Organiseren - Deel III - Blok 7 Flashcards

(126 cards)

1
Q

Integrale zorg

A

Continuiteit van zorg en samenhang van zorg realiseren door middel van samenwerking tussen organisaties en professionals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verwachting overheid integrale zorg

A
  • efficientie
  • kwaliteit
  • effectiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hardy et al 1999 comperative study england and the netherlands - belemmeringen integrale zorg

A

Opbouwen draagvlak arbeidsintensief en tijdrovend

Er is een groot verschil in houding verzekeraars ten aanzien samenwerkingen

kwaliteit van netwerkbeheer is bescheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kodner (2002) twee perspectieven op zorg

A
  • Top down verticaal; manier waarop organisaties kunnen samenwerken
  • Bottum up horizontaal; manier waarop disciplines kunnen samenwerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kodner (2002) welke gebieden samenwerken

A
  • Bekostiging
  • Administraties
  • Organisatorisch; planning, locaties
  • Services; trainig, kennis, manamgement, ict
  • Klinisch; procedures werkwijzen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

WHO integratie 4 stappen 2016

A
  1. Integratie centraal
  2. niveaus waarop integratie moet plaatsvinden
  3. Invalshoeken definities
  4. acht percepties van integrale zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Integratie centraal WHO 2016
A
  • Patientgericht en bottum up benadering; organisaties rondom patient
  • Integratie op aanbod;
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. niveaus waarop integratie moet plaatsvinden
A
  • Organisatorisch
  • Functioneel
  • Dienstverlening
  • KLinsch
  • Bekostiging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Invalshoeken definities

A
  • Process gebaseerd; integreren systeem en onderdelen van organisaties en uitkomst integrale zorg
  • User led definition; wanneer is zorg volgens patient geintegreerd
  • Helath system; zorgsystemen integeren voor populatie (sectoren en bekostiging)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. acht perscepties
A

Afhankelijk vanaf welke actor je bekijkt heb je verschillende definities van integrale zorg

  • Provider; coördinaties tussen professionals en organisaties
  • manager; waarden en normen in cultuur met relaties en samenwerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

integrale zorg kenmerken

A
  • Naadloos continiuum
  • Integrate aanbod op vraag; patient centered en bottum up
  • Integratie aanbod; hierarchische en top down benadering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaarom belangrijk percepties van zorg?

A
  • Weten wat elkaars verwachting is en theorie is
  • Inspelen op verwachtingen en onzekerheid wegnemen bij elkaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Motieven van organisaties bereiken met integrale zorg theorieen

A
  1. Transaction cost
  2. Strategic choise
  3. Resource dependace
  4. Learning
  5. stakeholder
  6. Institutional
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Transaction cost economics Raak et al. 2005

A

samenwerken om

  • Kosten te reduceren
  • onderhandelingskosten verminderen
  • controle nu vertouwen, minder met contracten monititoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Strategic choise theory Raak et al 2005

A

Samenwerken om

  • stategische postitie verbeteren
  • Verminderen concurrentie
  • Grotere marktmacht
  • meer winst
  • schaalvoordelen
  • manipulatie omgeving mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Resource dependence theory

A

Samenwerken om
- men is afhankelijk van elkaar
- samenwerken zorgt voor toegang tot controle en macht over bronnen; geld expertise, tijd en macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

learning theory

A

Samenwerken

  • Men kan leren van elkaar
  • Kennis vergroten
  • VB; parkinson net
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

stakeholder theory

A

samenwerken om

  • Gelijke belangen voorderling
  • samen doelen en belangen behalen
  • onzekeheid terugdringen
  • verwachtingen managen
  • IOR(inter orginastionele organisaties)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

institutional theory

A

samenwerken

-instituties dwingen hiertoe (vb; overheid)
- legitiem geacht willen worden omdat ze aanspraak willen maken op iets

vb; accreditatie dan pas legitiem

  • wetten
  • normen
  • warden maatschappelijk
  • gedragcodes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Belangrijkste uitdagingen met integrale zorg pijlers/ verwachtingen van integrale zorg

A
  • Zorginhoudelijk
  • personeel
  • financieel
  • organisatorisch
  • strategisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

uitdagingen integrale zorg Kodner en Spreeuwenberg 2002

A
  1. professies grens; domeinenstrijd
  2. financiering; dot
  3. beleidsvorming; belangen bij beleid, verschillende ministeries
  4. wet en regelgeving; belemmeren integrale zorg alleen op eigen organisatie doelen focus
  5. governance en sturing; vertouwen en contracten en geen centrale sturing
  6. Marktwerking; concurrentie en samenwerking
  7. normatieve aspecten; normen en waarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

diseasemanagement spreeuwenberg 2005

A

aanpak programatisch voor specifieke ziekten en gezondheidsproblemen met gebruik zelfmanagement instrumenten om kwaliteit en doelmatigheid te bevorderen

  • Integrale benadering (continuum)
  • Specifieke ziekte bij populatie (chronisch)
  • Gericht op leren en verbeteren
  • Zelfmangement; actieve rol patient
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Kenmerkenwaarom diseasemanagement spreeeuwenberg 2005

A

meer chronisch zieken

  • specifieke ziekten en gezondheidsproblemen
  • streven naar betere afstemming en organisatie
  • moet iets te winnen zijn
  • vaak voor big five
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

verschillen diseasemanagement en integrale zorg

A

Diseasemanagement vraaggestuurd; inspelen op vraag en niet aanbod op vraag afstemmen IZ

  • integrale zorg minder op kosten
  • integrale zorg geen centrale aansturing
  • IZ weinig evidence based
  • IZ gericht op allerlei aandoeningen, niet een specifieke
  • IZ niet systematisch verzamelde informatie
  • Diseasemanagement preventie en vroegopsporing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Kenmerk rangschikking diseasemanagent
- Patientenzorg - Organisatie - Aansturing
26
Patientenzorg kenmerken diseasemanagement
1. Betrekking op een gezondheidsprobleem 2. Gericht op samenhang onderdelen zorgproces 3. Methodische educatie van patienten en naasten zelfmanagement 4. Sterk evidence based benadering, benchmarking
27
Organisatie patientenzorg diseasemanagement kenmerken
5. grootschaligheid van patienten en behandelstromen op basis subkenmerken zieken 6. focus op scala managementinstrumentarium; benchmarking en feedback 7. Grote mate taakherschikking naar verpleegkundeigen ipv artsen
28
Aansturing van patientenzorg kenmerken - diseasemanagement
8. gebruik moderne middelen 9. samenhang bevorderende externe financiering 10. robuuste organisatiestructuur met centrale aansturing (vb; zorgverzekeraar)
29
integraal zorgtraject
vertalen van de zorgvragen van ouderen naar een passend aanbod aan producten en afstemming
30
soorten integratie
- Sociale integratie - structurele integratie - culturele integratie - stratigische integratie
31
Structurele integratie kenmerken
Structuren waarmee je werk kan cooridineren - - structuurvorming - functionele integratie - werkcooridinatie
32
Sociale integratie kenmerken
Verhouding tot elkaar - - positieve gevoelens - positieve evaluatie van werk - vertouwen
33
Culturele integratie kenmerken
- cultuurvorming -ideologische consensus - normatieve integratie
34
Strategische integratie kenmerken
- belangen - macht - middelen
35
structurele integratie vraag
wat zij de vragen en behoeften binnen mensen met het ketentraject? - gegeven de zorgvraag en behoefte afstemmen; taken, functies en werkzaamheden van organisaties - afstemming producten en diensten
36
Drie vormen afstemming onder structurele integratie
1. zorginhoudelijke afstemming 2. logistieke afstemming 3. personele afstemming
37
Zorginhoudelijke afstemming def en 3 kenmerken
professionals hun zorginzet afstemmen, drie dingen gebruiken - Standaardiseren; standaarden opzetten - formaliseren; richtlijnen en protocolllen - multisiciplinariteit; verschillende disciplines
38
logistieke afstemming def en kenmerken
zorgen dat de patient op de juiste tijd en plek zorg krijgt - Geintegreede informatie en registratie; centrale informatie en registratiepunten - eenduidige criteria voor indicatie en toewijzing; - signalerende en coordinerende rollen; transferverpleegkundigen of casemanagers
39
personele afstemming def en kenmerken
zorgen dat er professionals zijn die zorg kunnen leveren - teamvorming; multidisciplinaire teams; extramulare setting - clientvolgend personeel; meegaan met client - taakverbreding; extra taken personeel - taakspecialisatie; rondom een ziektebeeld volledige zorg te regelen
40
fragmentatie bij integrale zorg (integratie)!!!!
- Multidisciplinair; minder mogelijkheden tot een discipline overleg en verdieping - specialisatie van taken; differentatie extra nieuwe schakels - Multidisciplaire epd; niet voor iedereen even toegankelijk - verplaatsen personeel; niet in eigen organisatie wanneer nodig - protocollen en richtlijnen; patienten wijken af van de norm - Ontwikkeling nieuwe producten en diensten; weer nieuwe afstemming nodig
41
Hoe nagaan of verwachtingen van integrale zorg uitkomen?
Systematic reviews
42
evidence based management
uit studies evidcence halen voor geneneraliseerbare resultaten
43
soorten evidence
- Theoretisch bewijs; modellen, concepten - Empirisch bewijs; onderzoek over effectivitiet en uitkomsten bij interventie - bewijs uit ervaring
44
Wat is een systemeatic review?
een literatuuroverzicht van de stand van zaken van wetenschappelijk onderzoek over een specifiek onderwerp Op een systematische wijze naar antwoord op een vraagstuk zoeken
45
Integrale zorg systematic review
Weinig bewijs over evidence based - Weinig systematische rapportage - Weinig bewijs voor kosten effectiviteit
46
Verklaringen waarom er weinig bewijs is voor integrale zorg (2 verklaringen)
- Methodologische verklaringen - Inhoudelijke verklaringen
47
Inhoudelijke verklaringen
1. Integrale zorginterventies - Structuur van interventie; dezelfde allemaal? - mate van implementatie interventie? (hoevaak en waar?) - Verschil met reguliere zorg, moeilijk 2. context - infrastructuur - verschillende landen en zorgsystemen
48
methodologische verklaringen
1. desgin onderzoek - onderzoeksontwerp - steekproef en omvang - evaluatieperiode 2. doelgroep - welke doelgroep - defintie verschillende manieren operationaliseren (kwetsbare ouderen en iedreen boven 65) 3. methode onderzoek - meetmethodes (kwaliteit leven of observeren) - operationalisatie uitkomsten - meetinstrumenten
49
Fysieke integratie
samenbrengen verschillende actoren en diensten op een locatie
50
virtuele integratie
niet om een fysieke plek om diensten bij elkaar te brengen maar een combinatie - Efficientie - specialisatie - vermindering schaalgrootte
51
Trade off
- macht - middelen - context en legitimiteit - belangen
52
Macht
- expertise - autonomie - status - marktaandeel
53
Middelen
- Clienten - geld -tijd - personeel
54
Belangen
- Kwaliteit - financiele status - imago en positie
55
Context
- legitimiteit -intergraliteit - samenhang - vraaggerichtheid
56
Trade off - integrale zorg
of een organisatie integrale zorg hangt af van waarop hij moet korten bv; veel expertise tegenover een slechtere financiele status?
57
vb integrale zorg en trade of
Geen clienten verliezen, en geen financiele status en imago minderen
58
strategische integratie
Afzetting macht, middelen, belangen en context tegenover elkaar - Als je iets opzet, heeft dit altijd invloed op allen, kijk naar eigen belangen
59
praktijk strategische integratie
- Samenwerking staat ver van mensen af - Zelfs gedeelde domeinen hebben grenzen
60
Gevaar strategische integratie
- keten zo sterk als eigen zwakke schakel te weinig naar eigen belangen gekeken en nu financieel gegrond
61
sociale integratie gaat over
vertrouwen en erkenning, elkaar positief evaluaren
62
sociale integratie werkelijkheid
- Eilanden die weinig van elkaar weten - Hierarchie - Persoonlijke gevoelens
63
oplossing sociale integratie
- Uitwisselingen - informatie
64
neutrale relatie
weinig gedeelde belangen wel sociale integratie passieve vriendschap weinig van de grond
65
Symbiotische relatie
eensgezinde stabiliteit gedeelde integratie belangen sociale integratie ideale plaatje literatuur
66
Vijandige relatie
Fragmentatie belangen innovatief concurreren innovatie snel van de grond sociale fragmentatie
67
instabiele relatie
gepassioneerd debat sociale fragmentatie integratie belangen weinig van de grond
68
typologie organisaties
- fragmentatie of integratie sociaal? - fragmentatie of integratie belangen?
69
Sociale integratie
Investeren in elkaar en erkenning tonen
70
culturele integratie
- Normen en waarden - ideologische consensus - normatieve integratie
71
culturele integratie
Cultuur opleggen is lastig; erkenning cultuurverschillen beamen
72
Metlcalfe kenbegrippen
- Focale organisatie - netwerk ideologie - culturele integratie (normen en waarden) - normatieve integratie (gedragingen en verwachtingen) - functionele integratie (coordinatie) - communicatieve integratie (erkenning, interdependentie verwachting)
73
3 uitkomsten metcalfe
- conflict - concurrentie - samenwerking
74
kernpunt metcalfe
- Organisatie wordt beinvloed - organisatie kan beinvloeden omgeving envirormental effectiveness environmental responsiveness
75
Benson 1975 kernpunten
substructuur; speelveld samenwerking om autoriteit en geld -> bepaald actieorientatie superstructuur; balans over integratie
76
Benson conensus integratie
- Domeinconsensus; taakverdeling en verantwoordelijkheden - ideologische consensus; waarom en hoe iets gedaan wordt - positieve evaluatie werk; sociale integratie, erkenning toegevoegde waarde - Werkcoordinatie; afstemming
77
Beinvloeding benson bij integratie 3 voorbeelden
door de context en sociale context - schaarse middelen - autonomie - patronen omgeving etc
78
Actieorientaties 4 Benson
kunnen gecombineerd worden 1. cooperatieve strategie; iedereen waarde toegevoegd in samenwerking 2. verstorende strategie; expers doelen dwartsbomen, verlies concurrentie 3. manipulatieve strategie; middelen dwarsbomen, verisen autonomie 4. gezaghebbende strategie; opleggen bepaalde vorm subcultuur door wetgevend, middelen toelaten en programma ondergeschikt
79
Godfroij 1981 kernpunten
- dialectisch model; geen begin en eind - interdependentie; - speltype kiezen in relatie - middelen door interactie - interactie om doel te bereiken - oog toekomstige dependentie
80
interdependentie Godfroij soorten
competatief; gelijksoortige organisaties strijd symbiotisch; samenwerken doelbevrediging
81
Interdependentie Godfroij
organisaties afhankelijk om doelen en middelen te bereiken
82
Strategietypen die gekozen kunnen worden Godfroij
- Behoud of vergroting van macht (afhankelijkheid beperken en beheersing) - Behoud of vergroting onzekerheid (meer beheersing onzekerheidsbronnen) - Doelbewuste risico- aanvaarding; genoegen met grote onzekerheid (kans vergoten dat de handelingssituatie gunstig veranderd) - ontwijken macht en verantwoordelijkheid; macht overlaten aan anderen - Behoud van gevestigde sociale constructies - Waarde gericht handelen; principieel juist handelen
83
speltypen Godfroij
- Coalitie; tegenwicht derde partij - samenwerking; afstemming handelen - Competitie; om een derde partij vechten - competitiebeperking; gemeenschappelijke regels voor handelen competitie (mededingingswet) - strijd; wederzijdse doelbereiking belemmeren - Vermijding; interacteren zonder samenwerking, om conflict te vermijden - Fusie; gedeelde belangen en samensmelting
84
Valentijn 2015 Rainbow of chaos kernpunten
- integrale zorg niveaus; micro, meso en macro - macro; systeem integratie - meso; organisatorische integratie / professionele integratie - macro; klinische integratie
85
Systeem integratie Valentijn / macro niveau
mens en populatiefocus op gezondheid systematisch om efficientie en kwaliteit te bevorderen
86
Meso niveau valentijn
- organisatorische integratie; diensten en organisaties op elkaar aansluiten - professionele integratie; interprofessionele samenwerking gedeelde rollen en verantwoordelijkheden met als doel continuum zorg leveren (professional minder autonomie)
87
Organisatorische integratie vormen Valentijn
- Hierarchische overheidsstructuren; hoge commitment tussen organisaties - Marktgerichte overheidsstructuren; erg flexibel - Netwerk bestuursmechanismen; vrijwillige samenwerking, relaties wederzijdse belangen (gouden standaard
88
micro niveau valentijn
Klinische integratie - coordinatie zorg van persoon over de tijd en disciplines heen, juiste zorg op de juiste plek - wensen en behoeften patient centraal - patient en arts gedeelde verantwoordelijkheid
89
Links en rechts regenboog valentijn
Functionele integratie; financiering, informatie en management - verbinden om meer waarde voor het systeem - vb; communicatie en financiering normatieve integratie; referentiekader en normen en waarden in netwerk onderhouden - gedeelde visie
90
Horizontale integratie valentijn
Algehele gezondheid verbeteren door sector overstijgende zorg = populatie gericht
91
Verticale integratie valentijn
samenwerking tussen eerste, tweede en derdelijnszorg bij behandeling
92
WGBO en BIg gebasseerd op
Individuele verantwoordelijkheid --> BIG (individuele verwijtbaarheid) Individuele behandelrelatie --> WGBO Nu niet meer van toepassing door de complexe praktijk aan zorg die ontvangen wordt
93
Netwerkzorg
94
doel zorgnetwerk juridisch
Afspraken maken op gezamenlijk en in samenwerking verlenen zorg van ind gericht op kwaliteit en doelmatigheid - ordening - regionalisering
95
regionalisatie
indeling waarbij een overzichtelijk en samenhangend geheel is aan gezondheidsvoorzieningen
96
zorggroepnetwerk
- Netwerk gestart door zorggroep - rechtspersoon - contracteert met verzekeraar - verantwoordelijkheid coördineren zorg
97
gefaciliteerd netwerk
Organisatie verleent zelf geen zorg maar ondersteund - afspraken via deze partij en onderling - gevormd door zorgaanbieders die programma uitvoeren
98
acute zorgnetwerk
netwerk van zorgaanbieders die gezamelijk of in samenhang acute zorg verlenen - keten die zo spoedig mogelijk zorg moet leveren om overlijden of schade te vermijden - wtzi; bereikbaarheid en spreiding ROAZ; regionaal overleg acute zorg afspraken over afstemming zorg en coordinatie huisartsen, zh en instellingen
99
soorten zorgnetwerken
1. Zorggroepnetwerk 2. Gefaciliteerd zorgnetwerk 3. Acute zorgnetwerk
100
Afstemming en samenwerking in wet?
Niet - Goed hulpverlenerschap art. 7:453BW - WKKGZ art. 3
101
Goed hulpverlenerschap als norm afstemming zorg
Definitie WKKGZ art. 2 lid 2 - Veilig, doelstreffend, doelmatig en clientgericht - verantwoordelijk handelen namens professionele standaard
102
Art. 3 WKKGZ
Intramurale setting; afstemming verantwoordelijkheden, en verantwoording en afstemming - Gaat niet op voor de zorgnetwerken -> geen afstemmingsplich, door niet te kwalificeren als zorgaanbieder
103
Afstemming goed hulpverlenerschap belangrijke richtlijnen
- Handreiking verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in zorg (van toepassing ook op zorgaanbieders en instellingen) - Transmuraal ook ipv intramuraal LESA; landelijke samenwerkingsafspraken eerstelijnszorg LTA: landelijke transmurale afspraken
104
Tuchtrechtspraak als samenwerking?
Als voorval niet beschreven staat in professionele standaard
105
Toelichten welke wijzigingen wenselijk geacht worden gezien de snel veranderende zorgpraktijk en de veranderende maatschappelijke verwachtingen.
- wet plicht tot afstemming - concrete normen wat goede afstemming en samenwerking is
106
Beredeneren dat deze wet- en regelgeving, ofschoon zij de belangen van de individuele patient of client bedoelt te beschermen, paradoxaal genoeg op gespannen voet kan staan met een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige zorgverlening waarin de individuele oudere centraal staat;
belangen patient; kwaliteit zorg en doelmatigheid in voordeel patient - Nu staat alleen individu als zorgaanbieder centraal, deze willen zich indekken per los zorgonderdeel In kader kwaliteit en doelmatigheid zou er ook een plicht moeten zijn tot afstemming en samenwerking voor de patient
107
Bekostigingsystemen huidig
- DOT (segment a en b - B is vrij onderhandelbaar kwaliteit en prijs) - Huisartsen via drie segmenten - Langdurige zorg via ZZP VV - Thuiszorg en zelfstandige paramedici; per verrichting
108
Huisarts bekostiging
- Segment 1; per capita + ffs - segment 2; integrale zorg; tarief per totale behandeling (aantal aandoeningen COPD, diabetes) - Segment 3; Outcome based P4P (zorginnovatie en resultaatbeloning)
109
Nadeel bekostiging huidig voor integrale zorg
fragmentatie - Iedereen wordt anders bekostigd. - sommigen winst sommigen verlies
110
integrale bekostigingsvormen
1. koptarief 2. integraal tarief 3. capition payment 4. uitkomst of prestatiebekostiging
111
koptarief
tarief om kosten te dekken voor samenwerking en afstemming (MDO en casemanager) - Geen prikkel integrale zorg, alleen wat extra geld. Onderliggende prikkels blijven in stand.
112
Integraal tarief
Bedrag voor gehele continuum aan zorg (bundelbekostiging) - vast bedrag samenwerking en zorg kosten - verdeelsteutels binnen zorggroep
113
Integraal tarief voordelen
- Verschuiving van kosten worden betaald - alleen door samen te werken krijg je opbrengsten - gezamenlijke verantwoordelijkheid voor specifieke doelgroep/behandeltraject
114
Integraal tarief nadelen
- Onderling moet men het eens worden over de verdelng van geld; niet zeker van de opbrengsten - Machtsposities spelen hier een rol
115
Populatiebekostiging
vast bedrag voor een populatie bv; diabetes patienten in een regio
116
Populatiebekostiging voordelen
- Verschuiving van kosten worden betaald - alleen door samen te werken krijg je opbrengsten - gezamenlijke verantwoordelijkheid voor populatie
117
nadeel populatiebekostiging
- Onderling moet men het eens worden over de verdelng van geld; niet zeker van de opbrengsten
118
P4P of uitkomstbekostiging
Bekostiging op basis van uitkomsten of prestaties over het zorgtraject * Organisaties maken afspraken hoeveel geld eenieder van het totaalbedrag krijgt * Stand-alone of bovenop andere afspraken; bovenop bundelbekostiging
119
P4P of uitkomstbekostiging nadeel
- onderhandelen dus onzeker over opbrengsten - welke uitkomsten, door wie behalen en hoe te meten?
120
P4P of uitkomstbekostiging voordeel
Voordeel: - Verschuiving van kosten worden betaald - alleen door samen te werken krijg je opbrengsten - gezamenlijke verantwoordelijkheid voor specifieke uitkomsten
121
Complexiteit en uitdagingen integrale bekostiging
- Meer aanbieders en verzekeraars --> complexiteit onderhandelingen en concurrentie - Hoe ga je besparingen en gelden verdelen
122
kosten en opbrengsten ZH, revalidatie en wijkverpleging bekostiging
- Ziekenhuis kosten en opbrengsten gelijk --> DOT financiering - Revalidatie en wijkverpleging ---> wel gerelateerd
123
Thuiszorg kosten
Altijd dekking via uurtje factuurtje
124
evidence based bekostiging keten
Integrale bekostiging via prestatieindicatoren
125
Hoe kan een verzekeraar de organisaties sturen om de verbeteringen te implementeren? integrale bekostiging
Door shared savings bij integrale bekostiging - Verliezen delen binnen keten - opbrengsten delen binnen keten Door prestatiebekostiging
126
afwegingen bij switchen van bekostigingsmodellen?
- Organisatorisch: door intensieve revalidatie (optie ii) stromen de patiënten veel sneller door en hebben zij een kortere ligduur. De organisatie wordt meer afhankelijk van de instroom dan bij de traditionele langere ligduur van patiënten in een revalidatiecentrum. - Strategisch: Je kunt als keten een vuist vormen tegenover de verzekeraar in plaats van ieder voor zich. Als keten kan je beter passende tarieven afdwingen - Zorginhoudelijke doelen; kwaliteit van zorg behouden blijft, als we mensen vroeger naar huis sturen, blijft de kwaliteit van zorg behouden.