nederlands woordenschat kopen 1 Flashcards

(39 cards)

1
Q

bestedingsruimte

A

maximale geldbedrag dat je kunt uitgeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bestseller

A

iets wat goed verkocht word

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bijouterie

A

sieradenwinkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

CBS

A

Centraal Bureau voor de Statistiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

consument

A

klant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

consumentenvertrouwen

A

vertrouwen van de kopers in de economie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

contracten

A

schriftelijk vastgelegde overeenkomste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

deals

A

overeenkomsten; afspraken; transacties; handeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

delicatesse

A

lekkernij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

etalage

A

ruimte achter een winkelruit waar goederen zijn uitgestald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

exclusief

A

zeer bijzonder en duur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

factuur

A

rekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

FAQ

A

Frequently Asked Questions; veelgestelde vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fouilleren

A

iemands lichaam aftasten om te zien of hij verboden dingen bij zich heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

garantie

A

waarborg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

grondstoffen

A

natuurlijke materialen die de basis vormen voor een product

17
Q

impulsaankoop

A

plotselinge aankoop waarover je niet goed hebt nagedacht

18
Q

inflatie

A

waardevermindering van het geld

19
Q

invoerrechten

A

belasting op de invoer van goederen

20
Q

koopbereidheid

A

bereidheid van consumenten om producten te kopen

21
Q

kwartaal

A

eerste, tweede, derde of vierde kwart van een jaar

22
Q

leasen

A

voor een lange periode huren tegen een vast bedrag

23
Q

leverancier

A

bedrijf dat producten levert

24
Q

levertijd

A

tijd die nodig is om een product te kunnen (af)leveren

25
logistiek
transport
26
multinational
groot bedrijf met vestigingen in verschillende landen
27
offerte
prijsafspraak
28
petrochemische producten
producten die gemaakt worden bij de verwerking van aardolie
29
promotie
verkoopbevordering; verkoopstimulering; aanbieding; reclame
30
rendabel
winstgevend
31
restaurant
plaats waar je tegen betaling kunt eten
32
retail
detailhandel
33
retourneren
terugsturen; terugbrengen
34
sales
opruiming
35
sectoren
economische onderdelen van de maatschappij
36
tracking
volgen
37
traiteur
iemand die lekkere etenswaren maakt en verkoopt
38
verzendkosten
kosten van het versturen
39
winstmarges
deel van de verkoopprijs dat overblijft als winst