Opsommingslijstje Flashcards

(39 cards)

1
Q

Bij het slepen van een andere auto mag de afstand tussen beiden auto’s maximaal ? Meter zijn.

A

5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een gevarendriehoek moet op minimaal ?m afstand van de auto worden geplaatst, en is (niet/wel?) verplicht als het knipperlicht aanstaat.

A

30, niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De profieldiepte van de autobanden moet minimaal ? mm zijn. Bij een winterband geldt ? mm.

A

1.6 , 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij het rode lampje voor oliepijl in uw dashboard:

A

direct stoppen met rijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cruise controle is

A

milieuvriendelijker en voorkomt te hard rijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zonder katalysator (mag/niet) ook loodvrije benzine worden getankt binnen Nederland.

A

mag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De BAR hoogte (bandenspanning) van de autobanden moet ongeveer tussen de ? bar zijn.

A

2 en 2.5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zonder ABS bij sneeuw:

A

pompend remmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De juiste stuurhouding (handen op het stuur) is

A

kwart voor 3 (let dus op niet te hoog of te laag).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

is de meest milieuvriendelijke brandstof.

A

LPG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een wit autolicht betekend dat de auto naar

A

u toe rijdt. (denk bijvoorbeeld bij wit licht aan achteruit rijden.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Winterbanden zijn in Nederland (wel/niet) verplicht maar worden aangeraden bij een temperatuur onder de ? graden.

A

niet, 7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een auto mag maximaal ? M lang en ? M breed zijn

A

12, 2.55

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De lading van de auto mag maximaal ? CM uitsteken aan de zijkanten, en ? M aan de voor en achterkant van de auto.

A

20, 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer het gewicht van de totale massa (auto+aanhanger) zwaarder is dan ? kilo dan heb je rijbewijs E nodig.

A

3500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een aanhangwagen is aangesloten met of een ? of een ? maar niet met allebei

A

losbreekreminrichting of en hulpkoppeling

17
Q

Kinderen mogen uit het kinderbeveiligingsysteem (kinderzitje) als ze langer zijn dan

18
Q

Een tram is ook een bestuurder en krijgt in geval van een voorrangskruispunt (niet/wel) altijd voorrang

19
Q

verkeersborden/wegmarkeringen gaan ?verkeersregels

20
Q

Het voorste voertuig van de militaire kolonie is te herkennen aan

A

2 blauwe vlaggen en blauwlicht.

21
Q

Het laatste voertuig van de militaire kolonie is te herkennen aan

A

groene vlag rechts en groen licht

22
Q

De voertuigen tussen militaire kolonie dragen

A

enkel een blauwe vlag aan de rechterzijde.

23
Q

De tram krijgt bij een gelijkwaardige kruising (wel/geen) voorrang op de militaire kolonie.

24
Q

Bij een voorrangsvoertuig met sirene en zwaailicht:

A

maak ruimte. Ga niet stilstaan en ga zo veel mogelijk rechts rijden.

25
Bij het inhalen van een fietser geldt een minimum afstand van
1-2m
26
Een middenberm altijd (rechts/links) voorbij gaan
rechts
27
Buiten de bebouwde kom staat een voorrangsbord altijd (na/voor) de rotonde/kruising. Binnen de bebouwde kom staat deze (na/voor) de rotonde/kruising.
na, voor
28
28
Een dubbele streep bij een kruising noemt men een
stopstreep
29
Als de opgebroken streep langer is dan de ruimte tussen de strepen in noemt men deze een ?. Onthoudt; hoe meer verf, hoe meer gevaar!
waarschuwingsstreep
30
Voor een pechhaven gelden dezelfde regels als een ?, je mag hier dus niet zomaar stilstaan.
vluchtstrook
31
32
Voor herstellen van vermoeidheid geldt
iedere 2 uur 15 minuten rust.
33
Bij dichte mist geldt
halveer uw snelheid; verdubbel uw afstand.
34
Bij glad wegdek
stapvoets rijden (bij 40km/uur kan je de auto al niet meer uit zijn slip halen).
35
Verkeersregels moeten bijdragen tot een afwisseling in het verkeer welk veilig, vlot en milieuvriendelijk is.”
yep yep
36
Een paard aan de hand is nog steeds een
bestuurder
37
Bij controle moet je de agente
het deel 1a en 1b (deel 1a staan de voertuiggegevens, deel 1b de personengegevens) van het kentekenbewijs, uw rijbewijs en verzekeringsbewijs kunnen overhandigen.
38
Een rijbewijs is ? jaar geldig.
10