OKC 10 infectieleer Flashcards
(26 cards)
Kenmerken virussen
- bestaan uit DNA of RNa met een eiwitmantel
- zijn kleiner dan bacteriën
- hebben een levende cel nodig om zich voort te planten
- intracellulaire parasieten
- kunnen sluimerend aanwezig zijn in het lichaam bijv. koortslip
- kunnen DNA van de gastheer veranderen en zo auto-immuunziekten of kanker veroorzaken
overdracht van virus
direct of indirect.
bijv. geinfecteerde huid of slijmvliezen, lucht via aerosolen, via ontlasting, bloedcontact of verticale transmissie
diagnostiek virussen
- is niet microscopischt te zien
- zijn niet te kweken en niet gevoelig voor antibiotica
- serologische onderzoek (onderzoek van bloedplasma)
behandeling virussen
- het gaat van zelf over
- antivirale middelen
kenmerken bacteriën
- eencellige micro-organismen, veel kleiner dan een cel
- kunnen zelfstandig delen en ook heel snel
- mutatie
- kunnen goed overleven als sporen
- kunnen toxinen produceren –> gifstoffen
Bacteriën: wat zijn kenmerken van pathogeen micro-organismen
- dringt door huid/slijmvliezen
- beschadigt weefsel
- geeft een ontstekingsreactie
- produceert toxinen
- vermenigvuldigd zich in het lichaam
Bacteriën: wat zijn kenmerken van commensalen?
niet pathogene minor-organismen
- normale flora op huid en slijmvliezen
- dringen niet naar binnen
- voeden zich met secreet en celresten
- beschermen de gastheer tegen pathogenen
- leveren soms nuttige stoffen aan de gastheer
- kunnen onder bepaalde omstandigheden toch ziek maken
diagnostiek bacteriën
- microscopische onderzoek
- kweken op voedingsbodem
- serologie: antilichamen aantonen
behandeling bacteriën
antibioticum, antibacterieel middel, bacteriocide of bacteriostatisch
kenmerken protozoën
- eencellige dierlijke micro-organismen
- meestal een zweepdraag voor voortbeweging
- gebruiken meestal hun levenscyclus en gastheer
- meestal tropische ziekte en bij verminderde weerstand
wat is een opportunistische infectie?
Dat commensalen je toch ziek maken
ander woordt voor schimmels en gisten
fungi
Kenmerken van schimmels en gisten
- wordt bestudeerd door mycologie
- zijn een- of meercellige eakaryoten
- kunnen zich buiten de gastheer voorplanten
behandeling van schimmels en gisten
antimycotica of fungicide middelen
Ander woord voor wormen
helminthen
verschillende wormen
rondwormen, lintworemen en zuigwormen
diagnostiek van lintwormen
fecesonderzoek
behandeling lintwormen
antihelminthica
kenmerken van prionen
- zijn eiwitten met abnormale vorm en zitten in dierlijke materiaal
- kunnen niet afgebroken worden
- kunnen lichaamseigen eiwitten veranderen
- zijn besmettelijk
- kunnen schade aanrichten in de hersenen
Wat is virulentie?
een maat voor ziekmakend vermogen
Wat is pathogeniteit?
het mechanisme van het ziekmakend vermorgen *Hoe)
Wat is besmetting
contaminatie, overdracht van infectie ziekte
Wat is epidemiologie
bestudeert het voorkomen en verspreiden van ziekte met
- incidentie: nieuwe gevallen
- prevalentie: bestaande ziektegevallen
besmettingsbron; exogeen
van buiten af