P2 Pluriforme samenleving Flashcards
(23 cards)
Pluriformiteit
De mate waarin verschillen tussen (groepen) mensen bestaan in een samenleving.
Pluriforme samenleving
Een samenleving waarin verschillende opvattingen, gedragingen, levensbeschouwingen, religies en culturen, gewoonten en gebruiken mogen zijn.
Waarden en normen
Waarden: Opvattingen binnen een samenleving of groep over wat goed en juist is dus moet worden nagestreefd.
Normen: Opvattingen over hoe je je op grond van bepaalde waarden behoort te gedragen.
Socialisatie
Het proces waarin een mens de waarden en normen en andere kenmerken van de groep krijgt aangeleerd en zich eigen maakt.
Sociale controle
leden van een groep letten erop dat mensen zich aan de regels houden. Zij maken hierbij gebruik van sancties.
Cultuur
Het geheel van waarden, normen, gewoonten en uitingsvormen die mensen met elkaar delen en vaak als vanzelfsprekend beschouwen.
Identiteit
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft en naar buiten uitdraagt.
Discriminatie
het ongelijk behandelen van mesen op basis van kenmerken die er niet toe doen, bijvoorbeeld huidskleur, leeftijd of geloof.
Stereotypen
Versimpeld en vaak overdreven beeld van een groep mensen.
Vooroordeel
Een oordeel of mening over iemand zonder dat je de persoon kent.
Xenofobie
Angst voor het vreemde, of de vreemdeling.
Tolerantie
De mate waarin anders zijn of anders denken wordt geaccepteerd.
Ingroup
Mensen geven de voorkeur aan de leden van hun eigen groepen (ingroup) en hebben een afkering tegen de leden van andere groepen (outgroup) in sociale situaties.
Dominante cultuur
De overheersende cultuur in een land.
Subcultuur
Deel van de dominante cultuur, maar dan met eigen kenmerken.
Tegencultuur
Dit zijn culturen die zich verzetten tegen een bepaald onderdeel van de dominante cultuur.
Individualisme
De opvatting dat mensen als individu belangrijker zijn dan de groep waartoe ze behoren.
Segregatie
Het opdelen van een samenleving in gescheiden gemeenschappen.
Assimilatie
Het totaal en eenzijdig aanpassen aan de dominante cultuur in de samenleving.
Integratie
Het opnemen van een groep in de samenleving door wederzijdse aanpassing.
Diversiteit
Alle kenmerken waarop mensen verschillen. Het gaat hierom bij zichtbare kenmerken (uiterlijk) en minder zichtbare kenmerken (bijv. afkomst)
Sociale cohesie
De onderlinge verbondenheid tussen mensen in een groep of samenleving.
Polarisatie
Het bewust uitvergroten van verschillen tussen groepen.