NV COS 530 – Steekproeven Flashcards

(56 cards)

1
Q

Wat is het doel van NV COS 530?

A

Het doel is om accountants richtlijnen te geven over steekproeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom worden steekproeven gebruikt?

A

Ze besparen tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe zorgen steekproeven voor efficiëntie?

A

Ze maken gerichte controles op basis van risico’s mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe dragen steekproeven bij aan betrouwbaarheid?

A

Ze zorgen voor statistisch onderbouwde conclusies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt getest bij juistheid?

A

Of het bedrag correct is geboekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt getest bij bestaan?

A

Of de transactie echt is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt getest bij volledigheid?

A

Of alle transacties zijn opgenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt getest bij rechten en verplichtingen?

A

Of het bedrijf verantwoordelijk is voor een verplichting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt getest bij waardering?

A

Of de juiste waarde is gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt getest bij naleving?

A

Of wet- en regelgeving worden nageleefd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt getest bij toereikendheid?

A

Of interne controles voldoende zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt getest bij nauwkeurigheid?

A

Of transacties nauwkeurig zijn vastgelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een populatie bij steekproeven?

A

De volledige groep gegevens waaruit de steekproef wordt getrokken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke vragen stelt de accountant over de populatie?

A

Wat is de volledige populatie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kan een voorbeeld zijn van een volledige populatie?

A

Alle verkoopfacturen van een jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke vraag stelt de accountant over subgroepen?

A

Zijn er subgroepen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat kan een voorbeeld zijn van een subgroep?

A

Grote of kleine transacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke vraag stelt de accountant over risico’s?

A

Zijn er specifieke risico’s?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat kan een voorbeeld zijn van een specifiek risico?

A

Nieuwe leveranciers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is steekproefrisico?

A

De kans dat de steekproef een verkeerde conclusie oplevert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een voorbeeld van steekproefrisico?

A

2 van 40 gecontroleerde facturen zijn fout → mogelijk meer in de populatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is niet-steekproefrisico?

A

Fouten door beoordelingsfouten of verkeerde selecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is een voorbeeld van niet-steekproefrisico?

A

De accountant beoordeelt een fout verkeerd.

24
Q

Hoe kan het steekproefrisico worden verlaagd?

A

Door de steekproefomvang te vergroten.

25
Wat is nog een manier om steekproefrisico te verlagen?
Door gericht te controleren op risicovolle elementen.
26
Welke steekproefmethoden zijn er?
Aselecte steekproef.
27
Wanneer wordt een aselecte steekproef gebruikt?
Wanneer de populatie homogeen is en er geen specifieke risico’s zijn.
28
Wat is een voorbeeld van een aselecte steekproef?
50 willekeurige inkoopfacturen controleren.
29
Wanneer wordt een systematische steekproef gebruikt?
Bij een grote populatie waarbij de steekproef gelijkmatig wordt verspreid.
30
Wat is een voorbeeld van een systematische steekproef?
Elke 20e factuur controleren.
31
Wanneer wordt een monetaire eenheidssteekproef (MUS) gebruikt?
Bij controles gericht op hoge bedragen.
32
Wat is een voorbeeld van MUS?
Alle facturen boven €25.000 controleren.
33
Wanneer wordt een gerichte steekproef gebruikt?
Bij specifieke risico’s.
34
Wat is een voorbeeld van een gerichte steekproef?
Alleen nieuwe leveranciers controleren.
35
Welke stappen zijn er bij de uitvoering van een steekproef?
Selecteren van steekproefitems.
36
Hoe kunnen steekproefitems worden geselecteerd?
Met software.
37
Wat is een andere manier om steekproefitems te selecteren?
Handmatig.
38
Wat is de volgende stap na selectie van steekproefitems?
De controles uitvoeren.
39
Welke controle wordt uitgevoerd bij juistheid?
Controle of boekingen correct zijn.
40
Welke controle wordt uitgevoerd bij bestaan?
Controle of de transactie echt is.
41
Welke controle wordt uitgevoerd bij volledigheid?
Controle of alle transacties zijn opgenomen.
42
Welke controle wordt uitgevoerd bij rechten en verplichtingen?
Controle of de verplichtingen correct zijn.
43
Welke controle wordt uitgevoerd bij waardering?
Controle of de juiste waarde is gebruikt.
44
Wat gebeurt er na de controles?
Bevindingen worden vastgelegd.
45
Hoe worden bevindingen vastgelegd?
Door documentatie van fouten en afwijkingen.
46
Wat gebeurt er met de bevindingen?
Ze worden besproken met de klant.
47
Wat analyseert de accountant bij fouten?
Of ze incidenteel of structureel zijn.
48
Wat doet de accountant bij structurele fouten?
Aanvullende controles uitvoeren.
49
Wat is extrapolatie bij steekproeven?
Het schatten van fouten in de gehele populatie op basis van de steekproef.
50
Hoe wordt extrapolatie toegepast?
Door een proportionele analyse.
51
Wat is een voorbeeld van extrapolatie?
Als 5% van de steekproef fouten bevat, kan dit wijzen op een vergelijkbaar percentage in de hele populatie.
52
Welke correctieve maatregelen kan de accountant voorstellen?
Extra controles.
53
Wat is een andere correctieve maatregel?
Aanpassen van interne processen.
54
Welke adviezen kan de accountant geven op basis van de steekproef?
Verbetering van interne controles.
55
Wat is een ander advies op basis van de steekproef?
Training van personeel.
56
Welke follow-up actie kan de accountant voorstellen?
Een latere controle om verbeteringen te verifiëren.