nederlands 1.5 Flashcards

(29 cards)

1
Q

aan de basis staan van

A

het fundament vormen, ten grondslag liggen aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aftappen

A

door een opening naar buiten laten stromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

doorgronden

A

helemaal begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

er geen brood in zien

A

denken dat het geen succes gaat worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de ether

A

vloeistof die vroeger in het ziekenhuis werd gebruikt als verdovings-en ontsmettingsmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

evolueren

A

(zich) langzaam ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

excentriek

A

ongewoon, opvallend, buitenissig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

flamboyant

A

buitensporig, overdreven opvallend, excentriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het gedachtegoed

A

visie, geheel ideeën van iets of iemand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

grofweg

A

ruw geschat, ongeveer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

idealistisch

A

gericht op het bereiken van een ideaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de ingenieur

A

iemand die is afgestudeerd aan een technische hogeschool, universiteit of landbouwuniversiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

laat staan (dat)

A

en al helemaal niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de multinational

A

onderneming met vestigingen in verschillende landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de neurose

A

psychisch lijden van iemand die overdreven bezorgd of angstig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de obsessie

A

abnormaal veel belangstelling voor iets hebben

17
Q

onderwaarderen

A

te laag waarderen, miskennen

18
Q

ongelimiteerd

A

onbeperkt, oneindig

19
Q

ontegenzeggelijk, ontegenzeglijk

A

onbetwistbaar, zodat het niet tegengesproken kan worden

20
Q

op alle fronten

A

op alle denkbare manieren

21
Q

de passant

A

voorbijganger

22
Q

het patent

A

octrooi; het (tijdelijke) recht om als enige iets te mogen maken en verkopen

23
Q

potentieel

A

mogelijk, het zou kunnen gebeuren

24
Q

profetisch

25
de smetvrees
ziekelijke angst om vuil of besmet te worden
26
de tegenpool
wie in bijna alles van een ander verschilt
27
het toonbeeld
het ideale voorbeeld
28
de visionair
iemand met een duidelijk idee van hoe iets zich in de toekomst kan ontwikkelen
29
de visualisatie
in gedachten voorstellen hoe iets eruitziet