nederlands woordenschat kopen 1 Flashcards
(39 cards)
bestedingsruimte
maximale geldbedrag dat je kunt uitgeven
bestseller
iets wat goed verkocht word
bijouterie
sieradenwinkel
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
consument
klant
consumentenvertrouwen
vertrouwen van de kopers in de economie
contracten
schriftelijk vastgelegde overeenkomste
deals
overeenkomsten; afspraken; transacties; handeltjes
delicatesse
lekkernij
etalage
ruimte achter een winkelruit waar goederen zijn uitgestald
exclusief
zeer bijzonder en duur
factuur
rekening
FAQ
Frequently Asked Questions; veelgestelde vragen
fouilleren
iemands lichaam aftasten om te zien of hij verboden dingen bij zich heeft
garantie
waarborg
grondstoffen
natuurlijke materialen die de basis vormen voor een product
impulsaankoop
plotselinge aankoop waarover je niet goed hebt nagedacht
inflatie
waardevermindering van het geld
invoerrechten
belasting op de invoer van goederen
koopbereidheid
bereidheid van consumenten om producten te kopen
kwartaal
eerste, tweede, derde of vierde kwart van een jaar
leasen
voor een lange periode huren tegen een vast bedrag
leverancier
bedrijf dat producten levert
levertijd
tijd die nodig is om een product te kunnen (af)leveren