Neurotransmitters 6 Flashcards

(27 cards)

1
Q

GABA

A

belangrijkste inhibitorische neurotransmitter in hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

GABA-erge neuronen

A
  • Chandelier cells
  • Aspiny stellate cells
  • Basket cells
  • Zeldzaam : GABA-erge projectieneuronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Karakteristieken GABA-erge neuronen

A
  • Korte vertakkingen
  • Connecteren lokaal = interneuronen
  • (meestal) inhibitorische in hersenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat met GABA na vrijstelling?

A
  • Presynaptische reuptake door GAT
  • Opname in astrocyten door GAT waar het wordt omgezet in glutamaat door GABA transaminase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

GABA-shunt

A

= Zijspoor van Krebs cyclus
alfa-ketoglutaraat wordt in cytosol omgezet naar glutamaat
glutamaat wordt omgezet in GABA door glutamaat decarboxylase
GABA wordt via GABA transaminase terug omgezet in glutamaat in astrocyten
glutamaat wordt omgezet in succinaat en kan terug deelnemen aan Krebs cyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

GABA receptoren

A

GABA A = ionotroop chloor kanaal
-> Influx van chloor zorgt voor IPSP dat zorgt voor hyperpolarisatie van de cel
GABA B = metabotrope GPCR
-> Zorgt voor activatie van adenylaat cyclase met downstream effecten via cAMP en directe effecten op kanalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

GABA A

A

= heteropentameer
-> Keuze uit alfa, beta, gamma en andere subunits

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Modulatorische sites op GABA A

A
  • GABA bindingsplaats op alfa of beta
  • Benzodiazepine site op alfa of gamma
  • Steroid site (effect op mood)
  • Barbituraat site (doet duur van openstaan van kanaal toenemen)
  • Picrotoxin site
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Agonisten en antagonisten van GABA A

A

Agonisten
- GABA
- Muscimol
- GHB (date rape drug)
Antagonisten
- Bicuculline = competitieve inhibitor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rol van GABA-erge neurotransmissie

A
  • Pre-synaptische inhibitie
    -> Inhibitie op presynaptisch uiteinde van glutamerge synaps met minder glutamaat vrijstelling tot gevolg
    = indirecte inhibitie
  • Post-synaptische inhibitie
    = directe inhibitie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Baclofen

A

= geneesmiddel tegen spierspasticiteit
Werkt via pre-synaptische inhibitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rol van GABAerge interneuronen bij surround inhibitie

A

2 glutamerge neuronen worden geactiveerd
-> Gaan 2 GABA erge interneuronen activeren
GABA erge interneuronen gaan de 2 actieve glutamerge neuronen inhiberen = temporal containment
GABA erge interneuronen gaan de niet-actieve glutamerge neuronen in de buurt inhiberen = spatial containment
-> Nog veel andere systemen betrokken bij epilepsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Glycine

A

= kleinste aminozuur
= belangrijkste inhibitorische neurotransmitter in ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Glycine receptor

A

heteropentameer met verschillende subunits
Vormt ionkanaal permeabel voor chloor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Strychine

A

= glycine antagonist
-> Rattenvergif
-> Veroorzaakt onwillekeurige contracties van skeletspieren met dood tot gevolg door ademhalingsstilstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Neuropeptiden

A

= niet klassieke neurotransmitters
worden gesynthetiseerd in Soma van neuron
worden opgeslagen in large dense core vesicles

17
Q

Endogene opioide peptides

A

soort neuropeptiden
opioid verwijst naar zijn afkomst uit de klaproos
gebruikt voor sedatie en analgesie`
endogeen pijnonderdrukkende molecules
meerdere klassen:
- endorfines (meestal mu)
- enkefalines (meestal delta)
- dynorfines (meestal kappa)
- endomorfines (altijd mu)

18
Q

Substance P en CGRP

A

Soorten neuropeptides
Rol bij de pijnsystemen

19
Q

Effecten enkephaline vrijstelling op mu receptor

A
  • Pre-synaptisch inhibitie van calcium kanalen
  • Post-synaptisch stimulatie van kalium kanalen
    Resulteert in onderdrukking van de pijn
20
Q

Galanine

A

= neuropeptide
Doet ons in slaap door de onderdrukking van arousal
Vrijstelling door VLPO (ventrolaterale preoptische nucleus)

21
Q

Orexine

A

= neuropeptide
functie in slaap-waak cyclus
functie bij voedselinname

22
Q

ATP als neurotransmitter

A

= purinerge neurotransmissie
komt vrij door diffusie en een beetje vesiculair -> Geen klassieke neurotransmitter
werkt in op P2X (ionotroop) en P2Y (metabotroop)
wordt afgebroken tot xanthine
Geassocieerd met pijn van afdalende niersteen

23
Q

Effecten van adenosine

A
  • Inhibitie van cholinerge neuronen in nucleus baslis van Meynert
  • stimulatie VLPO
24
Q

Caffeine

A

Inhibitie van adenosine receptoren

25
Cannabinoïden
= niet klassieke neurotransmitters = retrograde neurotransmitters lichaamseigen agonisten: - anandamide - 2-AG receptoren: - CB1 in CZS (pre-synaptische, zorgt voor minder nt vrijstelling en toename k-stroom en afname ca-stroom) - CB2 voornamelijk perifeer effecten: - kalmerend - pijnonderdrukkend - euforiserend - droom stimulerend
26
Anandamide
Wordt uit zelfde voorlopermolecule gevormd als arachidonzuur pathways voor afbraak: - wordt door LOX omgezet in metabolieten - kan ook omgezet worden in arachidonzuur
27
Gasvormige neurotransmitters
binden niet op receptor en niet opgeslagen in vesikels = niet klassieke neurotransmitters NO activeert guanylaat cyclase met vorming van cGMP CO heeft ook effect op cGMP