nederlands woordenkraker6 Flashcards

(32 cards)

1
Q

een kleine hoeveelheid

A

het accent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorafgaand aan: ook: snelle inleidende loop

A

de aanloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

tijdstip waarop een beslissende verandering plaatsvindt

A

het keerpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

reeksproducten

A

gamma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

zichzelf geweldig vinden

A

naast zijn schoenen lopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tot een bepaalde periode horen

A

dateren uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zeer eenvoudig

A

sober

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ergens winst uit halen

A

ergens profijt uit halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ergens mee vandoor gaan

A

aan de haal gaan met

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

veelvuldig uitgebreid

A

kwistig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

iemand verstomd doen staan

A

iemand van de wijs brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zijn naam niet gestolen hebben

A

de naam van iemand klopt duidelijk bij karaktertrekken of eigenschappen van diezelfde persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

erg genieten

A

zich tegoed doen aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de locatie/plaats bepalen

A

lokaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

nabootsen

A

simuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voorbereiden

15
Q

zien, observeren

16
Q

de baas spelen

17
Q

neerschrijven, vaak formeel

18
Q

zenuwachtig heen en weer lopen

18
Q

ergens reclmae voor maken

19
Q

een glazen doorzichtige beker die vaak in labo’s worden gebruikt

19
Q

beter maken

A

optimaliseren

20
Q

een moordwapen met een vallend mes dat een hoofd van een veroordeelde kan afhakken

21
een luxueus bubbelbad
jacuzzi
22
een codesysteem waarbij lange of korte klikjes worden gebruikt
morsecode
23
een rond glazen doorzichtig schaaltje dat in labo's word gebruikt
petrischaaltje
24
een foto van je botten
röntgenfoto
25
een oud vervoersmiddel (grote ballon gevuld met gas met daaronder een cabine voor mensen)
zeppelin
25
een manier van schrijven voor blinde mensen
brailleschrift
26
een toestel dat de mate van radioactiviteit meet
geigerteller
27
een handeling die je uitvoert door je 2 armen rond het lichaam van de stikkende persoon te plaatsen en met trekkende bewegingen iets dat de luchttoevoer tegenhoudt, terug uit het lichaam te persen
heimlichgreep