nederlands perron 1 zakelijke tekst Flashcards

(13 cards)

1
Q

wat is een onderwerp van een tekst

A

een korte zin waar de hele tekst over gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een hoofdgedachte

A

het belangerijkste wat de schrijver over de tekst zegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de volgorde van een tekst

A

titel, inleiding, kern, slot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een deelonderwerp

A

het onderwerp van een alinea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een deelhoofsgedachte/kernzin

A

vaak de laatste zin van een alinea met de belangerijkste informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de signaalwoorden van tegenstelling

A

maar,toch,echter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de woorden van voorbeel

A

zoals,bijvoorbeeld,onder andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de woorden van opsomming

A

ten eerste, ten slotte, ook, en, bovendien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de woorden van conclusie

A

dus, kortom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de woorden van reden

A

want, omdat, kortom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de woorden van mening en argument

A

omdat, daarom, want

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de woorden van oorzaak en gevolg

A

doordat, daardoor, door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly