Opdrachten Negative Getallen Flashcards
(39 cards)
1
Q
Bereken: -4 + 6
A
2
2
Q
Bereken: -5 - 9
A
-14
3
Q
Bereken: -9 + 5
A
-4
4
Q
Bereken: 0 + 17
A
17
5
Q
Bereken: -6 - 4
A
-10
6
Q
Bereken: -3 + 3
A
0
7
Q
Bereken: -1 + 3
A
2
8
Q
Bereken: -4 - 9
A
-13
9
Q
Bereken: -2 + 10
A
8
10
Q
Bereken: 27 - 31
A
-4
11
Q
Bereken: -8 - 21
A
-29
12
Q
Bereken: -15 - 25
A
-40
13
Q
Bereken: -8 - 26
A
-34
14
Q
Bereken: 6 - 8
A
-2
15
Q
Bereken: 12 - 10
A
2
16
Q
Bereken: 9 - 6 + 33
A
36
17
Q
Bereken: -76 - 29
A
-105
18
Q
Bereken: 57 - 62
A
-5
19
Q
Bereken: -13 + 23
A
10
20
Q
Er zijn ook berekeningen met drie getallen mogelijk. Wat doe je als er haakjes staan?
A
Je berekent eerst wat binnen de haakjes staat.
21
Q
Bereken: -8 - 5 - 3
A
-16
22
Q
Bereken: +8 - (5 - 3)
A
6
23
Q
Bereken: -13 - 3
A
-16
24
Q
Bereken: -8 - -10
A
2
25
Bereken: -5 - (13 - 7)
-5
26
Bereken: -12 - 8 - 1
-21
27
Bereken: 2 - 12 - (8 - 1)
-17
28
Bereken: 35 - (12 + 43)
-20
29
Bereken: -59 + 83
24
30
Bereken: 1 - 213 - 76
-288
31
Bereken: -131 + 67
-64
32
Bereken: 456 - 456
0
33
Bereken: 0 - 765 - 0
-765
34
Bereken: 5 - 8 - (12 - 7)
-8
35
Bereken: 13 - 48 - (11 + 27)
-73
36
Wat is het tegengestelde van snel?
Langzaam
37
Wat is het tegengestelde van breed?
Smal
38
Wat is het tegengestelde van vrolijk?
Verdrietig
39
Wat is het resultaat van 4 naar links gaan op de getallenlijn?
Je vermindert de waarde met 4.