Nederland (1848-1914) Flashcards

(26 cards)

1
Q

Veranderingen in de 19e eeuw

A

Economisch (industrie)
Politiek (uitbreiding kiesrecht)
Imperialisme (groot rijk - grondstoffen)
Sociaal (vrouwenrechten - rechten van arbeiders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Grondwet van 1848

A

Door Thorbecke geschreven na dreigende revolutie:

  • Ministeriële verantwoordelijkheid (Koning is onschendbaar maar nergens voor verantwoordelijk)
  • Tweede kamer krijgt wetgevende rechten en controlerende rechten
  • Rechtstreekse verkiezingen gemeenteraad en 2de kamer
  • Censuskiesrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wetgevende rechten

A

Recht van amendement (wijzigen)
Recht van initiatief
Stemrecht
Budgetrecht (geld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Controlerende rechten

A

Recht van interpellatie (minister naar de Kamer halen)
Vragenrecht
Enqueterecht (onderzoek doen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De sociale kwestie

A

Discussie over de maatschappelijk slechte positie van de arbeiders in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sociale wetten

A

Armenwet
Kinderwetje van Houten
Ongevallenwet
Woningwet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Luxemburgse kwestie

A

De koning moet zijn minister ontslaan na een lange strijd met de Tweede Kamer over het verkopen van Luxemburg. Vanaf dit moment is het Parlement de baas in Nederland: geen koning kan meer zomaar doen wat hij wil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Emancipatie

A

Opkomen voor gelijke rechten van vrouwen en arbeiders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stromingen: liberalisme, socialisme, feminisme en confessionalisme

A

Liberalisme: vrijheid voor het individu (economisch en politiek)
Socialisme: gelijkheid voor arbeiders (economisch en politiek)
Feminisme: gelijkheid voor vrouwen
Confessionalisme: christelijke politiek voor een christelijke samenleving (katholiek en protestant)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ARP (antirevolutionaire partij)

A

Politieke partij voor protestanten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

RKSP (Rooms Katholieke volkspartij)

A

Politieke partij voor katholieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

SDAP (Sociaal Democratische Arbeiderspartij)

A

Politieke partij voor socialisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aletta Jacobs

A

Eerste vrouwelijke student aan de universiteit, een leider binnen de eerste feministische golf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wilhelmina Drucker

A

Oprichtster van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Schoolstrijd

A

Discussie over of Christelijke scholen wel of geen staatssteun zouden moeten krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kiesrechtstrijd

A

Eerste feministische golf streed voor kiesrecht

17
Q

Grondwet van 1887

A

Kiesrecht uitgebreid tot ‘geschikte mannen’

Dit is zo rekbaar dat het ook wel het caoutchouc (rubberen) artikel wordt genoemd.

18
Q

Jaartallen die je moet kennen

A

1848 Grondwet
1866-1867 Luxemburgse kwestie
1887 Grondwetsherziening met caoutchouc artikel

19
Q

Koning Willem II

A

Geeft de opdracht om in 1848 een nieuwe grondwet te maken aan Thorbecke

20
Q

Rudolf Thorbecke

A

Maakt in 1848 de Nieuwe Grondwet

21
Q

Koning Willem III

A

Probeert Luxemburg op eigen houtje te verkopen - komt hierdoor in conflict met het parlement

22
Q

Abraham Kuyper

A

Oprichter van de ARP - protestantse politicus die opkwam voor de emancipatie van eenvoudige protestanten

23
Q

Herman Schaepman

A

Oprichter van de RKSP- katholieke politicus die opkwam voor de emancipatie van eenvoudige katholieken

24
Q

Pieter Jelles Troelstra

A

Socialist en oprichter van de SDAP

25
Wilhelmina
Koningin van Nederland na Willem III - tot na de Tweede Wereldoorlog
26