OM Flashcards
(38 cards)
Logistiek
Beheersing van alle goederenstromen, personen en data verkeer, nodig om een bedrijf te laten functioneren
Operations Management
Beheersing van de activiteiten betrokken bij bereiken van doelen en verlenen van diensten en het bestuderen van de beste manier daarvan
Productie logistiek
- Produceren op voorraad, zelfde type
- Eindproduct voldoet aan kwaliteitseisen
- Product eerder dan dat klanten aanbieden
Service logistiek
- Klant onderdeel van proces
- Veel variatie –> iedere klant is anders
- Kwaliteit service
- Kan niet op voorraad produceren, pas beginnen als klant aanbiedt
Unit, proces en netwerk
Afdeling (type activiteit)
Proces = reeks bewerkingen voor bepaalde service
Netwerk = combinatie van proces en unit
Netwerklogistiek = afstemming en samenwerkingen van processen en units
4 aspecten/manier waarop je naar unit kan kijken
Capaciteit en resources
Vraag naar zorg
Planning en scheduling
Prestant meting
Karakteristieken resources
Niet-gedeelde resources: specifiek voor 1 patiëntengroep (diabetes verpleegkundige)
Gedeelde resources: is voor hele brede groep (afdeling radiologie voor alle type patiënten) → ingewikkeld.
Leidende resource = maakt eigen planning (zelf bepalen hoe doen, hoe verdelen)
Volgende resource = krijgt vraag vanuit leidende en kan dus zelf geen plannign maken maar volgt planning → afhankelijk van andere afdelingen
Bottleneck (knelpunt) resource = kan wel of niet eigen planning maken maar heeft niet genoeg capaciteit → minder capaciteit dan je wil waardoor wachtlijst ontstaat → leidend en volgend moeten afstemmen
Continu beschikbaar resources = 24/7 beschikbaar (SEH, bedden in verpleegafdeling)
Niet-continu beschikbaar resources = niet altijd beschikbaar (huisarts, polikliniek)
Kan er ook tussenin zitten
Typering van capaciteit
Potentiële capaciteit = alles wat mogelijk zou zijn (24/7/52).
Beschikbare capaciteit = wat echt kan (50/5/8).
Bruikbare capaciteit = van beschikbare capaciteit gaat beetje af → capaciteit waarop we patiënten kunnen plannen → gebruik je voor maken van rooster.
Gebruikte capaciteit = capaciteit die daadwerkelijk gebruikt wordt (met lege gaten) → kamer in en uit.
Productief capaciteit = capaciteit die je daadwerkelijk gebruikt → set-up en tijd dat scan duurt.
Kenmerken patientgroepen
Planbaarheid = weet je het van te voren (zondagochtend veel sportongelukken).
Aankomstpatronen = gedurende dag inlopen, ochtend en zelfde dag.
Planningsniveaus
Strategische planning: juiste resources en voldoende capaciteit → planningshorizon van jaar en verder
Tactische planning = resources allocation: verdeling capaciteit over afdelingen, specialismes, patiëntengroepen → capaciteit die ik heb verdelen over patiëntengroepen (patiëntengroepen)
Operationele planning = resources scheduling toewijzing capaciteit aan patiënten (dag tot dag) → specifieke patiënten.
Resources scheduling systemen
Afspraaksysteem: patiënt belt vraag om afspraak en krijgt plekje in agenda (weet wanneer terecht kan).
Wachtlijstsysteem: weten nog niet precies wanneer maar wordt op wachtlijst gezet en gebeld als u aan de beurt bent (weet niet hoelang iets duurt dus kan agenda niet vastleggen → eerst kijken naar prioriteiten en wat past daar efficiënt bij).
Inloopsysteem: kan gewoon binnenlopen, pakt nummertje, en bent aan de beurt → geen prioriteitsstelling. Werkt goed met dingen die kort duren (bloedafname).
Prestatie indicatoren
Patiënt gerelateerd = gericht op patiënt ervaringen
Organisatie gerelateerd =
Voorbeeld patiënt gerelateerd logistieke indicatoren: wachttijd, patiënttevredenheid
Bezettingsgraad (= utilization)
Gebruikte capaciteit : bruikbare capaciteit
Keten
serie van bewerkingen die moeten worden uitgevoerd om een bepaald product of service te leveren waarbij meerdere organisaties betrokken zijn (over organisatie heen).
Ontkoppelpunt
Elke patiënt doorloopt dezelfde stappen tot het beslismoment (ontkoppelmoment) → keuze bepaald het traject: van standaardproces naar klantspecifiek proces.
Soorten ontkoppelpunten
Make to stock: standaardproduct op voorraad leggen (alleen levering is klantspecifiek) → paracetamol
Assemble to order: componenten op voorraad maken, samenstellen op klantspecifieke manier → baxterrol (standaard pillen samengesteld in zakjes)
Make to order: is ontworpen en bedacht maar maken aan hand van klantenorder → medicatie die apotheek zelf maakt (vanuit grondstoffen naar pil)
Engineer to order: klantspecifiek gemaakt → prothese
Combinaties van bewerkingen/processen
Sequentieel = overgedragen naar ander proces (polikliniek → kliniek)
Parallel = hoofdbehandeling vraagt hulp aan ander (consult om te checken)
Team processen = samen verantwoordelijk (oncologie: operatie, bestraling, chemo)
Cyclisch = controlebezoeken (aantal keer per jaar zelfde specialisme bezoeken)
Verschillende soorten wachttijd
Rij wachttijd = bent aan beurt is iedereen voor jou geweest is (rij, agenda)
Determinant: aantal loketten, spreekuren (aantal dienstverleners)
Perronwachttijd = maakt niet uit hoelaat je komt maar als het komt gaat iedereen mee (trein) → wachten tot service plaatsvindt
Determinant: frequentie van de service
Batch wachttijd = iets doen op moment dat batch vol is → wachten tot een batch vol is (knieoperatie als er 10 patiënten zijn want efficiënt)
Determinant: batch grootte
Push en pull
Pushsysteem:
Elke stap plannen na afloop van de vorige stap.
Gericht op capaciteiten
Pullsysteem: ‘terug’plannen:
Kortere doorlooptijd
Betere prioriteitstelling
Zorgpad
“complexe interventie om de gemeenschappelijke besluitvorming en organisatie van zorgprocessen te verwezenlijken voor een welbepaalde groep van patiënten gedurende een gedefinieerd tijdskader”
Kenmerken werkwijze bij zorgpad
Coördinatie van het zorgproces door coördinatie van de rollen, en het bepalen van de volgorde van activiteiten
Gestandaardiseerde zorg → met vastlegging en evaluatie van afwijkingen
Gebaseerd op wetenschappelijke evidentie
Vastgelegd in toegankelijke documentatie → ondersteuning van de communicatie
Doelen zorgpad
Verbeteren van de kwaliteit van zorg
Coördineren van zorg
Bevorderen van de patiëntveiligheid
Verbeteren van resultaten bij patiënten
Verhogen van de patiënttevredenheid
Optimaliseren van capaciteitsinzet
7 fasen model (zorgpad ontwikkeling)
het 7 fasen model:
Screening
Projectmanagement
Diagnose en objectivering
Ontwikkeling
Implementatie
Evaluatie
Continue opvolging
Check sheet
kwantificering van het probleem