Nouns Flashcards
(66 cards)
1
Q
Vegetable
A
De groente
De groenten
2
Q
Clog
A
De klomp
De klompen
3
Q
Skirt
A
De rok
De rokken
4
Q
Hat
A
De hoed
De hoeden
5
Q
Soup
A
De soep
De soepen
6
Q
Clothes
A
De kleren
7
Q
Milk
A
De melk
8
Q
Newspaper
A
De krant
De kranten
9
Q
Apple
A
De appel
De appels
10
Q
Man
A
De man
De mannen
11
Q
Woman
A
De vrouw
De vrouwen
12
Q
Boy
A
De jongen
De jongens
13
Q
Rice
A
De rijst
14
Q
Pepper
A
De peper
15
Q
Pasta
A
De pasta
16
Q
Coffee
A
De koffie
De koffies
17
Q
Chicken
A
De kip
De kippen
18
Q
Banana
A
De banaan
De bananen
19
Q
Sandwich
A
De boterham
De boterhammen
20
Q
Bear
A
De beer
De beren
21
Q
Crab
A
De krab
De krabs
22
Q
Pants
A
De broek
De broeken
23
Q
Coat
A
De jas
De jassen
24
Q
Shoe
A
De shoen
De shoenen
25
Turtle
De schildpad
De schildpadden
26
Spider
De spin
De spinnen
27
Horn
De hoorn
De hornen
28
Bird
De vogel
De vogels
29
Cat
De kat
De katten
30
Tea
De thee
De thees
31
Strawberry
De aardbei
De aardbeien
32
Duck
De eend
De eenden
33
Fish
De vis
De vissen
34
Cow
De koe
De koeien
35
Tomato
De tomaat
De tomaten
36
Goose
De gans
De gansen
37
Mous
De muis
De muizen
38
Dog
De hond
De honden
39
Elephant
De olifant
De olifanten
40
Owl
De uil
De uilen
41
Rhinoceros
De neushoorn
De neushoorns
42
Meal
De maaltijd
De maaltijden
43
Menu
Het menu
De menu's
44
Juice
Het sap
De sappen
45
Water
Het water
De wateren
46
Bread
Het brood
De broden
47
Child
Het kind
De kinderen
48
Girl
Het meisje
De meisjes
49
Plate
Het bord
De borden
50
Glass
Het glas
De glazen
51
Salt
Het zout
De zouten
52
Lunch
Het middageten
53
Food
Het eten
54
Egg
Het ei
De eieren
55
Sheep
Het shaap
De schapen
56
Pig
Het varken
De varkens
57
Deer
Het hert
De herten
58
Rabbit
Het konijn
De konijnen
59
Beer
Het bier
De bieren
60
Animal
Het dier
De dieren
61
Horse
Het paard
De paarden
62
Dinner
Het avondeten
63
Shirt
Het hemd
De hemden
64
Glasses (eyewear)
De bril
De brillen
65
Underwear (undies)
Het ondergoed
66
Undergarments
De onderkleding