nederlands Flashcards

(14 cards)

1
Q

Leeservaring beschrijven

A

Wat het verhaal met je doet

Hoe realistisch je een verhaal vindt

Wat je van de boodschap of levensopvatting in het verhaal vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerken van een verhaal

A

Er zijn personages met wie kunt meeleven

Er is een aanleidingdie iets in beweging brengt

Er is een volgorde van gebeurtenissen, oorzaak gevolg, een begin en een eind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan je laten zien hoe realistisch een verhaal is

A

Met behulp van een realisme lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is eufenisme?

A

een directe omschrijving vervangen met iets wat meer verzachtends is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is understatement?

A

tegenovergestelde van overdrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is paradox?

A

je verbind 2 tegengestelde woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is retorische vraag?

A

je stelt een vraag waar je geen antwoord op verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is pleonasme?

A

extra woord bijv: de witte sneeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is tautologie?

A

dubbel woord bijv: echt werkelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een moraal?

A

een wijze les in een verhaal/gedicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe zorg je voor spanning?

A

met een open plek. bijv: uitstel, vermoeden, onverwachte wending

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is een sonnet

A

heeft 14 regels
meestal 2 kwatrijnen en 2 terzetten
na de 2 kwatrijnen een wending

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke verschillende strofen zijn er

A

distichon=2
terzet=3
kwatrijn=4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een enjambement

A

als een zin langer is dan een versregelen en dus doorloopt naar de volgende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly