Nederland part 1 Flashcards
(20 cards)
verzuiling
verdeling van de samenleving op grond van verschillen in levens/wereldbeschouwing
confessionelen
doel: samenleving op basis van christelijke normen en waarden
socialisten
doel: gelijkheid en gelijkwaardigheid voor de arbeidersklasse
liberalen
doel: zoveel mogelijk vrijheid voor het individu om zich te ontplooien
NAVO
militair bondgenootschap tegen communisme
EGKS
(europese gemeenschap voor kolen en staal) gezamelijk beheer van productie van kolen en staal
natuurlijke bevolkingsgroei
meer baby’s geboren, dan mensen die doodgaan
marshallplan
economische steun van VS aan EU landen, want bang voor dreiging van het communisme in EU
geleide loonpolitiek
laag houden van lonen door de overheid
wirtschaftswunder
economisch herstel van west-duitsland
maakbare samenleving
overheid oefent veel invloed uit op de samenleving om deze te veranderen
sociale partners
werkgevers en werknemers
verzorgingsstaat
staat waarbij de overheid de welvaart en het welzijn van de burgers garandeerd
algemene ouderdomswet (AOW)
uitkering voor alle burgers van 65 jaar of ouder
consumptiemaatschappij
samenleving waarin de consumptie van goederen en diensten de status van de burgers bepalen.
burgers gebruiken hun vrije tijd vooral om te consumeren en geld uit te geven aan goederen die niet nodig zijn voor het basisonderhoud.
verstedelijking
steeds meer mensen verhuizen naar een stad of forens gemeente in de buurt van de stad
groeiende mobiliteit
steeds meer mensen hebben een auto en kunnen zich makkelijker door het land verplaatsen
ontzuiling
het wegvallen van de verzuiling door ontkerkelijking en individualisering
individualisering
mensen scheiden zich van de zuil (door toenemende vrije tijd, toenemende mobiliteit en de opkomst van de televisie)
districtenstelsel
een kiessysteem waarbij een land wordt opgedeeld in meerdere kiesdistricten, die elk één of meerdere vertegenwoordigers kiezen voor een wetgevend orgaan, zoals een parlement