onregelmatige werkwoorden deel 4 P4 Flashcards

(31 cards)

1
Q

verslinden

A

verslond
verslonden
verslonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verzinnen

A

verzon
verzonnen
verzonnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vinden

A

vond
vonden
gevonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vliegen

A

vloog
vlogen
gevlogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vragen

A

vroeg
vroegen
gevraagd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vreten

A

vrat
vraten
gevreten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vriezen

A

vroor
vroren
gevroren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wegen

A

woog
wogen
gewogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

werpen

A

wierp
wierpen
geworpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

weten

A

wist
wisten
geweten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wijzen

A

wees
wezen
gewezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

winnen

A

won
wonnen
gewonnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

worden

A

werd
werden
geworden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wrijven

A

wreef
wreven
gewreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wreken ( wraak nemen)

A

wrak
wraken
gewroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wringen

A

wrong
wrongen
gewrongen

16
Q

zenden

A

zond
zonden
gezonden

17
Q

zien

A

zag
zagen
gezien

18
Q

zijn

A

was
waren
geweest

19
Q

zingen

A

zong
zongen
gezongen

20
Q

zinken

A

zonk
zonken
gezonken

21
Q

zitten

A

zat
zaten
gezeten

22
Q

zoeken

A

zocht
zochten
gezocht

23
Q

zuigen

A

zoog
zogen
gezogen

24
zuipen
zoop zopen gezopen
25
zullen
zou zouden
26
zwellen
zwol zwollen gezwollen
27
zwemmen
zwom zwommen gezwommen
28
zweren
zwoer zwoeren gezworen
29
zwerven
zwierf zwierven gezworven
30
zwijgen
zweeg zwegen gezwegen