Oktober Flashcards
(102 cards)
sono indagati, indigare
worden onderzocht, onderzoeken
de bron, de bronnen
la fonte, le fonti
in quanto (le notizie erano vere)
aangezien
la legge di emergenza (le leggi)
spoedwet
camera dei deputati / del senato
1e/2e kamer
meerderheid
maggioranza
teleurgesteld
delusi
noto che, osservo, mi rendo conto
mij valt op
terugdenkend
ripensando
fare il bello e il cattivo tempo
de dienst uitmaken
vai su?
ga je omhoog?
te voet
a piedi
kwal
la medusa
een voordeel
un vantaggio
piekeren
rimuginare (rimuginno)
ik ben er nog nooit geweest
Non ci sono mai stato
meenemen
portare via
hoofd leegmaken
sgombrare la testa
verspillen
sprecare
il lavello
wasbak
kozijn
infisso (infissi)
het gebouw
l’edificio
een lang verhaal
una lunga storia
een bedrijf
un’azienda