Neuronale netwerken Flashcards

1
Q
  1. Waar komen visuele prikkels als eerste aan?
A
  1. Primaire visuele cortex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Hoe noem je een spier die ontspant als een tegenovergestelde spier aanspant?
A
  1. Een antagonist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Waardoor wordt de lengte van een spier gemeten?
A
  1. Door spierspoeltjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Hoe wordt een reflex genoemd die gebasseerd is op spierrekking?
A
  1. Een myotatische reflex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Hoe werken spierspoeltjes?
A
  1. Het zijn eromheen die rekking in kleine spiervezels registreren. De kleine ionkanaaltjes op de zenuweindigingen merken rek van het spiertje op, actiepotentialen worden dan opgewekt en gaan naar het ruggenmerg waar ze zorgen voor contractie van de motorneuronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Welke 2 vezels in spierspoeltjes zijn er?
A
  1. Type 1a (voor acute veranderingen in spierlengte) en type 2 (voor langdurig absolute rekkingsgraad gelijk houden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Waardoor worden grote spieren geïnnerveerd?
A
  1. Door α-motorische neuronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Waardoor worden de kleine spiervezels in spierspoeltjes geïnnerveerd?
A
  1. Door γ-motorische neuronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Wat is tonisch?
A
  1. Heel vaak info over spierrekkingsgraad gegeven, dus bij langere tijd (type 2 vezels)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Wat is fasisch?
A
  1. Kortdurend proces (type 1a)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. Waarvoor dient de innervatie van de spierspoeltjes? Door wat?
A
  1. Door γ-motorische neuronen, voor de verandering van het meetbereik van spierspoeltjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. Waarvoor zorgen γ-motorische neuronen?
A
  1. Dat de lengte van de spierspoeltjes verandert, bijv bij contractie van de spier moet de lengte van het spierspoeltje ook korter worden zodat we de rek wel kunnen blijven meten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Wat betekent een hoge spiertonus?
A
  1. Veel spanning op de spier, contractie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Wat is het effect van activatie van γ-motorische neuronen op de spiertonus?
A
  1. Activatie van γ-motorische neuronen zorgt voor contractie van de spiervezels. Hierdoor denkt je lichaam dat er aan de extrafusale spiervezels getrokken wordt en zal dat registreren als rekking van de spier. De 1a vezels zullen de α-motorische neuronen activeren zodat er contractie in de spier plaats gaat vinden. De spiertonus gaat dus omhoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Wat is de γ-lus?
A
  1. De γ-neuronen activeren de spierspoeltjes en daarmee ook indirect de extrafusale spiervezels. Hierdoor spant de hele spier aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  1. Hoe heten de spiervezels in spierspoeltjes en hoe heten die buiten de spierspoeltjes?
A
  1. Intrafusale en extrafusale spiervezels
17
Q
  1. Wat zijn peeslichaampjes van Golgi?
A
  1. Meetinstrumenten van een spier die in de pees liggen
18
Q
  1. Waaruit bestaat een pees?
A
  1. Collageen fibrillen
19
Q
  1. Hoe werken peeslichaampjes van Golgi?
A
  1. Als er spanning op de collageen fibrillen in een pees komt, worden de zenuwuiteinden die daartussen liggen uitgerekt waardoor actiepotentialen in de 1b-vezels ontstaan. Ze remmen de α-motorische neuronen va de eigen spier en zorgen juist voor activatie van de antagonist
20
Q
  1. Hoe liggen spierspoeltjes geschakeld met de spier? Wat is hier het gevolg van?
A
  1. Parallel, waardoor als de spier contracteerd, de spierspoeltjes juist los komen te hangen. Dat legt ook uit waarom bij contractie van de spierspoeltjes, het lichaam denkt dat de spier juist uitgerekt wordt en daardoor als reflex zorgt voor spanning van de spier
21
Q
  1. Hoe liggen peeslichaampjes geschakeld met de spier? Wat is hier het gevolg van?
A
  1. In serie, waardoor bij contractie van de spier het peeslichaampje ook wordt gecontracteerd
22
Q
  1. Wat is het verschil tussen spierspoeltjes en peeslichaampjes wat betreft waar ze voor zorgen bij hun bijbehorende spier?
A
  1. De spierspoeltjes zorgen voor de lengte van de spier terwijl de peeslichaampjes zorgen voor de kracht van de spier
23
Q
  1. Waarvoor zorgt de monosynaptische spierrekkingsreflex wanneer de boot waarop je staat naar achteren schommelt? Wat is dit voor reflex?
A
  1. Dit is de reflex via spierspoeltjes. Hij zorgt ervoor dat je achterover valt
24
Q
  1. Wat is de gekruiste strekreflex?
A
  1. Als je je teen stoot, van je andere been via exciterende neuronen in je ruggenmerg juist extra geactiveerd worden waardoor je je gewicht meer op dat been kan zetten en je voet terug trekken