Neuro achtergrond en LO Flashcards
(37 cards)
Probleem met articuleren en stemgeving heet (1)
Probleem in de taal heet (2)
1= dysartrie
2= dysfasie
Er zijn verschillende vormen van dysartrie die in verschillende hersendelen kunnen worden gevonden.
Nasale spraak, slikstoornissen en verminderde kauwkracht past bij (1)
dwanghuilen en lachen, slikstoornissen, snelle tongbeweginen gestoord (2)
1= bulbaire dysartrie (perifeer motorische neuron)
2= pseudobulbaire dysartrie (piramidebaan)
- bulbaire spieren zijn de spieren in het gezicht die gerelateerd zijn aan het kunnen spreken
- extrapyramidale verschijnselen zijn gerelateerd aan de basale ganglia
Er zijn verschillende vormen van dysartrie die in verschillende hersendelen kunnen worden gevonden.
Variatie in toonhoogte en stemvolume (1)
Zacht, monotoon en slechte articulatie (2)
1= cerebellaire dysartrie
2= extrapyramidiale dysartrie (basale kernen)
- dysartrie: probleem in de spieren verantwoordelijk voor vormen van spraak
- afasie broca: taalkundig probleem, plannen van spraak en vormen woorde
Vul in de zwarte plekken in de cirkel van Willis
Witte stof is (1;lichter/donkerder) op een CT scan
Welke beeldvormingstechniek mag niet bij het hebben van een pacemaker? (2)
1= donkerder
2= MRI
- donkerder = lagere densiteit. Denk aan dat bot een hele hoge densiteit heeft
Welke is een bloeding en welke een infarct?
Waar bestaat de tractus neurologicus uit? (8)
o Bent u duizelig?
o Heeft u hoofdpijn?
o Heeft u moeite met zien?
o Heeft u moeite met horen?
o Heeft u wel eens een insult gehad?
o Heeft u wel eens krachtsverlies in uw lijf?
o Stoornissen in coördinatie + evenwicht
o Stoornissen in gevoel?
Het neurologisch onderzoek wordt opgedeeld in 7 delen. De eerste drie zijn:
- Bewustzijn
- Hersenzenuwen
- Motoriek
Wat zijn de laatste vier?
4= Sensibiliteit
5= Coördinatie
6= Reflexen
7= Gaan en staan
Het neurologisch onderzoek wordt opgedeeld in 7 delen. De laatste vier zijn:
4= Sensibiliteit
5= Coördinatie
6= Reflexen
7= Gaan en staan
Wat zijn de eerste drie?
1= Bewustzijn
2= Hersenzenuwen
3= Motoriek
Wat zijn de 12 hersenzenuwen?
I = Olfactorius
II = Opticus
III = Oculomotorius
IV = Trochlearis
V = Trigeminus
VI = Abducens
VII = Facialis
VIII = Vestibulocochlearis
IX = Glassopharyngeus
X = Vagus
XI = Accesorius
XII = Hypoglossus
- Op Ons Oude Tuin Terras At Frits Verse Groente Van Albert Heijn
- Some Say Marry Money But My Brother Says Big Breasts Matter Most
Licht traumatisch hersenletsel is EMV:
Matig Traumatisch hersenletsel is EMV:
Zwaar Traumatisch hersenletsel is EMV:
1= 14-15
2= 9-13
3= 8 of lager
Bij het toetsen van het bewustzijn (EMV) wordt de pijnprikkel toegediend op deze plekken:
1= nagelbed
2= supra orbitaal
Wat zijn de E scores van GCS?
1= ogen blijven gesloten
2= op pijnprikkel
3= na aanspreken
4= spontaan open
Wat zijn de M scores van de GCS?
1= geen beweging
2= pathologisch strekken pijn
3= pathologisch buigen pijn
4= terugtrekking
5=lokaliseert pijnprikkel
6= opdracht uitvoeren
- lokaliseren van pijnprikkel is altijd boven de clavicula
- terugtrekking komt niet boven de clavicula
Wat zijn de V scores van de GCS?
1= geen geluid
2= onverstaanbaar geluid
3= spreekt maar geen gesprek mogelijk
4= gedesorienteerd
5= praat normaal
Welke dingen horen bij het LO voor de eerste 6 hersenzenuwen?
- conformatiemethode Donders
- pupilreflexen
- oogstand, lidspleet, volgbewegingen
- cornea reflex, sensibiliteit gelaat,
Welke dingen horen bij het LO voor de laatste 6 hersenzenuwen?
- mimiek/kracht gelaatspieren
- stand pharynxbogen
- kracht sternocleido en trapezius
- inspectie tong en bewegingen tong
Welke dingen horen bij het LO voor de motoriek?
- Inspectie atrofie
- Tonus
- Uitgestrekte armen (Barré)
- Kracht bovenste en onderste extremiteiten
- abductie armen, flexie/extensie armen en vingers
- flexie/extensie heup, knie, voeten
Welke dingen horen bij het LO voor de sensibiliteit?
- vitaal: aanraking/pijnzin
- gnostisch: vibratiezin op tenen en vingers
Welke dingen horen Welke dingen horen bij het LO voor de reflexen?
- BPR ,TPR
- KPR, APR
- Voetzoolreflex (VZR)
Welke dingen horen bij het LO voor gaan en staan?
- opstaan uit stoel
- lopen
- lopen op hakken en tenen
- koordansersgang
- Proef van Romberg
Welke specifieke testsen kunnen het LO nog aanvullend zijn?
- Lesegue test (of omgekeerde)
- Dix-Hallpike
- Kernig/Budzinsky
Bij proef van Romberg doe je het volgende:
- Achter pt staan
- Hij mag met voeten achter elkaar
- Als dit lukt met ogen open, ook met ogen dicht proberen
- Bij valneiging is proef positief
De (1; zenuw) stuurt signalen naar de hersenen van wat er gezien wordt.
Deze zenuw (2) innerveert de meeste oogspieren en geeft parasympatische innervatie van het pupil, lens en ooglid.
Deze zenuw geeft het gevoel van de cornea weer (3)
1= Nervus opticus
2= Nervus oculomotorius
3= Nervus Ophtalmicus
- cornea is voorste gedeelte van het oog
- hierdoor geeft een kras of een vlek in de cornea hetzelfde effect als dat er een kras op je fotocamera zou zitten (wazig of een vlek)
- de lens zit achter de pupil