Oftalmo: Foto's

Question 1

Answer 1

Cornea Leucoom: deel van de iris is niet zichtbaar door de witte opaciteit van de cornea = litteken = leucoom

Question 2

Answer 2

Verbranding met fluo positieve zones (groene kleur): groene zones: epiteeldefect, opake cornea => verbranding

Question 3

Answer 3

Ciliaire injectie; vervormde pupil; kunstlens gedeeltelijk voor en achter d iris; afzonderlijke suturen, radiaal = hechtingen van nieuwe lens in de VK die gedeeltelijk achter de iris is geluxeerd.

Question 4

Answer 4

Ciliaire injectie (pericorneaal); verkalkte lensrest in de voorkamer => mature cataract

Question 5

Answer 5

Ciliaire injectie; hoornvliestransplantatie= corneatransplantatie; fluo positief ulcus van 2h tot 4h30 (ulcus op zijn greffe), hechtingen radiaal

Question 6

Answer 6

Carotido-caverneuze fistel (= tss sinus cavernosus en carot) : rode diepe vaten rondom rond, zijn kronkelig en gezwollen = caput medusae, episclerale vaten, dikwijls na abces in de ooghoek -> septische trombose sinus cavernosus
Arcus senilis rond limbus, chol. die opstapelt

Question 7

Answer 7

Wit pseudofaak oog met voorkamerlens en iridectomie om 12h (klein zwart driehoekje)

Question 8

Answer 8

pterygium (=fibrovasc overgroei van conj in cornea): conj is niet normal, gelokaliseerd rood: bestaat uit BV die groeien in vlies op hoornvlies, vaak bij mensen die veel blootgesteld zijn aan zon en wind

Question 9

Answer 9

Intense ciliaire injectie; cornea ulcus met hypopyon : denk aan keratitis, uveitis(voorste: miot pupil en precipitaat endotheel ) of AHGH. Bij keratitis verschil tss bacteriele (enkele dagen) acantamoeba ( weken +epitheeldefect) en mycotisch (weken tot mnd).

Question 10

Answer 10

Wit oog; arcus senilis of gerontotoxon = cholesterolopstapeling

Question 11

Answer 11

Sequellen van een chemische verbranding; opacificatie van de cornea , pupil niet zichtbaar, gelokaliseerde roodheid: nieuwvorming van BV=conjunctivalisatie omdat stamcellen van limbus zijn vernietigd → BV groeien

Question 12

Answer 12

Anterieure synechieën ( adhesies tussen iris en cornea) . Je ziet een dunne spleet licht door de cornea

Question 13

Answer 13

Intense ciliaire injectie; volledige necrose van de cornea, die volledig opaak is(bacteriele infectie wnat dit op enkele dagen) , etterslierten → bact ulcus en necrose, oog niet meer te redden

Question 14

Answer 14

Ciliaire injectie bovenaan; cornea ulcusvan 11h tot 12H30 fluo positief; wschl. Herpes simplex

Question 15

Answer 15

Ciliaire injectie; iris bombans; onregelmatige pupil en cataract , onregelmatig corneaeptiheel, spleet v cornea en iris: hier komen deze twee samen ( 2 lichtflitsen op ongeveer 12h) -> goniosynechieën

Question 16

Answer 16

Peg geplaatst na enucleatie en hydroxyapatiet implant

Question 17

Answer 17

Wit oog; maximale dilatatie, opake lens; congenitaal cataract

Question 18

Answer 18

Onregelmatige pupil, witte conj, iris nl

Question 19

Answer 19

Diffuse scleritis : episcleritis : diffuse roodheid

Question 20

Answer 20

Diffuse scleritis na behandeling (NSAID)

Question 21

Answer 21

Diffuse scleritis na behandeling (NSAID)

Question 22

Answer 22

Kleine iridectomie om 12 h: witte, avasculaire fistel bovenaan (mitomycine bleb) na trabeculectomie , sterk risico voor infecties

Question 23

Answer 23

Kleine iridectomie na druppel fluoresceine : Fluoresceine lekkage uit fistel (Seidel fenomeen) (gaatje in conjunctiva langswaar vocht wegloopt), hypotonie: lage oogdruk

Question 24

Answer 24

Litteken na dacryocystorinostomie

Question 25

Answer 25

Intense ciliaire injectie, vnl thv limbus, iris niet goed zichtbaar, ulcus : kleine extasie van het MB van Descemet : descemetocoele en hypopyon

Question 26

Answer 26

Speetlamp doorsnede van een congenitale cataract : gespikkelde opake lens

Question 27

Answer 27

Intense ciliaire injectie; diffuus cornea oedeem; immuunring thv de cornea ,Acanthamoeba ulcus , reflet onregelmatig=aandoening epitheel

Question 28

Answer 28

pterygium : kleine gevasculeerde tumor die over cornea groeit

Question 29

Answer 29

Intense ciliaire injectie; iris bombans (iris verkleefd met cornea); cornea niet helder, semimidriase (itt tot uveits) : typisch AGHG

Question 30

Answer 30

Feeder vessels; heldere cornea; gevasculariseerde massa in de voorkamertussen cornea en iris , anamnese mamaca, dilatatie BV = meta mammaca in VK (= zeldzaam)

Question 31

Answer 31

Bilat : Ciliaire injecie; cornea ulcus met uitgebreide perforatie en prolaps van de iris (iets bruins : iris komt piepen door gat in de cornea) : scleritis en periferal culceral keratitis = corneal melting = AIZ, man met RA

Question 32

Answer 32

Bilat:Rode ontstoken ooglidranden (blefaritis) en marginale ulceratie; let op de verdunning van de cornea op doorsnede , cornea nog niet geperforeerd, komt ook voor bij RA

Question 33

Answer 33

Diffuse retroilluminatie :Pseudofakie; kunstlens zichtbaar in retroilluminatie; ook de contouren van de voorste capsulorhexis zijn te zien . weerkaatsing van 2 lenzen: er ztiten 2 lenzen in 1 oog -\> waarom?! (op EXAMEN)

Question 34

Answer 34

Bindweefselsgtrengen in de onderste fornix (oculair pemphygoid) (knn littekens zijn na verbranding): cicatricieel pempigoid = AIZ =\> verstrijken van de fornix

Question 35

Answer 35

Wit oog; geen irisdetail zichtbaar; pupilopening nauwelijks te vermoeden (zwaar cornea oedeem)

Question 36

Answer 36

Totale witte cataract; irispigment op de lvoorste lenskapsel , reflet op cornea en iris OK, kleine bruine driehoekjes = congenitale anomalie = proces ciliaris

Question 37

Answer 37

Geluxeerde achterkamerlens (kunstlens) (retroilluminatie) : pt ontevreden want monoculaire diplopie.

Question 38

Answer 38

Traumatische irisscheur . OPtische delen (cornea helder, lens op zn plaats en retina OK) van het oog is perfect. Iris loopt weg in de rand

Question 39

Answer 39

Idem in retroilluminatie; let op de insertie van de zonulavezels (klachten vd pt: fotofobie en reflexies)

Question 40

Answer 40

Ciliaire injectie; cornea ulcus

Question 41

Answer 41

Tumoraal letsel thv de nasale ooghoek met centrale ulceratie

Question 42

Answer 42

EX !!!!Occlusie van de vena centralis retinae (let op de gestuwde venen en de verspreide bloedingen) donker: venen, licht: arteriën

Question 43

Answer 43

Sterk geexcaveerde papil (gevorderd open hoek glaucoom) : nle vaten

Question 44

Answer 44

Hoornvliestransplantatie; afzonderlijke suturen; opake acceptorcornea nasaal en vervormde iris (greffe voor perforerend trauma)

Question 45

Answer 45

Intense ciliaire injectie; diffuus cornea oedeem; immuunring en verdunning van de centrale cornea (infectiieus ulcus)

Question 46

Answer 46

Canaliculitis (infectie met actinomyces) : etterpunt

Question 47

Answer 47

Intense ciliaire injectie; volledig necrotische cornea (bacterieel ulcus)

Question 48

Answer 48

Litteken na cornea perforatiemet adhesies tussen iris en corneaal litteken

Question 49

Answer 49

verbranding

Question 50

Answer 50

/

Question 51

Answer 51

Follikels( itt papels zijn gevasculariseerd) op de bovenste tarsus; merk op dat de vertikale vaten niet langer zichtbaar zijn : knobbeltje is afkomstig van lymfeklieren: tracheoom: virale conjunctivitis

Question 52

Answer 52

Scheur van de irisbasis met zichtbaar worden van de lensrand en de zonulavezels

Question 53

Answer 53

Iris bombans

Question 54

Answer 54

Zeer ondiepe voorkamer

Question 55

Answer 55

/

Question 56

Answer 56

Congenitaaal cataract , nucleaire

Question 57

Answer 57

Congenitaal cataract in retroilluminatie : stofferig aspect nucleus, cornea nl.

Question 58

Answer 58

Dense cataract, totale cataract, bruingroen

Question 59

Answer 59

dense cataract in optische coupe met de spleetlamp : bruin = keiharde cataract: moelijke chirurgie

Question 60

Answer 60

Cornea wazig; onregelmatige pupil; totale witte cataract (juveniele reumatoide artritis)

Question 61

Answer 61

Stervormige cataract, typisch voor contusioneel trauma

Question 62

Answer 62

Bacterieel cornea absces om 12 h; let op de intense injectie en de beginnende vascularisatie van de cornea . bacht ulcus agv epitiheeldefect agv suturen postop en hierop stafylococcen

Question 63

Answer 63

Conjunctivale injectie (chronische conjunctivitis) tengevolge van klein letsel op de onderste ooglidbord, koepelvormig met een centrale krater (molluscum contagiosum)

Question 64

Answer 64

Optische snede door de lens; centrale opaciteit in de lens (congenitale cataract)

Question 65

Answer 65

conginitaal cataract in retroilluminatie, op 2u en 4u: ruitertjes erop -\> altijd congenitaal

Question 66

Answer 66

EX !!!Gevasculariseerde tumor thv het onderste ooglid met geindureerde boorden (basalioom): parelkrans , verlies wimpers, bv

Question 67

Answer 67

Zelfde patient na omklappen van het ooglid : parelkrans goed zichtbaar

Question 68

Answer 68

Blauwe verkleuring thv de sclera (staphylomata of verdunning van de sclera met doorschemeren van de uvea)

Question 69

Answer 69

Blefaritis en marginale injectie (rosacea)

Question 70

Answer 70

/

Question 71

Answer 71

Onregelmatige pupil; ciliaire injectie

Question 72

Answer 72

Roodheid van de conjunctiva temporaal en zakken van het buitenste derde van het ooglid;

Question 73

Answer 73

Roodheid en zwelling thv de traanklier (dacryoadenitis)