Nederlands Flashcards
(33 cards)
Weerkaatsen
Bij contact in een andere richting laten schijnen
Omringen
Aan alle kanten eromheen zijn
Bundelen
Samenvoegen
Projecteren
Overbrengen
Activeren
Zorgen dat iets werkt
Succes
Gunstig afloop of resultaat
Toevallig
Niet met opzet, zonder het te willen doen
Toestemming
Aan een persoon vragen voor je het doet
Verspilt
Tijd, geld besteden zonder dat de resultaat oplevert
Traditioneel
Volgens de gewoonte
Ploegen
Grond met een ploeg bewerken
Geschikt
Als het toegepast is voor jou
Aanleggen
Gaan vastliggen
Sneu
Als iemand teleursteld
Begrip
Term, woord/het vermogen aan te voelen wat andere denken
Voorkomen
Te vinden zijn / manier waarop iemand eruitziet
Drama
Ramp/ toneelstuk met slechte afloop
Verbouwen
Telen, kweken/een gebouw of ruimte ingrijpend veranderen
Communiceren
De communicatie, manier waarop je contact hebt met anderen
Drama
Dramatisch, heel ernstig
Duurzaamheid
Duurzaam, wat la blijft bestaan
Enthousiast
Enthousiasme, gevoel dag je ergens zin in hebt
Iemand bij de neus nemen
Iemand beetnemen, hem foppen
Het ligt op het puntje van mijn tong
Op het punt staan te zeggen