p 107+108+109 vocu

Question 1

getrouwheid

Answer 1

loyalty

Question 2

een (fysieke) winkel

Answer 2

a brick(s)-and-mortar store

Question 3

vlaggenschip, belangrijkste winkel

Answer 3

a flagship

Question 4

aanpassen aan de noden van de koper

Answer 4

to customise

Question 5

een winkelbediende

Answer 5

a sales associate

Question 6

duurzaam

Answer 6

sustainable

Question 7

showrooming (inspecteren van een product in een fysieke winkel alvorens online aan te kopen)

Answer 7

showrooming

Question 8

een koopje

Answer 8

a bargain

Question 9

een kredietkaart

Answer 9

a credit card

Question 10

een zichtrekening

Answer 10

a current account

Question 11

een schuld

Answer 11

a debt

Question 12

een betaalkaart

Answer 12

a debit card

Question 13

een korting

Answer 13

a discount

Question 14

een kredietgever

Answer 14

a lender

Question 15

een investering

Answer 15

an investment

Question 16

een saldotekort

Answer 16

an overdraft

Question 17

een winst

Answer 17

a profit

Question 18

een terugbetaling

Answer 18

a refund

Question 19

een beloning

Answer 19

a reward

Question 20

bedrog, oplichterij

Answer 20

a rip-off

Question 21

een spaarrekening

Answer 21

a savings account

Question 22

een aandeel

Answer 22

a share

Question 23

een positief saldo op je rekening hebben

Answer 23

to be in the black

Question 24

een negatief saldo op je rekening hebben

Answer 24

to be in the red

Question 25

geld lenen

Answer 25

to borrow money

Question 26

een inkomen verwerven

Answer 26

to generate an income

Question 26

intrest

Answer 26

to get/pay interest

Question 27

lenen

Answer 27

to lend

Question 28

geld uitgeven, spenderen

Answer 28

to spend money

Question 29

sparen

Answer 29

to save (up)

Question 30

verwachten, vermoeden

Answer 30

to be in for

Question 31

geld uitgeven

Answer 31

to dip into

Question 32

geld schenken

Answer 32

to give away money

Question 33

spenderen

Answer 33

to lay out

Question 34

terugbetalen

Answer 34

to pay back

Question 35

schulden afbetalen

Answer 35

to pay off debts

Question 36

geld opzijzetten

Answer 36

to put money aside

Question 37

geld verkwisten, opsouperen

Answer 37

to splash out on something

Question 38

schulden maken/ een hoge rekening opbouwen

Answer 38

to run up debts/ a bill

Question 39

a brand

Answer 39

een merk

Question 40

genuine

Answer 40

authentiek, echt

Question 41

greenwashing

Answer 41

greenwashing (het als milieuvriendelijk presenteren van handelingen of zaken die dat in feite niet zijn)

Question 42

longevity

Answer 42

levensduur

Question 43

to source

Answer 43

afkomstig zijn van

Question 44

in my opinion, Buy Nothing Day is a powerful protest

Answer 44

volgens mij is Buy Nothing Day een krachtig protest

Question 45

in my experience

Answer 45

volgens mijn ervaring

Question 46

what i am saying is

Answer 46

wat ik wil zeggen is

Question 47

what i mean is that

Answer 47

wat ik bedoel is dat

Question 48

as far as i can tell

Answer 48

voor zover ik weet

Question 49

i am convinced that

Answer 49

ik ben ervan overtuigd dat

Question 50

i do believe that

Answer 50

ik geloof echt dat

Question 51

i don't think that

Answer 51

ik denk niet dat

Question 52

on the one hand, it's a meaningful protest, on the other hand, we carry on consuming the next day

Answer 52

aan de ene kant is het een zinvol protest, aan de andere kant blijven we de volgende dag verder consumeren

Question 53

furthermore

Answer 53

bovendien

Question 54

in particular

Answer 54

in het bijzonder

Question 55

according to a survey fast fashion is on the rise

Answer 55

volgens een onderzoek is fast fashion aan een opmars bezig

Question 56

according to retailers

Answer 56

volgens de kleinhandelaars

Question 57

i totally agree with you

Answer 57

ik ga helemaal akkoord

Question 58

you are (absolutely) right

Answer 58

je hebt (absoluut) gelijk

Question 59

absolutely not

Answer 59

heel zeker niet

Question 60

i disagree

Answer 60

ik ga niet akkoord

Question 61

on the contrary

Answer 61

wel tegendeel

Question 62

so do i

Answer 62

ik ook

Question 63

i don't think so

Answer 63

ik denk het niet

Question 64

but i don't

Answer 64

ik niet

Question 65

neither do i

Answer 65

ik ook niet

Question 66

but i do

Answer 66

maar ik wel

Question 67

i partly agree, but we need to do more to save the planet

Answer 67

ik ga gedeeltelijk akkoord, maar we moeten meer doen om de planeet te redden

Question 68

i agree up to a point, but

Answer 68

ik ga gedeeltelijk akkoord, maar

Question 69

thats partly true, but

Answer 69

dat is gedeeltelijk waar, maar

Question 70

i see your point, but i think

Answer 70

ik begrijp je standpunt, maar

Question 71

i can see what you are saying, but

Answer 71

ik begrijp wat je wilt zeggen, maar

Question 72

i see what you mean, but i don't believe that

Answer 72

ik begrijp wat je bedoelt, maar ik geloof niet dat