
79
De werkgever
L’employeur
80
De werknemer
L’employé
81
De werkplaast
Le lieu de travail
82
Zelfstandig
Indépendant
83
Account
Le compte
84
De beslissing
La décision
85
Het evenwicht
L’équilibre
86
Het geluk
Le bonheur
87
Het gevaar
Le danger
88
Het lid
Le membre
89
Ongepaste
Inapproprié
90
De uitdaging
Le défi
91
De uitdagend
Difficile
92
Verslaafd
L’accro
93
Verwachting
L’attente
94
Culturele verrijking
L’enrichissement culturel
95
De ervaring
L’expérience
96
De onderbreking
L’interruption
97
Ontdekken
Découvrir
98
De rust
Le repos
99
De spirituele groei
La croissance spirituelle
100
De verkenning
L’exploration
101
De werkonderbreking
L’interruption au travail
102
Het bedrijf
L’entreprise
103
De begeleider
Le maître de stage
104
De beroepservaring
L’expérience professionnelle
105
Het Traineeship
La formation
