Objectief en subjectief recht: buitencontractuele foutaansprakelijkheid Flashcards
(11 cards)
Wat stelt artikel 6.5 van het Burgerlijk Wetboek?
Iedereen is aansprakelijk voor schade die hij door een fout aan een ander toebrengt.
Wat creëert artikel 6.5 BW voor slachtoffers, zoals bij verkeersongevallen?
Een subjectief recht op schadeloosstelling.
Wat zijn de drie bestanddelen van buitencontractuele foutaansprakelijkheid?
i) De fout, ii) De schade, iii) Het oorzakelijke verband.
Wat moet de benadeelde bewijzen om recht te hebben op schadevergoeding?
De fout, de schade en het oorzakelijke verband.
Waarom is artikel 6.5 BW belangrijk voor slachtoffers?
Het biedt hen een juridische basis om schadevergoeding te eisen voor geleden schade door fouten van anderen.
Wat definieert artikel 6.6 van het Burgerlijk Wetboek?
Een fout is de schending van een wettelijke regel die gedrag oplegt of verbiedt, of de algemene zorgvuldigheidsnorm.
Wat is een resultaatsverbintenis?
Een verplichting om een specifiek resultaat te bereiken, bijvoorbeeld het verbod om door een rood licht te rijden.
Wat is een inspanningsverbintenis?
De verplichting om alle redelijke zorg aan te wenden om een bepaald resultaat te bereiken, zoals het aanpassen van de snelheid aan de omstandigheden.
Hoe wordt het gedrag van een bestuurder beoordeeld?
Aan de hand van wat een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde situatie zou doen, rekening houdend met specifieke omstandigheden.
Wat geldt voor minderjarigen onder de 12 jaar volgens artikel 6.9 BW?
Ze zijn niet aansprakelijk voor schade.
Hoe wordt omgegaan met aansprakelijkheid van geestesgestoorden?
Personen met een geestesstoornis kunnen aansprakelijk zijn, maar de rechter kan deze aansprakelijkheid beperken, afhankelijk van de omstandigheden.