oud nederlands Flashcards

(44 cards)

1
Q
  • Iets aan de kaak stellen
A

iets schandelijk openbaar bekend maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Iets te vuur en te zwaard bestrijden
A

met alle macht iets tegengaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Iets in zijn schild voeren
A

een geheim plan hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Dat komt in zijn kraam te pas
A

dat komt hem goed uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • De hielen lichten
A

vluchten, ervan doorgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Iemand aan de schandpaal nagelen
A

iemand publiekelijk vernederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Je sporen verdienen
A

bewijzen dat je bekwaam/ geschikt bent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Zich geradbraakt voelen
A

doodmoe zijn en overal pijn hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Iemand in het harnas jagen
A

 iemand boos maken, ophitsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • Voor iemand in de bres springen
A

klaarstaan om te helpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • Voor iemand een lans breken
A

het voor iemand opnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Veel in zijn mars hebben
A

veel potentieel bezitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • Iemand de handschoen toewerpen
A

iemand ergens toe uitdagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • De vuurproef doorstaan
A

slagen in een moeilijke opdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Met open vizier
A

ergens open en eerlijk voor opkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • In het zand bijten
A

verliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q
  • Iemand uit het zadel lichten
A

 iemand ten val brengen/ zijn job doen verliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q
  • De kruik gaat zolang te water, tot zij barst
A

als men steeds risico’s blijft nemen, gaat het een keer mis

19
Q

iets schandelijk openbaar bekend maken

A
  • Iets aan de kaak stellen
20
Q

met alle macht iets tegengaan

A
  • Iets te vuur en te zwaard bestrijden
21
Q

een geheim plan hebben

A
  • Iets in zijn schild voeren
22
Q

 dat komt hem goed uit

A
  • Dat komt in zijn kraam te pas
23
Q

vluchten, ervan doorgaan

A
  • De hielen lichten
24
Q

 iemand publiekelijk vernederen

A
  • Iemand aan de schandpaal nagelen
25
bewijzen dat je bekwaam/ geschikt bent
* Je sporen verdienen
26
doodmoe zijn en overal pijn hebben
* Zich geradbraakt voelen
27
 iemand boos maken, ophitsen
* Iemand in het harnas jagen
28
klaarstaan om te helpen
* Voor iemand in de bres springen
29
het voor iemand opnemen
* Voor iemand een lans breken
30
 veel potentieel bezitten
* Veel in zijn mars hebben
31
iemand ergens toe uitdagen
* Iemand de handschoen toewerpen
32
slagen in een moeilijke opdracht
* De vuurproef doorstaan
33
ergens open en eerlijk voor opkomen
* Met open vizier
34
verliezen
* In het zand bijten
35
 iemand ten val brengen/ zijn job doen verliezen
* Iemand uit het zadel lichten
36
als men steeds risico’s blijft nemen, gaat het een keer mis
De kruik gaat zolang te water, tot zij barst
37
Het lied van heer Halewijn
onbekend 16de eeuw lyriek ballade (lied+verhaal)
38
walewein
Penninc en Vostaert tijd: 13de eeuw ridderepos, epiek, Arthurroman,
39
Koning Arthur
* Dux bellorum= leider van de strijd  oorlog tussen Angelen en Saksen * 6de eeuw * Arthur: niet bestaan + samenraapsel van verschillende figuren
40
de rode ridder
Penninc en Vostaert
41
karel ende Elegast
Karel leefde: 800 Heerste over: Frankische rijk Gekroond op: Kerstmis door de paus Geen vaste verblijfplaats Drie: heilig getal Zwart: slecht Woud: plek waar al het slechte gebeurd Auteur: onbekend Tijd: 13de eeuw
42
Elckerlyc
Auteur: onbekend Tijd: 15de eeuw Religieus toneelstuk Allegorische personage: voorstellingen van gepersonifieerde denkbeelden Memento mori: je sterft om naar de hemel te gaan  leef goed
43
Beatrijs
Auteur: onbekend Tijd: 13de eeuw
44
Van de vos Reynaerde
Willem die Madocke maecte Tijd: 13de eeuw Satirische dierenverhaal